De Arno Wallaard Memorial van afgelopen weekend verliep voor Arne De Groote wel even anders dan verwacht. In volle finale, op 2 km van de meet, kreeg de 21-jarige renner uit Oudenaarde een kwak, waardoor hij in een Nederlandse gracht dook. Echte revanche volgt wellicht niet, maar… “Die kerel mag mijn fiets eens komen kuisen”, lacht De Groote.
Arne, wat is er precies gebeurd in de Arno Wallaard Memorial?
Arne De Groote: “Het is een wedstrijd die me goed ligt: vlak en een hoog tempo – helaas wat minder wind dan andere jaren. Tot op 3 km van de finish zat ik ideaal geplaatst om mee te doen voor een top 10-plek, maar toen kwam een renner van Rad.net buitenom in een bocht. Doordat hij bruusk naar binnen stuurde om zelf de beek te vermijden, raakte mijn voorwiel zijn achterwiel, waarna ik kansloos de beek in werd gekatapulteerd.”
Hoe ben je eruit geraakt?
Arne De Groote: “Met behulp van onze mecanicien Davy Present en ploegleider Danny De Bie. De beek was ook vrij diep, dus er alleen uitraken ging zeker niet gelukt zijn. Danny nam natuurlijk eerst een foto om het moment te vereeuwigen, dankzij die foto is de valpartij ook de meest besproken valpartij uit mijn carrière. Voor Danny was het ook het ideale moment om me terug te pakken voor een grapje dat ik voor de wedstrijd maakte. Bryan (ploegmaat Boussaer, red) zei: ‘Danny is zoals een 8-baan: heel lang aanschuiven voor een heel kort ritje. Danny antwoordde dat we hem niet moesten onderschatten en ik zei daarop: ‘ja, zo lang is die rij toch niet’. Op het moment zelf was dat hilarisch.”
Toch gefinisht, dus geen zware val?
Arne De Groote: “Het was met voorsprong de minst pijnlijke en de meest verfrissende val die ik ooit gemaakt heb.” (lacht)
Staat er nu een (ludieke) rekening open met die kerel die je een kwak gaf?
Arne De Groote: “Ja, volgende keer mag hij mijn fiets komen kuisen. (lacht) Nee hoor, zoin dingen gebeuren nu eenmaal in koers.”
Het is je 1e seizoen bij de Taartjesploeg, hoe bevalt dat?
Arne De Groote: “Vrij goed, jammer dat ik zelf nog niet echt iets kon laten zien door de nodige pech die ik al kende. Maar ik schiet goed op met de ploegmaats, leer veel bij van de mannen met ervaring in de ploeg. Ik voel me zeer goed in dit team, er is vertrouwen in mij en dat heb ik ook wel nodig. Er wordt mij ook niet veel druk opgelegd omdat ik de jongste van de ploeg ben, wat niet wegneemt dat ik elke wedstrijd het nodige werk voor de ploeg probeer te leveren.”
Arne, in de grotere koersen dit seizoen à la Handzame, Denain, Finistère en Tro-Bro Léon ben je niet gefinisht. Zijn die DNF’s enkel te wijten aan het werk dat je voor de ploeg gedaan hebt voordien?
Arne De Groote: “Ik probeer elke wedstrijd mijn steentje bij te dragen voor de ploeg, maar de DNF’s in deze wedstrijden heb ik vooral te wijten aan pech, denk ik. In Handzame kwam ik na 5 km zwaar ten val, ben met verschillende blessures blijven doorfietsen en heb ook nog meer dan genoeg werk verricht. Bij het ingaan van de laatste ronde ben ik uitgeblust afgedraaid. Twee dagen na Handzame was er de GP Denain, waar ik 32e finishte, maar door een fout van de organisatie werd de uitslag omgewisseld met een ploegmaat. In de Tour du Finistère had ik een slechte dag op een parcours dat voorlopig nog te zwaar is voor mij. En in Tro-Bro Léon reed ik lek op een slecht moment. Het gevoel is niet slecht, maar het geluk staat voorlopig nog niet aan mijn zijde.”
Is het niveauverschil groot met vorig jaar?
Arne De Groote: “Ja, dat is normaal. Nu rijd ik bijna enkel koersen tussen de 170 en 210 km. Vorig jaar waren de langste koersen er 170. Daar heb ik niet echt problemen mee, ik vind dat ik de overstap vrij goed verteer. Maar het verschil met het kermisniveau is natuurlijk wel groot. Of ik de kermiskoersen mis? Nee, ik ben ambitieus en wil mezelf altijd blijven verbeteren. Als ik moet kiezen tussen meestrijden voor winst in een kermiskoers, of met de taartjesploeg collectief mooie dingen te laten zien, dan kies ik zonder twijfel voor het laatste. Een koers winnen op dit niveau zal moeilijker zijn. Al rijden we ook enkele interclubs – zoals Geluwe, waar ik vorig jaar won. Daar kan ik dan wel meestrijden voor de overwinning.”