QuickStep Floors viert dezer dagen zijn 20e verjaardag in de wielersport en nodigde een resem ex-kampioenen uit. Niet alleen Mark Cavendish en Paolo Bettini namen het vliegtuig naar Wielsbeke, ook Óscar Freire was van de partij. Een beetje te laat natuurlijk, want Óscarito blijft een Spanjaard. Maar hij was wel op de afspraak! En hij maakte alle tijd voor een babbel!
Óscar, leuk om terug in België te zijn?
Óscar Freire: “Absoluut! Ik heb hier zoveel getraind en gekoerst dat België mijn 2e, euh… 3e vaderland is. (lacht) Ik hou enorm van België, het doet dus altijd goed om terug te zijn!”
Welk gevoel heb je bij de ploeg QuickStep?
Óscar Freire: “Er is natuurlijk veel veranderd. De meeste renners ken ik niet persoonlijk, maar Lefevere is hier nog altijd de baas en de sponsors zijn ook nog altijd dezelfde. En heerst nog steeds dezelfde mentaliteit dan in mijn periode, altijd die drang om te winnen.”
Je reed 3 jaar voor het QuickStep-team. Wat blijft jou daarvan bij?
Óscar Freire: “Het waren 3 unieke jaren. In het 1e seizoen dat ik hier reed droeg ik voor het eerst de regenboogtrui (Freire was in ’99 wereldkampioen geworden in Verona, red). Het spreekt voor zich dat zoiets heel speciaal is, zeker omdat ik toen nog maar 23 was. Bovendien reed ik ook voor het eerst in een grote ploeg (Freire was overgekomen van Vitalicio Seguros, een kleine Spaanse ploeg die slechts 3 jaar bestond maar in dat laatste jaar dus wel de wereldkampioen afleverde, red).”
Je WK-titel in Lissabon is véruit je grootste prestatie onder Lefevere, niet?
Óscar Freire: “Absoluut, prachtig om dat binnen dit team te kunnen presteren.”
Wat blijft je bij van die wedstrijd?
Óscar Freire: “Het was een zware dag op een lastig parcours, met Jan Ullrich als favoriet. Het was ook een moeilijke dag, want er reden veel ploegmaats mee bij andere nationale selecties. Dat maakt het toch altijd wat gecompliceerder. Fantastisch dat Paolo Bettini 2e werd in de sprint. Voor QuickStep was dat fenomenaal. Bettini was bovendien 1 van de sterkste renners in 20 jaar op dat type parcoursen. Het is altijd mooier als er ook grote namen op het podium staan.”
Was het WK in Lissabon de zwaarste WK-koers van de 3 die je won?
Óscar Freire: “Elk WK is enorm zwaar, gewoon omdat iedereen er zijn pijlen op richt en altijd wat meer kan. Niemand geeft zomaar af. Elk WK is wel verschillend, qua parcours en qua renners aan de start, maar het is altijd een nerveus gedoe. In Lissabon zaten we nog behoorlijk lang op ons gemak, want de meeste renners verwachtten een zware wedstrijd en wilden liever zo lang mogelijk wachten om de boel open te breken. Dan kan je een explosieve finale verwachten. Dat is het dan ook geworden. Langs de andere kant maakt dat het minder gecompliceerd voor de sprinters.”
Waarom ging je na 3 seizoenen weg bij Lefevere?
Óscar Freire: “Omdat ik van Rabobank een mooie aanbieding had gekregen. Het was net het moment dat Mapei uit de wielersport stapte, en QuickStep besloot om door te gaan. Daarom had ik ook nog geen voorstel tot verlenging gekregen. Maar ik ben zeker niet met een slecht gevoel vertrokken. We hebben de jaren nadien veel tegen hen moeten koersen, maar ik heb me altijd kunnen vereenzelvigen met deze ploeg. In het peloton kom je elkaar ook voortdurend tegen, en als je dan goed met elkaar opschiet, dan blijf je in contact. Dat is niet zo moeilijk.”
Wat doe je vandaag de dag in het leven?
Óscar Freire: “Alles wat ik vroeger heb moeten laten vallen. De simpele dingen in het leven: wat andere sporten, en familie. Maar zeker geen te ingewikkelde zaken. Als het maar easy en quiet is.” (lacht)
Wat heb je nog met de koers?
Óscar Freire: “Ik woon in Santander, bij de noordkust in het Baskenland. Een prachtige streek, maar veel fietsen doe ik niet meer. Ik organiseer wel nog mijn eigen toertocht en daarvoor zit ik wel eens op de fiets, maar meer dan 1 keer per maand is dat toch niet. De Granfondo van 2018 is nu net geweest en we hadden 900 deelnemers. Op naar de volgende.”