10e in Ronse, 8e in Kruibeke, 4e in Ardooie, 7e in Boom en zondag nog 24e in de wereldbeker van Koksijde. Het gaat verrassend goed met de Oost-Vlaamse Kim Van de Steene (31, Tarteletto-Isorex) uit Zomergem en dat is ook bondscoach Sven Vanthourenhout niet ontgaan. Hij selecteerde Van de Steene voor het EK, maar die bedankte gewoon. “Ik moet voor de kindjes zorgen”, zegt ze.
Kim, ben je verrast met je prestaties van de voorbije weken?
Kim Van de Steene: “Ik had zelf gemikt op zoveel mogelijk top 10-plaatsen, maar veel beter dan ene 10e plaats had ik niet voor mogelijk gehouden. Vorige winter werd ik dikwijls 12 of 13e, soms eens 15e. Slechts 2 keer reed ik toen bij de beste 10. Al wist ik wel dat ik nu sterker voor de dag zou komen.”
Wat zijn je specialiteiten?
Kim Van de Steene: “Geef mij maar zware crossen, niet te veel snelheid. Ik hou van modder met wat lopen erin. Trappen en heuvels op, dat lukt me goed met de fiets op de rug.”
Hoe komt het dat je pas op je 31e meer op de radar komt?
Kim Van de Steene: “Ik wilde al op mijn 16e gaan veldrijden, maar mijn ouders stelden dat uit tot mijn 18 jaar, vervolgens tot mijn 21e en dan mocht het plots pas als ik het huis uit was. Dan mocht ik doen wat ik wilde, maar van hen mocht ik niet. Ze waren te bezorgd, hadden schrik dat ik me zou blesseren en aangezien ik dan voor een deel zelfstandig thuis werkte op de boerderij zou dat problemen geven. Op mijn 25e ben ik dan getrouwd, in 2012 was dat. Dat was in april en in juni kocht ik mijn 1e koers/crossfiets gekocht. Hts ging dan snel met winst in een B-cross dan in september.”
“Na een paar wedstrijden op lager niveau wilde ik me meten tussen de groten. Op de Koppenberg werd ik helaas gedubbeld. Niet onlogisch, want ik was redelijk nieuw en had nauwelijks getraind. Het daaropvolgende seizoen werd ik zwanger van Jonas en ik ben in juni 2014 bevallen met een keizersnede. In augustus zat ik al terug op de fiets en in september zonder veel voorbereiding aan de winter 2014-2015 begonnen. Op het einde van dat seizoen werd ik zwanger van Roselien. Ik beviel in november, waardoor crossen die winter geen optie was. Het moment was dan gekomen om eens te checken hoe ver ik daadwerkelijk kon komen. Als het zou meevallen, zou ik ermee voortdoen, dat was het plan. Het viel ook mee en vorig jaar ben ik de trainingen gaan opvoeren. Dit jaar is het de 1e keer dat ik veel getraind heb, eigenlijk mijn 1e deftige voorbereiding ooit. Daarom loopt het nu zo goed”
Je mag mee naar het EK in Tábor, maar je blijft liever thuis. Waarom?
Kim Van de Steene: “Nadat de kids er waren, hadden mijn man en ik beslist dat ik gemiddeld elk weekend 1 cross zou rijden en zonder overnachtingen – op uitzondering van EK en WK dichtbij. Elders zou ik passen, want dan zou ik veel weg zijn van huis, met stages, wereldbekers, EK,…. Dat is praktisch bijna niet haalbaar aangezien ik er tijdens de week altijd ben voor de kids. Mijn man werkt lange dagen, en in het weekend zijn we dan eens samen met ons 4’tjes. Mijn gezin is gewoon veruit het allerbelangrijkste in mijn leven, dat gaat voor op alles.”
Hoe belangrijk is veldrijden dan in je leven?
Kim Van de Steene: “Veldrijden was heel lang mijn kinderdroom, maar pas na 9 jaar wachten kon ik ermee beginnen. De goesting was zeer groot, maar we wilden héél raag kindjes. Ik heb echt superveel plezier aan mijn sport, ben er in mijn hoofd alle dagen mee bezig, denk na over trainingen en zo. Het is een leuke uitdaging en eigenlijk is het ook heel belangrijk in mijn leven. Ik voel me immers supergoed als ik sport. En het geeft ook zelfvertrouwen als het goed gaat.”
Wat doe je van werk en is het combineerbaar met de cross?
Kim Van de Steene: “Vroeger werkte ik als logistiek assistente deeltijds in het ziekenhuis. Van half 8 tot 4, 1 op 2 weekends en jaar in jaar uit stond ik alle dagen – 7 op 7 – om half 5 op om voor het werk koeien te melken. Ook elke avond, soms moest ik ‘s nachts koeien helpen die kalfden. Dat combineerde ik tot april 2016, dan waren onze kids bijna 2 jaar en 5 maanden. Toen besefte ik dat het te zwaar was, de situatie op de boerderij zorgde er de laatste jaren voor dat het mentaal heel zwaar was. Mijn energie was op en ik wou er niet onderdoor gaan, dus toen moest ik een heel moeilijke beslissing nemen om uit het melkveebedrijf van mijn ouders te stappen. Dat was moeilijk omdat het ook mijn kinderdroom was om boerin te worden.”
“Na 10 jaar werken is dat dus niet gelukt. In het ziekenhuis kwam er ook een job vrij met uren die me beter toelieten om zelf voor de kinderen te kunnen zorgen, hen naar school te brengen en te halen. Momenteel werk ik elke weekdag van 9 tot 13 uur in het ziekenhuis. Ik loop er constant rond met patiënten in rolstoel of bed om hen van kamer naar dokter of operatiezaal te brengen. Dat is dus 4 uur wandelen. Daarbij ben ik nog een deel zelfstandig, ik heb mijn eigen zorg- en kinderboerderij voor mensen met een beperking en en organiseer op weeknamiddagen verjaardagsfeestjes voor kinderen. Dat is perfect combineerbaar. Zo kan ik op dinsdag- en donderdagnamiddag tussen 13 en 16 uur trainen en elke dag 2 uurtjes losfietsen naar werk-school-opvang met de fietskar. Ik zou wel meer willen trainen, en dus ga ik de boerderij de komende jaren wat beperken. Nu wil ik nog een paar jaar alles op het veldrijden zetten!”
Fotomateriaal: Kristel Van Gilst.