“Schotte is niet meer de laatste der Flandriens: men heeft er een andere ontdekt: Roger Wyckstandt, winnaar van de Ronde van België voor onafhankelijken!” Woorden opgetekend door SportClub-journalist Marc Jeuniau in de loop van 1953 , op een moment dat Briek nog actief is als renner maar aan een minder seizoen toe is. Voorwaar een opmerkelijke uitspraak, die wij graag aan het Bakkertje van Aalter zelf voorlegden. Was hij en niet Briek écht de laatste der Flandriens?
Roger Wyckstandt (°1931) begint op 15-jarige leeftijd met koersen. Aangestoken door een paar renners uit de buurt waagt hij zijn kans bij de zogenaamde onderbeginnelingen. Daar toont Wyckstandt voor het eerst zijn sterkste eigenschap: hard rijden, zonder ommezien, maar niet meteen in de meest elegante stijl. Trainen doet Roger dagelijks. Als bakkersknecht doorkruist hij immers iedere dag zijn geboortedorp Aalter, met inbegrip van de vele kasseibanen en oplopende stukken. Op een zware bakkersfiets die gevuld met brood makkelijk meer dan 20 kg weegt.
Eenmaal aan de slag bij de liefhebbers, gaat het snel voor Roger. De bakkersknecht pakt in het seizoen 1950 in totaal 33.000 frank aan prijzengeld en eindigt in zowat elke koers binnen de top 5. Frans De Vleeschouwer, voormalig secretaris van zijn supportersclub: “De kranten schreven alleen maar over mannen als Martin Van Geneugden, Jef Schils en André Noyelle. Renners met een goeie spurt in de benen, iets wat mankeerde bij Roger. Wyckstandtje had echt kracht te over en kon zich nooit inhouden, net als Briek Schotte. Briek koerste ook altijd, als het koud of warm was, of als het regende. En Roger zat net zoals Briek schots en scheef op zijn fiets.”
Zweedse koffers
Een 6e plek in de Ronde van België voor liefhebbers is 1 van de hoogtepunten van Roger in het seizoen 1950. Enkele weken later pakt Wyckstandt in Oosteeklo de bloemen, ondanks een povere start. Dat zat zo: nadat de bakkersknecht ‘s morgens zijn broodronde had afgewerkt – geassisteerd door een aantal enthousiaste supporters – trok hij met een klein gevolg op de fiets naar Oosteeklo, ruim 30 kilometer vanuit Aalter. Eenmaal aangekomen werkt Wyckstandt een halve kip naar binnen. Pas nadat de kip niet meer zo zwaar op de maag ligt, trekt Roger alle registers open. Hij springt naar de kopgroep, laat hen ter plekke en soleert naar de zege. Dat Roger de goede form te pakken heeft, blijkt ook tijdens de Ronde van Zweden: “Daar gingen we met de vlieger naartoe, een heel avontuur!”
Roger trekt met 1 koffer naar het Noorden, en keert terug met een 4-tal exemplaren: “Allemaal gewonnen naturaprijzen, geldprijzen waren er niet”. Wyckstandt staat zijn mannetje en wordt 1e buitenlander in de einduitslag. Op het vliegveld wordt Roger opgewacht door zijn moeder, die voor de gelegenheid mee kon rijden met Rogers fietsenmaker en oud-renner Urbain Anseeuw, in Aalter 1 van de weinige bezitters van een auto in die tijd.
Uitblinker in de Ardennen
In 1951 en 1952 vervult Roger zijn dienstplicht. Bij ‘den troep’ krijgt hij de kans om zijn conditie te onderhouden. 2 tot 3 keer per week fietst Roger vanuit de kazerne in Antwerpen naar Aalter en terug. Telkens via Deinze, want daar diende Roger een poststempel te gaan ophalen, ten teken dat hij wel degelijk aan het trainen was. Eenmaal verlost van het leger koerst Wyckstandt als onafhankelijke bij Groene Leeuw. Hij debuteert meteen sterk met een 3e plaats in de Omloop Het Volk. Maar het is vooral in Waalse koersen dat Roger uitblinkt: met Luik-Brussel-Luik wint de Aalterse bakkersknecht zowaar een klassieker. Dat de Ardennen zijn favoriete speelterrein zijn, blijkt uit de Ronde van België in 1953. In een reportage in het weekblad ‘SportClub’ rijdt Roger op zowat iedere foto in de Ardense heuvels aan kop. In een weinig flatterende stijl, dat wel: “Wyckstandt brutaliseert zijn fiets, maakt zich zenuwachtig, vloekt en roept en staat steeds recht op de pedalen. Hij lijkt op Félicien Vervaecke. Roger kan ook gemakkelijk recupereren en is enorm wilskrachtig.”
