Bij de profs zijn er Van Aert en Van der Poel die er wekelijks bovenuit steken. Bij de beloften zijn dat vaak Iserbyt en Hermans. Ook bij de nieuwelingen is er iemand die je dit seizoen steevast op het podium mag verwachten: Witse Meeussen (15) komt uit Vlimmeren en rijdt voor Lares-Doltcini.
Hoe kijk je terug op je seizoenstart, Witse?
Witse Meeussen: “Ik reed dit seizoen al elke cross op het podium, behalve in Ronse. Daar viel ik letterlijk weg uit de kopgroep, anders had ik daar ook podium kunnen rijden. Het 1e weekend werd ik 2e in Wiekevorst, daarna 2e in Vorselaar en 1e in Stabroek, waar ik ook kampioen van Antwerpen werd. Daarna 2e in Neerpelt, 11e in Ronse, 1e in Zonhoven, 2e in Eversel, 2e op de Koppenberg, 1e in Rijkevorsel, 1e in Niel, 2e in Gavere en 1e in Hasselt. Ondertussen zit ik aan 5 overwinningen. Elke zege vind ik mooi, elk op zijn eigen manier. Daarom is het erg moeilijk kiezen wat nu de mooiste is. Maar misschien is Zonhoven dat toch wel. Vorig jaar reed ik daar als 1e jaars ook al goed en dit jaar had ik er mijn zinnen op gezet omdat het parcours me lag. Ik reed er heel de wedstrijd voorop met mijn ploegmaat Luke Verburg, die toen al 7 overwinningen had. In de laatste ronde was het man tegen man. Ik kon het verschil maken in de laatste zandstroken. Die overwinning deed toen heel veel deugd en ik schat hem hoog in omdat alle toppers er aanwezig waren.”
Wie zijn je grootste concurrenten bij de nieuwelingen?
Witse Meeussen: “Bij de nieuwelingen zijn er veel sterke renners. Mijn grootste concurrenten zijn momenteel Luke Verburg, Pim Ronhaar en Ryan Cortjens. Elke renner heeft zijn kwaliteiten. Zo kan Pim goed klimmen, vind ik; Ryan heeft veel kracht en Luke is ook technisch heel goed. Maar er zijn nog veel, sterke renners….
Wat zijn je grootste kwaliteiten?
Witse Meeussen: “Ik start meestal goed en heb geen schrik van een snelle eerste ronde. Ik word ook niet veel uit het wiel gereden en hou van parcoursen met wat hoogteverschil en technische passages. Ik heb er geen moeite mee om 30 minuten vol door te gaan. Ik ben zeker niet de krachtigste van allemaal, maar ik ben nog jong en ben lang en smal gebouwd. Ik verwacht dat ik de komende jaren automatisch sterker word. Maar ik moet ook blijven werken aan mijn techniek omdat ik redelijk groot ben en heel lange benen heb. Dat komt wel goed, want ik heb veel aan mijn trainers Angelo en Mario De Clercq.”
Heb je een idool in het veldrijden?
Witse Meeussen: “Natuurlijk kijk ik wel op naar een renner als Sven Nys. Hij heeft zo’n groot palmares. Dat vind ik enorm knap. Als renner van het opleidingsteam van Marlux-Napoleon Games kijk ik ook wel op naar Kevin Pauwels en Klaas en Michael Vanthourenhout. Maar ook de ploegleiders Mario (Declercq, red) en Danny (De Bie, red) hebben een heel mooi palmares. Het zijn stuk voor stuk renners die alles over hebben voor hun sport en er honderd procent voor leven. Het maakt mij niet zo veel uit wie er de cross wint, als het maar de sterkste is. Er moet veel concurrentie blijven voor de populariteit van de sport.”
Je wil pieken naar het BK in Oostende. Kan je daar winnen?
Witse Meeussen: “In een goede dag is het podium zeker een realistisch doel en als alles meezit zit er ook een titel in. Het parcours zelf ken ik nog niet. Ik heb er al wel veel over gehoord, maar ik weet niet of het me ligt. In een goede dag kan ik elk parcours aan, denk ik. Maar het kampioenschap is zeker geen obsessie voor mij. Ik vind het belangrijker om een heel seizoen regelmatig en goed te presteren. Al is zo’n trui zeker een meerwaarde en heel mooi.”
Revanche voor de gemiste titel vorig jaar in Lille?
Witse Meeussen: “Ik zou nu niet direct durven zeggen dat ik op revanche aas. Al was vorig jaar wel een gemiste kans. Door een val op de trap vlak voor de aankomst kon ik mijn kansen niet verdedigen in de sprint. Dat was enorm jammer, maar ik lig er niet meer wakker van.”
Kijk je al naar de verre toekomst?
Witse Meeussen: “Ik heb natuurlijk wel de ambitie om ooit profrenner te worden, maar ik besef dat ik nog heel jong ben en dat ik nog een hele lange weg te gaan heb. Momenteel combineer ik mijn sport ook nog met de studie Latijn-Wiskunde. Na de middelbare school ga ik dus zeker verder moeten studeren. Momenteel geniet ik gewoon van wat ik doe; we zien wel hoe het verder gaat. Ik rijd ook graag op de weg. Vooral de klimkoersen liggen me momenteel erg goed. Maar voorlopig gaat mijn voorkeur nog steeds uit naar het veldrijden.”
Fotomateriaal: Davy De Blieck.