De lobby van het Holiday Inn-hotel aan Flanders Expo in Gent wordt bestookt door een horde Japanse toeristen. Niemand die er let op de delegatie van Katusha-Alpecin, die hier verblijft voor enkele Vlaamse koersen. Baptiste Planckaert kan rustig zijn gang gaan. De weken van de waarheid komen er nochtans aan….
Het is een uiterst relaxte Planckaert die we te pakken krijgen, daar in het Gentse hotel. “Na Kuurne-Brussel-Kuurne ben ik wat ziekjes geweest en heb ik niet meer gekoerst”, duidt hij net na het ontbijt – 3 pistolets met aardbeienconfituur, havermout en een portie rijstpap. “En dat is toch al een hele tijd geleden. Ik heb me dus ook niet speciaal voorbereid op deze koers. Spanning is er niet, of toch: in positieve zin. De wil en de drive zijn er, ik kijk er enorm naar uit om opnieuw te koersen. Presteren moet je altijd doen, maar veel druk voelen we hier ook niet vanuit de ploeg. We zijn maar met 6 renners en 1’tje van hen, de Colombiaan Restrepo, komt hier niet bepaald zijn favoriete parcours tegen.”
Het is Jenthe Biermans die het nummer 51 draagt, wat hem in se kopman maakt van zijn ploeg. “Maar we gaan hier koersen als vrijbuiters, allemaal”, lacht de 29-jarige renner uit Spiere-Helkijn, terwijl hij bijtankt van zijn Svensson-sportdrank. “Ik ben van de regio, ik ken de wegen hier uit mijn hoofd. Een parcoursverkenning was niet echt nodig. Dat je weet waar je koerst, maakt het altijd leuk.”
Alles of niks
Een resultaat interesseert Planckaert niet, of wel? “Als ik niet in de top 5 eindig, mag ik gerust 100e zijn, dan interesseert het me inderdaad niet zoveel”, klinkt het. “Van die verre ereplaatsen doen er in een kleinere koers als Nokere niet zoveel toe voor een WorldTour-ploeg. Maar als je kan winnen of podium rijden, dan telt het natuurlijk wel. In ieder geval wil ik wel een goeie koers rijden. Het parcours ligt me ook goed. Ik mag volledig mijn eigen wedstrijd bepalen, dus ik ga proberen mee te gaan in de vroege ontsnapping. Ik hoop toch al goed te zijn, met het oog op de belangrijke weken die komen. Een pronostiekje? Goh, het zal alles of niets worden.” En weg is hij, richting het rennersbusje.
De vroege vlucht zal Planckaert kort na de middag niet halen. Wel bekend volk met Timothy Stevens en Rob Ruijgh bij de 8 leiders. “Ik heb zelfs niet geprobeerd om mee te zijn”, lacht Planckaert 2 minuten na de finish. “Er was geen enkele grote ploeg vertegenwoordigd, dus het was niet nodig om te gaan. We wisten dat de leiders sowieso zouden worden gegrepen. Het klopt dat de kopgroep veel voorsprong bij elkaar fietste (maximaal 11 minuten, red), maar paniek is er nooit geweest, nee.”
Planckaert had iets te zeggen over het vernieuwde parcours, met meer kasseien. Dat zou hem wel liggen, had hij toch gezegd? “Het was lastiger dan vroeger en dus eigenlijk meer op mijn maat gemaakt, dat klopt. Langs de andere kant vind ik het zeker geen goeie wijziging. Het is constant draaien en keren, dat maakt dat het van begin tot einde een nerveus gedoe is in het peloton. Voor de renners is dat geen cadeau. Het parcours van de vorige edities vond ik een stuk mooier.”
6e!
De benen van Planckaert waren nochtans dik in orde. Ik was mee met het groepje dat ging na de hereniging, maar het draaide niet vlot rond bij ons en in het peloton draaiden ze de gashendel wel vol open. Dan weet je snel dat het niets wordt.”
Toch sprintte de West-Vlaming naar een mooie 6e plaats op Nokereberg. “Op het einde voelde ik het wel aan mijn benen”, kan hij erom lachen, terwijl zijn zoontje hem een knuffel komt geven. “In de laatste ronde ging Edward Theuns van Sunweb, en Jente Biermans is er dan achter gegaan. Zelf vond ik dat de wind daar niet goed stond om voorop te kunnen blijven. Dat bleek ook. Al bij al ben ik wel content. De plaats doet er niet toe, dat had ik vooraf gezegd. Maar de conditie is goed en ik heb me kunnen tonen. Dát is wat telt.”
Na de finish dienden de renners rechtsomkeer te maken, Nokereberg terug af, richting de ploegbus in Kruishoutem. “Straks een doucheke, iets eten en een deugddoende massage”, lacht Planckaert. “We blijven op hotel, want ik rijd vrijdag ook de Handzame Classic. En die avond kan ik dan terug naar mijn gezin. Da’s ook altijd leuk.”
Fotomateriaal: WielerVerhaal.