Er bestaan nog zekerheden in het peloton… 1 van die zekerheden is dat het Duitse krachthonk Andre Greipel in zowat iedere grote ronde die hij betwist een ritzege meepikt. In de Giro is het al zover na etappe 2. In Tortoli, op Sardinië, tortelden de Lotto Soudal-kornuiten als duifjes rond hun speerpunt, Sterke Dré. Ze wisten met hun blijdschap geen blijf.
“Eindelijk”, moeten Sergeant en Frison gedacht hebben. “Eindelijk lukt het om Lotto Soudal weer op de kaart te zetten, na een voorjaar vol kommer en kwel. Geen enkele voorjaarspattriot kon de Lottoballetjes richting klassieke winst laten rollen, maar de bijna 35-jarige Greipel won wel het grote lot. Wat moet het Het moet een machtig gevoel zijn om op gezegende leeftijd sprintgoudhaantjes als Caleb Ewan en Fernando Gaviria het nakijken te geven. Zoals Sven Nys die op zijn 40e Van Aert nog wist te kloppen in Koksijde. Of zoals Gilbert Duclos-Lasalle, die op spreekwoordelijke wandelstokken rondreed toen hij Franco Ballerini versloeg op de piste in Roubaix. De kinderlijke blijheid van een door de wol geverfde krijger.
Camouflage?
Greipel was trouwens ook sneller dan… ‘een’ Ferrari, die op stek 2 landde. Als je dat kan zeggen, is je carrière geslaagd. Het moet zijn dat de donderspeech na rit 1 bijzonder indrukwekkend was. Greipel zat toen geïsoleerd, taken werden niet uitgevoerd, de jongens zaten niet op hun plaats… maar werden ‘s avonds wel op hun plaats gezet door een geërgerde ploegleiding. De Duitser kennende zal ook hij wel zijn stevig zegje gedaan hebben. Het werkte… Greipel neemt trouwens ook de roze trui over, een lekker bonusje. Of hoe je op 24 uren tijd kan evolueren van het Duitse ‘leider’ (helaas) naar de onbetwiste leider van het klassement.
Is deze overwinning nu de klinkende revanche voor een toch wel mislukte klassieke periode? Deels wel, deels niet. Het zal ongetwijfeld deugd doen en het ‘we-tellen-nog-mee-gevoel’ aanwakkeren. Een prestigieuze overwinning in de Giro is dan ook niet niks. En toch kan je niet alles camoufleren achter de brede torso van Greipel. Gek genoeg was Greipel zelf de meest opvallende Lotto-strijder in het voorjaarsgewoel, met onder meer zijn immer aanwezige dadendrang in de Ronde. Zijn aanwezigheid in de kop van de koers… bleek een sprong in het niets. Achter hem kwam er nagenoeg niemand. Geen Roelandts, geen Benoot, geen Debusschere… Er was wat pech mee gemoeid, maar vooral de conditie bleek een mager beestje. En dat voor een ploeg die de jaren voorheen met Debusschere, Wallays en Benoot toch enkele keren stevig had uitgepakt. Het jaar van de bevestiging… werd het jaar van de ontgoocheling. On-Lotto, zo afwezig…
Vers bloed?
Lotto Soudal zal moeten inzetten op verbetering en verjonging om de huidige klassieke bloedarmoede op te vangen. Benoot komt er wel door, maar op Jurgen Roelandts, Jens Debusschere en Jelle Wallays kan je onmogelijk verder bouwen op lange termijn. Ook Tony Gallopin en Tim Wellens brengen voorlopig te weinig in de belangrijkste eendagswedstrijden. Een toekomstige topper aan de haak slaan is niet simpel, maar er zijn misschien wel opties. Oliver Naesen kan niet omdat hij zijn contract bij AG2R heeft opengebroken, jammer. Misschien eens gaan voor een Yves Lampaert, die meer kan dan knechten voor Quick-Step Floors. Een herboren Guillaume Van Keirsbulck? De Nederlander Dylan Van Baarle die knap presteerde in Vlaanderen? De Oostenrijker Pöstlberger die in de Giro won, maar ook nadrukkelijk meedeed op de kasseien?
De wraak van Greipel smaakt zoet, maar het maagzuur van het voorjaar is nog niet verteerd…