In december dook plots een Namibiër op tijdens de wereldbekermanche veldrijden op de Citadel van Namen. Hoe, wie, wat, waar? WielerVerhaal trok op onderzoek en wist de enige echte Till Drobisch (24) te strikken voor een interview.
Till, om te beginnen, hoe ziet het wielerlandschap in Namibië eruit?
Till Drobisch: “Vrij klein, maar dat is redelijk logisch gezien we slechts 2 miljoen inwoners hebben. Die zijn bovendien verspreid over een groot land, dus alles wat je doet zal minder deelnemers hebben dan in Europa. Het groeit echter wel, vooral de mountainbikediscipline Cross Country heeft zich de afgelopen jaren enorm ontwikkeld met veel nieuwe paden rond de hoofdstad Windhoek. En er worden veel nieuwe races georganiseerd, waaronder een C1 XCO-race in maart. Er zijn niet veel renners die het tot prof geschopt hebben, maar we hebben wel een paar bekende renners op de weg en in het mountainbike gehad die ook aan de Olympische Spelen hebben deelgenomen: Erik Hoffmann en Dan Craven op de weg en Mannie Heymans en Marc Bassingthwaighte in het mountainbike, bijvoorbeeld. En er zijn altijd wel een paar opkomende talenten die meedoen in Zuid-Afrika en/of Europa. Het is echt verbazingwekkend wat de Namibian Cycling Federation op dat vlak heeft bereikt met de weinige middelen die ze voor handen hebben. Er is wel een kanttekening: we hebben absoluut geen cyclocross in Namibië. De meeste fietsers weten waarschijnlijk niet eens wat het is. Ook voor mij was het in het begin heel vreemd, maar ik geniet er nu erg van, wat een beetje vreemd is, omdat ik vooral goed weer gewend ben en niet echt geniet van koud en nat weer.
Till Drobisch: “Ik heb nog steeds het gevoel dat Namibië mijn thuis is omdat mijn ouders daar nog steeds wonen en ik altijd graag terugkom, maar tijdens het seizoen woon ik in Frankfurt, Duitsland. We spreken thuis Duits, want Namibië was vroeger een Duitse kolonie en mijn vader is een Duitser. Dus Duitsland was ergens wel een voor de hand liggende keuze voor mij. Helaas lukt het me deze dagen maar gemiddeld ongeveer 1 maand per jaar om naar huis te keren.”
Je reed voor het Duitse continentale wegteam Christina Jewelry, maar daar ben je gestopt….
Till Drobisch: “Klopt, op het einde van 2016 realiseerde ik me dat ik na 5 jaar koersen het plezier verloren was en dus besloot ik over te schakelen op Cross Country en veldrijden. Ik ging bij het kleine amateurteam Radsport 360 Racing Team, dat gevestigd is in de buurt van Frankfurt. Ik heb nog nooit zo veel van het fietsen genoten als nu. We nemen meestal alleen deel aan de lokale races, maar sommigen van ons hebben reden ook in de wereldbekermanches en zelfs op het WK. Ik heb zelf deelgenomen aan het WK Marathon in Singen en de wereldbeker in Albstadt. Na 5 jaar proberen om prof te worden op de weg, was ik tot de conclusie gekomen dat het niet echt is wat ik wil. Ik ben begonnen met studies sportwetenschappen in Frankfurt en vind het echt leuk om weer mijn brein wat aan te wakkeren. Ik heb daarnaast ook een kleine bijbaan in een plaatselijke fietsenwinkel.”
Wat type biker ben je eigenlijk?
Till Drobisch: “Ik was vroeger een klimmer, hoe langer en steiler de beklimmingen, hoe beter. In 2017 heb ik mijn beste resultaten behaald in Marathonraces, waarschijnlijk vanwege de vorm die ik in 2016 van de weg heb overgenomen. Ik geniet nu echter van de kortere en meer technische races in het veld en het bos, maar ik zal er waarschijnlijk nooit echt goed in worden omdat ik niet echt ben gebouwd voor die pittige dingen. Maar XCO en cyclocross zullen nog steeds mijn belangrijkste doelen voor 2018 zijn, gewoon omdat ik veel meer plezier heb in dat soort races dan de lange marathons.”
Heb je al vaak op Belgische bodem gekoerst of gecrosst?
Till Drobisch: “Helaas heb ik in 2017 in België alleen de wereldbeker in Namen gedaan, maar ik vind het altijd leuk om naar de cross in België te komen. De enorme menigte die je aanmoedigt, ongeacht welke positie je inneemt, is gewoon geweldig. Iedereen is dol op wielrennen in België en dat vind ik echt leuk. Het is een speciale sfeer die ik nog nooit eerder heb beleefd. Voordien heb ik nog niet veel in België gereden omdat de meeste races niet echt geschikt zijn voor een klimmer, maar ik heb bijvoorbeeld wel deelgenomen aan de GP Stad Zottegem, de beloftenversie van Luik-Bastenaken-Luik, de GP Erpe Mere en een criterium in Kortrijk.”
Wat wil je, tot slot, nog bereiken in het koersen/biken?
Till Drobisch: “Wat mijn ambities op de lange termijn zijn, is een moeilijke vraag. Ik zit in de lastige positie dat ik een job ben begonnen naast het fietsen. Dat is nu mijn belangrijkste prioriteit en ik geniet van meer vrijheid, zoals meer uitgaan en andere sporten uitproberen. Maar ik ben nog wel altijd zodanig geobsedeerd door wielrennen en alles wat daarbij hoort dat ik nog niet zeker weet hoe ik een en ander ga aanpakken. Nu is het vooral belangrijk om plezier te hebben. Ik ga door met de lokale races en doe straks opnieuw een paar wereldbekers. Waarschijnlijk meer dan vorig jaar, en vooral in het veldrijden, zeg maar mijn nieuwe passie. Stilletjes denk ik ook absoluut nog steeds aan de Olympische Spelen in Tokio 2020, waar ik graag zou starten. Het is zeker mogelijk, dus we zullen zien hoe dat zal vergaan.”