De meest verraderlijke bocht op de Muur van Hoei – een stijgingspercentage van 26 procent liegt niet – kreeg een naam. 2-voudig winnaar Claude Criquielion is voortaan vereeuwigd in een rotstrook, een bijtend stuk asfalt, aan 1 van de 7 kapelletjes naar de top. Als eerbetoon aan wijlen ‘Claudy’ en andere wielerhelden op de Waalse Muur: 5 onvergetelijke exploten in Hoei.
Waalse Pijl 1985 – Claude Criquielion
Net geen 2 kilometer aan gemiddeld 6 procent klimmen. Het is een helling zoals je ze zo vaak tegenkomt in zuidelijk België, maar na bijna 180 kilometer wedstrijd blijkt de Côte de Gives een breekpunt. In de kopgroep op dat moment: Jozef Lieckens (die in 1984 2 ritten won in de Vuelta), 2-voudig Tourwinnaar Laurent Fignon, de Portugees Acacio Da Silva, een jonge Moreno Argentin en Waalse god Claude Criquielion, gehuld in de wereldkampioenentrui.
‘Criq’ voelt die dag zijn benen niet. Op de 2e beklimming van de Muur van Hoei overbrugt hij samen met Argentin de kloof naar koploper Lieckens; op 20 kilometer van het einde gebruikt hij de Côte de Gives als springplank. In stomende vaart dendert hij solo naar Hoei. In 1985 is de streep van de Waalse Pijl voor het eerst bovenop de Muur van Hoei getrokken. Op de flanken wordt de massa dol. De radio maakt hen warm voor de komst van hun chouchou. Vanaf de rotonde bolt hij de Citadel op, de stevige voorloper van de Muur. Rechts draaien, zwoegen op de 1e meters, kapelletjes die voorbij flitsen. Scherp naar links, door een tunnel van geraas.
Op de top, vlakbij de kerk, heeft Criquielion uiteindelijk bijna 2 minuten voorsprong op Moreno Argentin. In 1989 houdt hij die ultieme demarrage langer op zak. In de bocht waar nu zijn monument prijkt, dwingt hij de Nederlander Steven Rooks slim naar de hypersteile binnenkant. In de buitenbocht springt Criquielion er met forse snokken vandoor. Voor ‘Claudy’ ligt de wielerhemel voorgoed in Hoei.
Waalse Pijl 2001 – Rik Verbrugghe
Zwarte kousen – opvallend in een peloton van witte sokjes. 2 rode strepen in de witte worstenhelm, assorti bij zijn helrode Lotto-shirt. In het voorjaar van 2001 beleeft de 26-jarige Rik Verbrugghe, in dienst bij Lotto-Adecco, de hoogdagen van zijn carrière. Elk detail klopt, tot zijn outfit toe. Wanneer Verbrugghe op 10 kilometer van de Muur van Hoei alleen op zoek gaat naar een groep vluchters, weten de favorieten in het peloton meteen hoe laat het is. In het Internationaal Wegcriterium eerder die maand had Verbrugghe verschroeiend uitgehaald door een rit in lijn en de afsluitende tijdrit te kapen. Zijn blakende vorm trekt hij door naar de Waalse Pijl.
Verbrugghe zet er de beuk in. Achter hem kraakt het. Dekker moet de rol lossen. Ivan Basso, Jörg Jaksche en Cesar Solaun Solana zoeken vergeefs naar een geschikte versnelling. Ze moeten voortdurend een gaatje laten op de locomotief die schijnbaar onvermoeibaar voor hen rijdt. 1 lengte wordt 2 lengtes en 2 lengtes worden er 3. Op de grote molen slingert Verbrugghe zich de bochten naar boven. Met de tong uit de mond kijkt Basso verbijsterd toe. Het lijkt een koud kunstje, hoe Rik Verbrugghe die dag de mooiste zege uit zijn carrière binnenrijft.
Een maand later zet Verbrugghe in Pescara de snelste proloog neer die ooit in de Giro gereden werd. Zoef: 7,6 kilometer aan een gemiddelde van net 59 kilometer per uur. Later dat jaar wint hij in Lavaur een rit in de Tour. De jaren daarop blijkt Verbrugghe dan toch geen veelwinnaar. Geen erg, zijn wonderjaar 2001 pakken ze hem niet meer af.
Waalse Pijl 2006 – Alejandro Valverde
In elk kopje stapelt de nervositeit zich op. Na een razend snelle wedstrijd, aan een gemiddelde van om en bij de 44 km/h geven de favorieten elkaar in volle finale geen duimbreed toe. Wat volgt is een spervuur aan pogingen. Tandje zwaarder, even loensen, renner in het wiel. Bettini slalomt rond een wagen. Sinkewitz probeert het vanop de kop. Valverde tracht te profiteren van een luw moment. Tevergeefs. De Muur van Hoei mag opnieuw als scherprechter fungeren.
