De carrière van de 38-jarige David Boucher gaat met pieken en dalen. De Waal die naar Sint-Truiden verhuisde reed 4 jaar bij Française des Jeux en moest daar plots ophoepelen. Zijn passage bij Pauwels Sauzen-Vastgoedservice liep op een sisser af. Maar Boucher werd in 2017 wel Belgisch kampioen tijdrijden bij de elite zonder contract en dat leverde hem opnieuw een profverbintenis op. Bij Tarteletto-Isorex kunnen ze er maar wel bij varen.
Dat David Boucher tevreden is met zijn nieuwe avontuur hoeft geen betoog. Zelfs al op trainingskamp, bij zijn 1e kennismaking, spatte het plezier eraf. “Ik wil hier doen waarvoor ik al mijn hele carrière bekend sta, met name de ploeg helpen”, zegt Boucher. ” Ik ben niet de grote leider, maar wel een soort wegkapitein. Het seizoen moet nog beginnen, maar ik heb het gevoel dat ik hier erkenning zal krijgen voor mijn werk. Dat vind ik wel belangrijk voor mezelf. Op papier hebben we een sterke ploeg voor het continentale niveau, dus ik denk dat we mooie zaken gaan realiseren. Zelf zal ik de ploeg helpen sturen en publiciteit verzamelen. Zorgen dat de jongeren op hun gemak zijn en vooral in de tv-wedstrijden in beeld rijden.”
“Ik zal ook wel mijn rol spelen in de finales en misschien kan ik hier en daar ook eens winnen, maar dat is niet mijn voornaamste zorg. Het is de ploeg die moet winnen, dat is wat telt. Daarom hebben we op stage ook getimmerd aan de groep. Als die goed aan elkaar hangt, en dat is hier bij Tarteletto-Isorex zeker het geval, dan zijn renners meer geneigd om meer en harder voor elkaar te werken. En het is op die manier dat we koersen zullen moeten winnen. Het zegt niets om 4e, 6e, 10e of 12e te worden in een klassement. Het is telkens voor de dagwinst dat we dit seizoen zullen gaan. Dat is al behoorlijk moeilijk bij een continentale ploeg.”
Structuur
Boucher heeft al een mooie carrière bijeen gefietst, maar ook wat betreft nare ervaringen heeft hij wel al 1 en ander gezien. Hij reed bij Landbouwkrediet en Omega Pharma-Lotto én 4 jaar op het allerhoogste niveau bij Française des Jeux. De voorbije 2 seizoenen was Vastgoedservice zijn ploeg, maar daar kon hij niet aarden. “Overal waar ik gekoerst heb, was de groep opgesplitst in verschillende clans. Als je in een ploeg van 30 renners zit, is dat misschien niet eens zo vreemd, maar het is toch minder leuk. Hier hebben we een renner of 16 voor de weg, maar de boel hangt wel aan elkaar. Maken we 2 groepen van 8, dan is het voor iedereen gelijk wie er bij hem in de groep zit. En nadien is het weer 16 man samen.”
Emoties in Chimay
Vorig jaar, op zijn 37e, knalde Boucher op het – vervallen – autocircuit van Chimay naar de Belgische titel in het tijdrijden bij de elite zonder contract. “Een emotioneel moment”, kijkt hij daar een dik half jaar later op terug. “Ik heb er mijn echte nationaliteit teruggevonden: Belg (Boucher werd geboren in Maubeuge, in Noord-Frankrijk, red). Die zwart-geel-rode trui heb ik altijd gewild, dat was altijd een ambitie geweest. In 2016 had ik last van een allergie, waardoor ik die trui kon vergeten. In Chimay moest ik winnen. Ik ben opgegroeid in die regio, het is vlakbij de Franse grens. Ik won er wel niet als prof, maar het blijft wel de Belgische trui. Die maakt me trots, want hij is voor het leven.”
Helaas heeft Boucher zijn trui niet echt veel kunnen showen aan het grote publiek. “Da’s een minpuntje”, zucht hij. “Ik heb hem maar 1 keer echt kunnen dragen, in de Duo Normand in Frankrijk was dat. Ik reed er wel podium, dus dat was magnifiek. Daarnaast heb ik hem op vraag van de organisatoren ook aangedaan in de GP Criquielion.”
Geen fabrieksleven
De jaren lijken geen vat te hebben op Boucher. 38 is hij, maar op de ploegstage zagen we hem op zijn 1’tje nog een tocht doen na de groepstraining. “Ik voel me nog altijd goed. Het grootste deel van mijn carrière is natuurlijk voorbij, maar ik wil nog niet stoppen. Vorig jaar dacht ik: 2018 wordt mijn laatste seizoen. Maar op stage heb ik beslist dat ik er zeker nog een extra jaar wil bijdoen. Ik ben nog altijd gemotiveerd. De koers is soms hard, maar als coureur heb ik een mooi leven. Ik, mijn fiets en het landschap. Liever koersen dan elke dag 8 uur in een fabriek.”
“In een fabriek zou ik na een week al opstappen. Na mijn carrière wil ik daarom in de wielerwereld blijven. In dat kader ben ik al beginnen werken als vertegenwoordiger bij Björka (wielerkleding en -accessoires, red) en ik volg ook een nieuwe opleiding tot trainer. Ik heb voor dat laatste een diploma behaald op school, maar dat is natuurlijk al veel te lang geleden. Na 2019 hoop ik sportdirecteur te worden bij een ploeg die ik kan helpen groeien. Dat zou voor mij de ultieme uitdaging zijn.”
Fotomateriaal: MediaQ.