Jongeren zijn de toekomst, een uitspraak die ze bij de Belgische wielerbond als geen ander kunnen bevestigen. Terwijl de Belgische profs in 2017 van de ene naar de andere knalprestatie fietsten, werden in de vele wielerclubs hun opvolgers reeds klaargestoomd. “We doen het heel goed, maar we moeten steeds blijven vernieuwen”, beseft ook KBWB-voorzitter Tom Van Damme. 5 vragen, 5 antwoorden.
Hoe doet de jeugdwerking het momenteel ?
Tom Van Damme: “De Belgische wielersport heeft een hele brede basis waar ook de jeugd op kan terugvallen. Ik denk maar aan de federatie met alle coaches, Belgian Cycling, FCWB, Cycling Vlaanderen en de talloze clubs. We proberen een zo goed mogelijke omkadering neer te zetten en als je dan ziet hoeveel medailles en ereplaatsen daaruit voortkomen, kunnen we alleen maar heel fier zijn. Niveau is het belangrijkste. Jeugdopleidingen zijn alsmaar professioneler getint en zo hoort het ook. Enkel zo kunnen de jonge renners in competitie gaan met de grote internationale toppers en kunnen wij hen proberen goed te laten presteren op de internationale kampioenschappen.”
Hoe is de jeugd geëvolueerd de afgelopen jaren?
Tom Van Damme: “Vooral de clubs zijn er de laatste jaren sterk en snel op vooruitgegaan. Er wordt heel gedegen met de renners gewerkt, in samenwerking trouwens met alle andere instanties. Dat uit zich vooral in het samenwerken met heel professioneel ingestelde mensen. Ook de jeugd zelf is daar vragende partij voor geweest en dat is maar goed ook. Bij Belgian Cycling hebben we daar natuurlijk een voorbeeldfunctie in. Er is dan ook een nieuwe en bovendien verjongde staff aangesteld om de jeugd zo goed mogelijk te laten presteren. Het wielrennen wordt steeds internationaler, wat wil zeggen dat het niveau ook steeds groeit, er meer talent is. Het is de uitdaging van Belgian Cycling om ook het Belgische wielrennen daarin te laten meegroeien.”
Hoe verhoudt België zich vandaag tegenover andere landen?
Tom Van Damme: “Wij zijn momenteel de 1e natie op de weg bij de heren, en bij de dames klimmen we gestaag. Ook in het veldrijden zijn we de beste natie en in een aantal disciplines op de piste en in het trial doen we het ook bijzonder goed. Voor een klein land met een klein aantal inwoners doen we het eigenlijk fantastisch. Door de opkomende internationalisering wordt het een mooie uitdaging om onze positie vast te houden.”
Zijn er zorgenkindjes tussen de disciplines?
Tom Van Damme: “Er zijn altijd zorgenkindjes. Als je bijvoorbeeld het mountainbiken bekijkt, hebben we absoluut talent dat het goed gedaan heeft op de Olympische Spelen. Dit jaar was het wat prestaties betreft aanzienlijk minder. Ik denk dat er meer en harder gewerkt moet worden, maar hun coach Filip Meirhaeghe zal de 1e zijn om dat te beamen. Zonder werkkracht, discipline, doorzettingsvermogen en tomeloze ambitie lukt het niet. Het is voor die jongens 5 voor 12, maar zij weten dat ook en ik ben ervan overtuigd dat ze die opdracht zullen aangaan en zich terug op het voorplan zullen vechten.”
Hoe ver staat het met de plannen om het WK naar België te halen in 2020 of 2021?
Tom Van Damme: “De bal ligt niet meer in ons kamp. We zijn nog steeds vragende partij voor een kampioenschap, liefst een WK, maar we kunnen dat niet alleen. Het is ondertussen al van 2002 geleden en als vooraanstaande wielernatie vinden wij een WK hier zeker thuishoren. Het financieel risico op zulke evenementen is gigantisch en moet mee gedragen worden door de overheid. Zij zal daarin het voortouw moeten nemen. Daar wordt binnenkort uitspraak over gedaan. Als het niet zou doorgaan moeten we ons gewoon focussen op de volgende plannen, zoals bijvoorbeeld de kandidatuur van het WK cyclocross 2021. Of waarom niet eens een WK mountainbike, al zullen er daarvoor wel eerst een aantal renners van hoog niveau nodig zijn die daar als vaandeldrager van hun sport kunnen fungeren. Dit idee kan misschien zelfs de motivatie opwekken bij de mountainbikers, wie weet.”
Fotomateriaal: Belgian Cycling.