In Loenhout zijn schouder uit de kom en ondertussen ook bloedwaarden die naar het Epstein Barr-virus wijzen. Maar Lars van der Haar zoekt geen excuses voor zijn iets mindere vorm. De Nederlander van Telenet Fidea Lions kijkt niet zozeer naar het NK van half januari, maar het WK op ‘zijn’ Cauberg staat natuurlijk met een grote bol in zijn agenda. Benieuwd wat dat gaat worden, want intussen is Van der Haar er even tussenuit om rust te nemen.
Het is al aardig donker in Diegem wanneer we Lars van der Haar opzoeken in de camper. De kleine Woudenberger is op zoek naar zijn beste fysieke vorm. Dat hij daar nog een eind van af zit, liet bijvoorbeeld zijn wedstrijd in Diegem zien, waar hij vooraf zijn 3e plaats in het tussenklassement wilde veiligstellen. Dat mislukte compleet, waardoor hij zijn ploegmaat Toon Aerts wel héél dicht ziet naderen. “Misschien was het een betere beslissing geweest voor mijn schouder om daar niet te rijden, maar wie niet waagt niet wint”, stelde hij vooraf. “Zolang ik op de fiets blijf, kan er weinig mee mislopen.”
En ook dat Eppstein-Bar-virus, dat zou kunnen lijden tot klierkoorts, is/was in de ogen van Van der Haar niets bijzonders. “Het zou al terug weg moeten zijn”, stelde hij in Diegem. “Maar intussen is hij met zijn vriendin en renster Lucy Garner naar Spanje om even op adem te komen. “Ik had de voorbije weken wel wat tegenslag met van alles, dus ik wil niet te snel conclusies trekken. Sowieso is het geen klierkoorts.” Hij zou pas terug in het veld keren op het Nederlands kampioenschap….
Plannetje tegen Mathieu
In de klassementen doet Van der Haar het behoorlijk goed achter de 2 grote tenoren. “De basis heb ik gelegd in de maanden september tot eind november. Na het EK lagen de crossen mij wel wat minder, maar ik reed nog wel behoorlijke uitslagen. Het is achteruit beginnen gaan na mijn terugkeer van stage in Mallorca, begin december. Misschien speelden die bloedwaardes een rol of was de vorm gewoon wat minder. Je hoeft het vaak niet te ver te gaan zoeken. De meeste crossen lukken wel omdat ik doorgaans goed kan starten, maar ik kan momenteel niets extra’s. Zeker niet in vergelijking met het begin van het seizoen.”
Op het NK moeten we Van der Haar niet meteen verwachten. Of smeed hij toch nog een plannetje? “Zeker door de suprematie van Mathieu van der Poel heb ik daar geen hoge verwachtingen, maar in principe is het NK voor mij nooit echt een doel. Zeker niet nu het WK dit jaar op de Cauberg wordt verreden, dat is mijn enige doel voor deze winter. Op het NK kan ik misschien samen met mijn ploegmaat Corné van Kessel proberen om Mathieu iets in de weg te leggen. Als het een zware wedstrijd wordt met veel lopen, dan is Corné in het voordeel. Dan kan ik hem misschien in een goeie positie uitspelen door een gaatje te laten vallen of om hem zo fris mogelijk bij Mathieu te brengen. En als het een snelle cross wordt, zal het meer iets voor mij zijn – al moeten we afwachten of ik mijn beste vorm tegen dan al terug heb.
Kopje
“Bij het begin van het winterseizoen heb ik het WK als doel gesteld, maar we moeten de komende weken bekijken of ik dat als doel kan blijven ambiëren of dat ik toch zal moeten bijsturen. Van der Poel zal torenhoog favoriet zijn, dat lijkt me wel duidelijk. Het is wel aardig dat Niels Albert zegt dat ik daar ga winnen. Als er iemand is die weet hoe wereldkampioen te worden na een mindere periode, dan is hij het wel. Op dit moment ben ik geen favoriet, maar op een WK is uiteindelijk alles mogelijk. Het kan een voordeel zijn dat ik nu wat minder ben, maar ik moet hier wel nog uit geraken. Het kan ook in je kopje gaan spelen en dan gaat het ook 5 procent minder snel.”
Tot hiertoe stelde Van der Haar wel tevreden te zijn over zijn seizoen. “Ik heb in het verleden nog nooit zo’n lange reeks van podiums gereden en ik ben ook de enige die in een klassementscross Mathieu en Wout heeft geklopt (DVV Trofee in Ronse, red). Dat vind ik wel bijzonder. Normaal komen er straks ook parcours aan die mij op het lijf zijn geschreven. Ik ben niet de grootste ploeteraar van het peloton, dus moet ik het hebben van de ‘fietsbare’ wedstrijden.”
Fotomateriaal: Davy De Blieck.