In 2016 al eens 6e en in 2017 zelfs 4e. Het zou dus geen toeval zijn als Dylan van Baarle de komende jaren eens de Ronde van Vlaanderen wint. Maar kreeg hij bij Cannondale nog volledige vrijheid, dan moet hij straks uit de schaduw zien te geraken van zijn kopman Michal Kwiatkowski. Bij Team Sky gelden nu eenmaal andere wetten. Aan zijn parcourskennis zal het alvast niet liggen, die is dik in orde, zo hebben we zelf eens getest.
Hoe belangrijk is de Ronde van Vlaanderen nu eigenlijk voor een Nederlander? Het is de 1e vraag die in ons opkomt en we leggen ze dan ook voor aan de Zuid-Hollander. “Voor mij zijn Vlaanderen en Roubaix de 2 belangrijkste koersen van het jaar”, windt de boomlange Van Baarle er geen doekjes om. “Toen Niki Terpstra in 2014 won op de velodroom van Roubaix en in de Ronde het podium haalde, had dat ook een impact in Nederland. De Amstel is ook heel mooi en ligt in principe ook wel binnen mijn mogelijkheden, maar mijn voorkeur gaat toch uit naar die 2 Monumenten over de grens. Zelfs als Nederlander, ja.”
Na 6e dus 4e. Dat schept mogelijkheden. Kan dat iets anders dan podium worden? Van Baarle moet lachen. “We hebben net als QuickStep een zeer sterk blok en dat moeten we dus uitspelen. QuickStep heeft wel geen echte kopman, en dat hebben wij met Kwiato wel. Maar ik zie wel mogelijkheden voor mezelf. Michal komt op papier wel op 1, maar ik ga ervan uit dat ik hem niet moet opwachten als hij een plasje moet gaan plegen. Daar zijn Knees en Golas voor. Kwiato heeft bewezen dat hij dit kan, dus het is logisch dat hij een streepje voor heeft. Maar in de koers zullen we wel zien wat er gebeurt.”
Aan zijn kennis van het parcours zal het wellicht niet liggen. Op bijna alle hindernissen antwoordt Van Baarle wie of wat, hoe hij ze ervaren heeft en of hij ze wel of minder kan appreciëren.
Lippenhovestraat
Dylan van Baarle: “De 1e keer reed ik die strook met het Rabobank-team in de Omloop Het Nieuwsblad voor beloften. Het is wel een mooie strook, het gaat ook snel, eerst naar omhoog en vervolgens naar beneden.”
Paddestraat
Dylan van Baarle: “Ook een mooie! Geen idee meer wanneer ik ‘m voor het eerst gedaan heb, maar nu doen we hem wel omgekeerd dan gewoonlijk. Normaal loopt het op, nu doen we ‘m naar beneden. Het zal er dus snel aan toe gaan. Het is wel nog vroeg in de race en de Ronde ga je er niet winnen. Maar je kan de koers er wel verliezen….”
Oude Kwaremont
Dylan van Baarle: “Zeker 1 van mijn favoriete klimmen, omdat hij niet zo explosief is. Lekker lang, dat past bij me. Hier gaan Sagan of Van Avermaet nooit van me weg knallen.”
Kortekeer
Dylan van Baarle: “Een klein en smal klimmetje, vaak een breekpunt in de wedstrijd. Bijna altijd een belangrijk punt, dus je moet er wel wakker zijn. Gelukkig wordt er meestal niet hard doorgekoerst, maar áls er gekoerst wordt, dan is het een zeer lastige klim.”
Edelare
Dylan van Baarle: “Euh, even denken. Ja, ik weet het. Is een brede asfaltweg waarbij je boven op de top van de Eikenberg komt. Is een mooie klim, maar we doen die niet vaak.”
Wolvenberg
Dylan van Baarle: “Dat is zeker geen favoriet van me. Is een heel erg steile klim en bovendien volgt er geen afdaling. Zet daar maar een streep door. (lacht) Voor een niet-klimmer zijn de afdalingen toch altijd het leukste aan een helling. Daarom hou ik ook niet van die aankomsten bergop in de Tour.” (grijnst)
Holleweg
Dylan van Baarle: “Mooie kasseistrook. In het begin liggen de stenen er goed bij, op het einde is het een pak minder.”
Haaghoek
Dylan van Baarle: “Zeer snelle sector. Eerst vol naar beneden en vervolgens hard beuken om boven te geraken. Bevalt me wel, als er gekoerst wordt.”
Leberg
Dylan van Baarle: “Neem ik altijd buitenblad als er wordt gekoerst. Zeker leuk. Wel lastige klim als de wind er op de kant staat.”
Berendries
Dylan van Baarle: “Behoorlijk snel, gaat recht omhoog en je kan hem indelen. Het is wel een zware natuurlijk en in die zin misschien niet de leukste. Maar afzien mag wel. En het is mooie asfalt. Dus ja, mooi.”
Tenbosse
Dylan van Baarle: “Komt uit de oude finale van de Ronde. Doen we niet vaak, maar het is wel een klim met een verhaal. Altijd buitenblad voor mij.”
Muur
Dylan van Baarle: “De Muur is natuurlijk legendarisch, maar ik heb zelf nooit de oude Ronde van Vlaanderen gereden. De magie die de ietwat oudere jongens hebben, ontbreekt dus wel voor mij. Maar de 1e keer toen ik erover reed, voelde het wel heel erg speciaal. En vorig jaar met al dat volk, dat was kippenvel.”
Pottelberg
Dylan van Baarle: “Het is geen echte klim, eerder een weg die omhoog gaat. Alleen is het nu te hopen dat ik er zondag niet gelost wordt.” (lacht)
Kanarieberg
Dylan van Baarle: “Zeer lastige klim waar er niet al te vaak over gekoerst wordt.”
Paterberg
Dylan van Baarle: “Zeker niet mijn favoriet, maar dus helaas wel de laatste in de Ronde. Hij is wat kort en explosief naar mijn vermogen. Hopelijk kan ik er dit jaar wel volgen als ze wegrijden. Zeker een klim waar ik zelf de koers kan verliezen.
Koppenberg
Dylan van Baarle: “Ook een steile, je kan er eveneens de koers verliezen. Ook al bevindt de Koppenberg zich nog een eind van de finish, het kan een breekpunt zijn.”
Steenbeekdries
Dylan van Baarle: “1 van de mooiere klimmen in Vlaanderen, vind ik. Je hebt eerst de Mariaborrestraat en dan de Steenbeekdries, mooie sector.
Taaienberg
Dylan van Baarle: “Nu ze er het gootje afsluiten, is het een lastige klim. Kort maar heavy.
Kruisberg
Dylan van Baarle: “In de finale, maar ook weer niet helemaal. Een punt waar zondag de finale kan worden opengebroken, denk ik.”