Tanja Zakelj (30) groeide op tussen de koeien en de kippen, op een boerderij in Ledine, een klein dorpje van pakweg 40 huizen bij Idrija, een iets bekendere gemeente van 12.000 inwoners in de Sloveense regio Goriska. De mountainbikester heeft wel wat adelbrieven voor te leggen, zo won ze onder meer de wereldbeker en is ze zopas wereldkampioene bij de militairen geworden. Al had het evengoed nooit zover kunnen komen.
Ledine is een kleine gemeenschap, maar daar rond zijn het 1 en al velden en bossen. “Het dorpje ligt op 800 hoogtemeters en is vrij vlak, maar in de omgeving gaat het steeds up and down“, weet Zakelj. “Ik woon er nog steeds bij mijn ouders, samen met mijn 2 zussen”, vertelt de Sloveense mountainbikester. “Mijn ouders zijn harde werkers die er elke dag opnieuw stonden en staan om de koeien en kippen te verzorgen. De kippen houden we voor de eitjes, de koeien brengen we groot voor het vlees. Als ze er klaar voor zijn, gaan ze naar de slachterij. Op die manier hebben mijn ouders altijd de kost verdiend. Als kind heb ik dus gezien wat hard werken is en zo ben ik ook opgevoed, ik kan de handen uit de mouwen steken.”
“Op een dag kreeg ik een mountainbike in handen en ging ik een toertje maken in de omgeving. Aanvankelijk reed ik vele en lange hellingen op, maar toen ik het crosscountry leerde kennen, was ik snel verkocht. Dat sprak me meteen heel hard aan. De volgende stap was me inschrijven in een team in een nabijgelegen dorpje. Het technische aspect was wel een heel leerproces voor me, maar stap voor stap ging het beter en ik maakte eigenlijk wel veel progressie op korte termijn. Eerst reed ik nationale wedstrijden en weinig later ook in het buitenland. Mijn niveau bleef stijgen en dus kwam ik bij het nationale team terecht. Een serieuze stap in de goede richting, want zij voorzagen me van het beste materiaal en brachten me ook naar de wedstrijden.”
Vingers in maalbak
“Het belangrijkste aan mountainbiken is dat je zoveel mogelijk geniet van de mooie tijd.” Die uitspraak is niet op los zand geschroefd. Zakelj weet namelijk dat het snel voorbij kan zijn. Na een matig voorjaar in 2008 werd ze niet geselecteerd voor de Olympische Spelen in Londen, waardoor ze een lange vakantie nam en de gedachten verzette door op het thuisfront te helpen met het runnen van de boerderij. “Op een dag waren we graan aan het sorteren voor de koeien”, begint ze een toch wel straf verhaal. “Ik was de maalbak van het koren aan het proper maken maar had niet gezien dat de machine nog aan stond. Mijn hand geraakte vast en toen ik ze wegtrok, was ik twee vingers armer. Het deed uiteraard veel pijn, maar ik bleef er nagenoeg vrij koel onder. Ik liep naar binnen en m’n moeder belde de ambulance. Toen die arriveerden, is zij mijn 2 vingers gaan zoeken. Met een beetje geluk heeft ze die gevonden, anders was ik nu allang geen mountainbikester meer geweest.”
“Intussen landde ook de helikopter op het erf om mij naar Ljubljana te brengen. De vingers werden ingevroren in ijs en in het ziekenhuis er opnieuw aangezet. De operatie duurde vijf uur, dus het was wel ingrijpend. Ik heb een tijdje stilgelegen, maar het mountainbiken wilde ik echt niet opgeven. Nu, zovele jaren later, gaat het vrij goed. Ik kan mijn 2 vingers niet volledig buigen, maar het hindert me niet zo erg. Hoewel het ook nooit meer zal verbeteren, lig ik er niet wakker van. Het enige wat me niet lukt, is lange afdalingen doen in het enduro. Ik rijd geen wedstrijden, maar soms doe ik wel trainingen. Als ik de remmen te lang moet dichtknijpen, moet ik er meteen mee kappen. Maar zolang ik top kan zijn in het crosscountry, is het al lang goed voor mij”, lacht ze.
Triglavski narodni
Tot enkele jaren terug werden er heel wat mooie wedstrijden georganiseerd in Slovenië. “Ons land had heel wat mountainbiketalent, maar degenen die echt gemotiveerd waren om het te maken, probeerden het een stap hogerop, en de anderen besloten om te stoppen. Daardoor werd het wat minder”, beseft de wereldbekerwinnares van 2013. “In die periode ging ik veel wedstrijden in Italië rijden, de grens ligt op nauwelijks een uurtje van bij ons thuis.” De situatie begint nu opnieuw te beteren. “Er staan enkele jonge riders klaar om het mountainbiken wat populairder te maken in Slovenië”, zegt ze. “Dat vind ik een goede zaak, want je kan echt wel goed mountainbiken bij ons.”
“Kranjska Gora is bijvoorbeeld echt mooi. Dichtbij is de Vrsic-pas met de vele haarspeldbochten aan de lokale weg 206 naar Trenta en de rivier Soca. Kranjska Gora is de toegangspoort naar het ‘Triglavski narodni Park’, het enige Nationale Park van Slovenië, in het uiterste noordwesten. Er zijn ook verschillende bike parks. Lake Bohinj en de omliggende bergen zijn een paradijs om te mountainbiken. Er zijn heel wat trails van alle verschillende niveaus. Iedereen kan er dus terecht. Het gaat van eenvoudige trips langs het meer en door de dorpen tot het meer geavanceerde werk naar Uskovnica en het Pokljuka Plateau. Ook rondom Maribor, na hoofdstad Ljubljana de tweede grootste stad van Slovenië, en in de omgeving van Ljubljana zelf heb je heel wat mogelijkheden, maar het is moeilijk uit te leggen waar daar nu precies de mooiste trails liggen.” Wanneer we Zakelj vragen naar het summum, noemt ze de regio Koroska. “De heuvelachtige routes, de bossen en het landschap zijn er prachtig.”
Fotomateriaal: Unior Devinci Factory Racing.