De stap van de junioren naar de beloften ligt niet altijd voor de hand, maar het moet gezegd: Arne Marit brengt het er voortreffelijk van af. De Lotto Soudal-renner uit Vollezele kon al ene koers winnen en liet zich ook op andere momenten zien. Morgen/zaterdag staat hij trouwens met veel ambitie aan de start: winst in de Omloop Het Nieuwsblad moet zijn seizoen helemaal geslaagd maken.
IWT Oetingen was een doel, had je laten optekenen. Heeft het gebracht wat je ervan verwacht had? Waarom wel/niet?
Arne Marit: “Oetingen was inderdaad een doel voor mij. Het is een koers die letterlijk voor mijn deur passeert. Dat is toch wel iets speciaal. Ik ken er elke straatsteen en elk putdeksel. Ik kwam net terug van een stage in de Vogezen en meestal is de eerste koers gene vetten, zoals wij zouden zeggen. Maar woensdag had ik wel een redelijk sterk gevoel. Toen de groep scheurde zat ik net iets te ver. 20 man zag ik voor me uitrijden, maar die laatste meters kon ik net niet dichten, waardoor ik in een groepje achterop geraakte. Uiteindelijk bleven we op zo een goede 30 seconden hangen tot de laatste ronde, en de meesten de strijdbijl hadden begraven. Toen ik met Toon Aerts demarreerde op de laatste klim keek ik achterom en reed zo op een steen, waardoor ik lek stond. Ik kreeg een wiel van de neutrale wagen en zo kon ik nog net aansluiten voor de laatste kasseistrook. Ik vergaloppeerde me hier een beetje, waardoor er niets meer op zat in mijn sprint. Uiteindelijk werd ik 28e in mijn eerste echt zware koers tussen de profs. Als 1e jaars ga je me hier zeker niet over horen klagen. Ik heb genoten van het publiek langs de kant en de kippenvelmomenten.”
Hoe hoog schat je je zege in Pittem in, eerder op het seizoen?
Arne Marit: “Het is niet dat de kermiskoers in Pittem een grote koers is, maar voor mij betekent die zege toch wel iets. Het was mijn 1e winst als belofte, en dat als 1e jaars. Er zijn jongens die er een tijdje langer op moeten wachten en dat geeft mij toch voldoening. Het is altijd fijn als de nul van de tabellen is.”
In welke koersen had je dit seizoen beter kunnen doen dan het uiteindelijke resultaat – en waaraan lag dat?
Arne Marit: “Het 1e wat in me opkomt is toch wel het provinciaal kampioenschap tijdrijden. Ik was zeer goed op dreef en klokte de snelste tussentijd, terwijl ik de laatste renner was die van start mocht gaan. Ik zat mooi op koers om die provinciale trui binnen te halen met al een bonus van 30 seconden – tot plots mijn voorrem afbrak en ik volledig uit de bocht ging. De rest van het parcours kon ik dus geen enkele bocht meer nemen zoals het hoorde. Uiteindelijk strandde ik op een 3e plaats, met slechts 15 seconden van de uiteindelijke winnaar. Waar ik ook nog spijt van heb, is de GP Hauts de France. Daar reed ik 200 km vooraan in een ruime kopgroep. Het laatste klimmetje demarreerde ik met nog 2 km te gaan. Helaas viel het peloton me de laatste bocht op de nek, wat natuurlijk heel zuur was. Dat had mijn 1e grote winst bij de beloften kunnen zijn.”
Met welke kwaliteiten kan je het verschil maken? En op welke vlakken liggen je grootste werkpunten?
Arne Marit: “Mijn grootste kwaliteiten zijn mijn spurt en mijn versnelling gedurende 2 km. Ik ben niet echt de man van de lange adem, maar je zal me wel vaak terugvinden in de kopgroep. Als ik dan moet denken over wat mijn werkpuntjes zijn, dan zijn het toch wel die lange inspanningen. De echt grote motor zoals andere jongens die hebben, ontbreekt me nog een beetje na 170 à 180 km. Maar dat zal wel beteren met de jaren. Je mag niet vergeten, ik ben nog steeds 1e jaars belofte en moet dus opboksen tegen jongens van 5 jaar ouder en meer.”
KOM NAAR ONS 1E KOERSGESPREK!
Wat heeft jou het meeste verbaasd/verrast sinds je overgang naar Lotto Soudal?
Arne Marit: “Verbaasd of verrast ben ik nog niet geweest, omdat Kurt (ploegleider Van De Wouwer, red) vooraf al vertelde hoe de ploeg in zijn werk ging. Natuurlijk ben ik wel onder de indruk over hoe professioneel het hier aan toe gaat. Het materiaal, de verzorgers en de ploegbesprekingen voor en na de koers…. Ik vind het een groot pluspunt dat iedereen in de ploeg weet wat er van hem verwacht wordt en wat zijn taak in de koers zal zijn. Dat was bij de juniores niet altijd het geval, toen mocht iedereen zijn eigen ding mocht doen.”
Zie je je wielerleven anders voor je sinds je bij de Lotto-ploeg rijdt?
Arne Marit: “Ja, toch wel. Ik heb gemerkt dat het nu stilaan tijd wordt om er vol voor te gaan. Dit is normaal gezien de laatste stap richting het profpeloton. Je krijgt hier de kans om te tonen wat je in je mars hebt, terwijl er van hogerop meegekeken wordt. Het is een kans die niet iedereen krijgt en daarom vind ik dat ik er nu ook helemaal voor moet gaan.”
Je wil nog een grote vis binnen halen om je 1e seizoen helemaal geslaagd te zien. Aan welke koers denk je?
Arne Marit: “Als ik mocht kiezen, zeg ik direct de Omloop Het Nieuwsblad (zaterdag 30 juni, red) omdat dat ook nog een koers is die in mijn streek wordt verreden. Maar anderzijds zijn er nog zoveel grote koersen waar we aan de start staan dat het me eigenlijk niet zoveel uitmaakt. Als we als ploeg winnen, ben ik even tevreden als wanneer ik zelf zou winnen. Vroeg of laat zal er dan voor mij ook wel iets uit de bus vallen. Het is geven en nemen in een ploeg. De ene keer wint de andere door jouw steun en de andere keer win je zelf door de ander zijn steun.”
Fotomateriaal: Bram Van Lent.