Precies 28 jaar geleden knalde Danny De Bie zijn grootste concurrent Adrie van der Poel bergop uit het wiel om wereldkampioen veldrijden te worden in Pontchâteau. De crosstrainer van Tarteletto-Isorex heeft mooie herinneringen aan die warme dag op Franse bodem. Toch ziet hij komende zondag wél een Van der Poel met de regenboogtrui gaan lopen.
29 januari 1989. Danny De Bie heeft de voorbije 2 jaar progressie geboekt en met die 2e plaats op het WK van 2 jaar eerder ook al wat ervaring in de benen. Voor de WK-strijd in Pontchâteau is hij vooraf echter niet de te kloppen man. “Ik was heel goed in conditie en had sowieso het podium in gedachten”, kijkt hij vanuit stageoord Mojacar terug op zijn jour de gloire. “Mijn grootste uitdager zou Adrie van der Poel wel worden, een steengoede coureur, maar natuurlijk was je ook nooit klaar met ene Roland Liboton.”
“En net zoals dat vandaag is, was het toen ook al man tegen man. Sven Vanthourenhout kan nu wel zeggen dat hij met de Belgische ploeg een team wil vormen in Valkenburg, maar geloof mij maar: op een WK rijdt iedereen voor zijn eigen rekening. In Pontchâteau werd ook geprobeerd om afspraken te maken, maar als puntje bij paaltje kwam, veegde iedereen er zijn kl. aan, om het zo cru te zeggen.”
Techneut
De Bie herinnert zich de omstandigheden. “Het was een snel parcours en behoorlijk warm, zelfs een graad of 15, 16. Een mooi rondje. Ik ben de voorbije jaren nog geregeld teruggeweest voor de wereldbekers en het blijft me bevallen. Die dag waren we met een klein groepje al redelijk snel weg, weet ik nog. Daarin staken Van der Poel en ikzelf bovenuit. Ik had het geluk dat er 3 balkjes op het parcours lagen. Ik was een technische coureur en kon na die balkjes blijven rijden. De laatste balk lag kort voor de finish en net voor een behoorlijk lange helling. Ik kon gewoon jumpen en naar boven rijden, terwijl Van der Poel daar van de fiets moest en een stuk diende te lopen.”
“Daar pakte ik elke ronde toch 4 of 5 seconden en dat gat moest hij wel elke keer weer dichtrijden. Hij heeft het nog lang volgehouden, vind ik. Tot halfweg de cross. (grijnst) Na 4 ronden was ik ervan af. Maar dan was het natuurlijk nog niet binnen. Los op kop rijden is 1 ding, maar je moet het wel een poos zien vol te houden, helemaal alleen. Ik was die dag niet beter of slechter dan Van der Poel, maar in die bepalende sectie forceerde ik wel het verschil.”
Nuchtere boy
Dat er gefeest werd in Pijpelheide, een gehucht van Booischot bij Heist-op-den-Berg, waar De Bie toen woonde. “Die wereldtitel is de grootste triomf uit mijn carrière, dat is zeker”, beseft De Bie. “Maar ik ben er altijd rustig onder gebleven. Op dat vlak ben ik wel een nuchtere boy. Het deed me natuurlijk goed, maar ik kon me wel beheersen. Dat was in Pijpelheide anders. Daar werd ik onthaald als een volksheld. Tja, wat wil je, zo’n klein dorpje. Maar ik kon het wel smaken, hoor.” (lacht)
Intussen speelt het leven van de middelste van de broers De Bie zich nog steeds tussen zand en slijk af. Hij is weer terug op het oude nest bij Tarteletto-Isorex, waar hij de crossers begeleidt, en met Kim Van de Steene ook iemand heeft die het erg goed doet bij de vrouwen. “Onze crossploeg wordt steeds beter, maar bestaat momenteel vooral uit de betere crossers op B-niveau”, legt hij uit. “In 1e instantie willen we hen progressie zien maken, daar werken we hard voor. We hopen volgende winter bij de mannen elite al iemand te hebben die regelmatig een uitschieter kan rijden in de A-crossen en voor Kim Van de Steene wordt het zaak nog een stapje te zetten om zo bij de beste 10 vrouwen van de wereld te gaan horen. We kijken daarnaast ook uit om een versterking de halen bij de mannen, iemand die elke week top 10 rijdt in de A-crossen.”
Nu wél VDP
Tot slot blikt De Bie nog even vooruit naar zondag. “Er zal weinig te doen zijn aan Mathieu Van der Poel, denk ik. Zoals ik hem dit seizoen zie rijden…. Zeg nooit nooit natuurlijk, want een WK blijft toch een WK. Maar Van der Poel is mijn favoriet, veruit.”