Tot Björn Leukemans vertrekt in zijn eigengereide stijl. Vanuit de tweede rij, met het mes tussen de tanden. Alleen is zijn voorsprong nooit comfortabel genoeg. Aan de voet van de slotklim dendert een uitgedund peloton over hem heen. Op de steile pentes kijkt het kransje van potentiële winnaars elkaar opnieuw het wit uit de ogen. Bettini en Di Luca zakken langzaam weg. Met vier-op-een-rij ploeteren Fränk Schleck, Karsten Kroon, Samuel Sanchez en Alejandro Valverde naar de laatste lijn. Helder denkend schakelt Valverde even terug, maalt de pedalen rond en slaat net voor het stukje vals plat naar de finish een klein kloofje. Na de Waalse Pijl volgt een paar dagen later ook winst in Luik.
Valverde tekent in 2006 voor een 1e van een kwartet zeges in Hoei. Toch duurt het tot 2014 en 2015, tot na zijn schorsing in de dopingzaak rond Eufemiano Fuentes (2010-2012), dat hij Hoei opnieuw eer betoont. In 2014 zelfs met de snelste tijd over de klim, gemeten over de laatste kilometer: gem. 22,5 km/h. Hij is daarmee 3 seconden sneller dan ene Philippe Gilbert.
Waalse Pijl 2011 – Philippe Gilbert
Hoei, voor 1 dag de Vurige Stede. Het gejoel dat opstijgt vanop de Chemin des Chapelles is oorverdovend. Het klinkt Philippe Gilbert als Sclessin, het stadion van Standard de Liège, in de oren. In een pre-zomerse hitte staat de weg naar de tennisclub van Hoei en het attractiepark Mont Mosan al een hele woensdagmiddag volgepakt. Met elke slok bier groeit de hoop. Na winst in de Brabantse Pijl en de Amstel Gold Race is Gilbert dé topfavoriet om de Muur van Hoei als eerste te bedwingen.
In 2011 heeft Gilbert geen enkele moeite met die favorietenrol. Elke wedstrijd waar hij zijn zinnen op zet – van de Strade Bianche tot ritwinst én geel in de Tour – valt aan hem ten prooi. In de cruciale s-bocht neemt hij handig de buitenkant. Vanachter de rug van Christophe Le Mével ligt de weg in Hoei opeens mooi open. Met elke meter die hij verder afstand neemt, stijgt het gejuich mee ten top. De tegenstand zit in het zadel en kijkt ernaar. Rodriguez, Samuel Sanchez, de broers Schleck,…. Het lijken wel kegeltjes, waar Gilbert in zijn vreugdedansje vrolijk rond dribbelt. Op de top schreeuwen 10-tallen kelen zich schor. Met een handgebaar dirigeert Gilbert het koor.
Als triomfator in Luik-Bastenaken-Luik, waar hij geen partij heeft aan Andy en Fränk Schleck, realiseert Gilbert in 2011 een opmerkelijk klavertjevier. Hij is de eerste renner die daarin slaagt. Dat seizoen boekt hij niet minder dan 19 ronkende overwinningen.
Tour de France 2015 – Joaquim Rodriguez
Wat een feest had moeten worden, vervalt al snel in doffe ellende. Een valpartij ter hoogte van Aarschot zet de Belgische Touretappe van Antwerpen naar Hoei op zijn kop. William Bonnet, Simon Gerrans, witte trui Tom Dumoulin en gele trui Fabian Cancellara zijn de voornaamste slachtoffers van de massale tuimelperte. Op de Muur van Hoei, het voorziene eind- en orgelpunt, krijgt de rit alsnog glans. Joaquim Rodriguez ontpopt zich andermaal tot een begenadigd muurklimmer. En dat op het speelterrein van Alejandro Valverde, de man die er in 2014 en 2015 de Waalse Pijl wint.
Bulkend van woede en frustratie grijpt Rodriguez in de herfst van 2013 de Ronde van Lombardije aan om 1 en ander recht te zetten. Het linkeballen van Valverde tijdens het jongste WK in Firenze zit hem hoog. Dat Valverde niet meespringt in het wiel van zijn Movistar-ploegmaat Rui Costa, wanneer die de achtervolging op hem inzet, zit Rodriguez bijzonder hoog. Met winst in Lombardije haalt hij een 1e maal zijn gram.
De rivaliteit tussen beiden blijft ook de seizoenen daarop doorspelen. Op de Muur van Hoei, een klim die Rodriguez op het compacte lijf geschreven lijkt, slaagde Purito er pas in 2012 in om voor het eerst te zegevieren. Vervolgens: 6e in 2013, 70e in 2014, 4e in 2015. Lijdzaam moet hij toekijken hoe Valverde zich 2 jaar op rij tot koning van Hoei kroont. Op die brandstof knalt Rodriguez op 6 juli 2015 de waanzinnige weg op. Valverde? Die finisht pas als 11e. Hij rijdt op dat moment nog in dienst van Nairo Quintana. Winnen én Valverde voorblijven. Dubbele winst, besluit Purito.
Fotomateriaal: Davy De Blieck.