Ondanks een aantal tegenslagen, pakt hij de eindzege in de Ronde van België. Na afloop wikt en weegt journalist Marc Jeuniau de slaagkansen van de meest opvallende namen uit die Ronde voor het grotere werk, genre Tour de France. Jeuniau suggereert een “langzame opwaartse weg” met deelnames aan een Ronde van Zwitserland of de Dauphiné. “Wyckstandt zou er vlugger kunnen op vooruitgaan vermits hij reeds deelnam aan het Criterium der Zes Provincies.”
Met de nachttrein naar Lyon
Wyckstandt mag dan wel de Ronde van België gewonnen hebben, het is vooral in de Omloop der Zes Provincies dat hij hoge ogen gooide. Voor die Franse rittenkoers, voorbehouden voor jonge beroepsrenners en verreden met nationale selecties, is Roger in eerste instantie niet geselecteerd. Zijn dat wel: Van Geneugden, Plas, Zagers, De Bruyne, Brankart en Adriaenssens. Bij aankomst in Frankrijk krijgt ploegleider Sylvère Maes te horen dat zijn ploeg eigenlijk nog recht heeft op een 7e man. In allerijl wordt Wyckstandt dan maar per nachttrein ontboden naar Lyon. Roger voelt zich meteen in zijn sas op het heuvelachtige parcours en staat na de 3e etappe zowaar aan de leiding. De ploeg staat echter volledig in dienst van Jean Adriaenssens, waardoor Wyckstandt te weinig steunt krijgt om zijn koppositie te verdedigen. Wyckstandt wordt uiteindelijk 2e, na Adriaenssens. Jaren later liet Sylvère Maes tijdens een toevallige ontmoeting met Frans De Vleeschouwer, supporter nummer 1 en secretaris van de supportersclub, vallen dat hij nog nooit een renner zoals Wyckstandt had gezien. “Roger kon alles winnen. Maar ja, het kopje, hé.”
Roggebrood & boterkoeken
Als prof draait het niet meer zoals vroeger. Zijn temperament en weinig beredeneerde manier van koersen resulteren niet meer in opvallende prestaties. Roger is intussen getrouwd met de dochter van de bakker waar hij als knecht werkt en wordt verder ‘gekneed’ om de bakkerij op termijn over te nemen. Eind jaren ’50 houdt Wyckstandt het wielrennen voor bekeken. Als bakker verwerft hij een nieuwe reputatie. Niet langer als de opvolger van Briek Schotte maar wel op het gebied van… zelf gebakken roggebrood en boterkoeken. In de bakkerij komt een hoekje waar je actiefoto’s en bloementuilen van Roger kan bewonderen. ‘Bakkertje Wyckstandt’ maakt nog een comeback bij de liefhebbers, maar Briek Schotte naar de kroon steken kan dan al lang niet meer.
“Indien Roger in de hoogste categorie blijk zou geven van een zelfde punch als bij de onafhankelijken, kan hij een even mooie erelijst als deze van Briek Schotte bijeen rijden. Zijn moed en recuperatievermogen zouden hem in elk geval moeten toelaten te schitteren in de Ronde van Frankrijk. In hem bezitten wij beslist een toekomstige kampioen. Zijn loopbaan moge gelijken op deze van Schotte, of van Vervaecke.”
Helaas voor Roger wordt deze voorspelling uit 1953 nooit werkelijkheid. En zo blijft Briek de laatste der Flandriens…
Met dank aan Etienne Van Eeghem, Roger Wyckstandt, Frans De Vleeschouwer
Fotomateriaal: Etienne Van Eeghem, Wielermuseum Roeselare