Guy Smet ligt plat in bed. Toen hij gisterochtend ging trainen, werd hij in de industriezone rond Kallo aangereden door een autobestuurder die hem ondanks de lage snelheid niet had opgemerkt. De 46-jarige Waaslander wilde gisteravond nog gaan koersen in Heusden, maar dat kon hij wel op zijn buik schrijven. Ook zijn fiets was perte totale. “Gelukkig ben ik al heel mijn koersleven goed verzekerd”, beseft hij.
Voor wie een beetje thuis is in de wielerwereld klinkt de naam van Guy Smet als een klok. De Kruibekenaar was woensdagochtend gaan losrijden – hij wilde ‘s avonds nog gaan koersen in Ursel, een wedstrijd in een nevenbond – toen hij in de industriezone rond Kallo plots van zijn fiets werd gesleurd. Helaas een verhaal dat bekend in de oren klinkt. “Ik reed op het fietspad aan een snelheid van amper 25, hooguit 30 km/h”, zegt Smet. “De automobilist kwam van een bedrijvenpark en reed misschien 5 per uur. Dat is mijn geluk geweest, maar tezelfdertijd is het ook wel vreemd dat hij mij niet zag aankomen. Ik probeerde nog uit te wijken. Maar dat bleek niet in mijn voordeel, want daardoor kwam ik onder die auto terecht en schoof ik nog verder door.”
Prothese
Zijn fiets is perte totale. “Wat er kapot aan is? Alles! Rem afgebroken, wielen gebroken, kader in 2 stukken, achterderailleur kapot,….” De lichamelijke schade lijkt mee te vallen, hoewel Smet naar het ziekenhuis werd overgebracht. “De schaafwonden betekenen natuurlijk niets, maar ik heb ook gekneusde ribben en het ergst van al is dat ik terecht ben gekomen op de heup die al 2 keer eerder gebroken was. Daardoor moet ik nog dit jaar een prothese krijgen.”
Dat zit zo. “In 2005, 2014 en 2016 heb ik telkens een heup gebroken”, duidt Smet. “De laatste keer was zelfs tijdens een etappekoers in Afrika. 1 keer rechts en 2 keer links. De linkerheup is helemaal om zeep door te breken en steeds te revalideren. Tijdens 1 van die revalidaties ben ik zelfs nog eens expres door een automobilist van mijn fiets gereden. Ik heb nu ook al 2 jaar pijn in die heup, dus die prothese moet er echt wel komen, want dit is niet langer houdbaar.”
Werkonbekwaam
Ook financieel is deze valpartij alweer een streep door Smets rekening. “Ik ben zelfstandig stukadoor. Door minder te werken, verdien ik minder. Bovendien was het mijn eigen fiets, dus dat is ook voor de verzekering. Die verzekering betaalt mij ook al 2 jaar doordat ik niet voluit kan werken sinds die 2e heupbreuk aan de linkerkant. Ik ben voor 50% werkonbekwaam verklaard, kan nooit ten volle mijn job uitoefenen. Maar veel erger vind ik de toenemende onveiligheid in ons verkeer. Zeker gezien mijn zoon vaak met me mee fietst. Hij is 13 jaar, voor hetzelfde geld lag hij mee onder die auto…. Daar ben ik wel bang voor.”
Maar Smet blijft wel positief. “Gelukkig ben ik ook al heel mijn fietsleven goed verzekerd, want anders zou ik het niet redden. Zeker als zelfstandige is dat een must, maar eigenlijk is elke renner gebaat bij een verzekering. Hopelijk valt de pijn nu wat mee de komende dagen, want eind deze maand wil ik ingaan op een uitnodiging om in Kameroen te gaan fietsen.”
Frustraties
Zo’n aanrijdingen gebeuren steeds meer. “De voorbije jaren zagen wij spijtig genoeg het aantal zware lichamelijke letsels toenemen in de sportwereld en vooral in het wielrennen”, bevestigt Tom Janssens van verzekeringsmakelaar Van Dessel. “De veiligheidsverhogende aanpassingen aan het wegennet – lees: versmallingen en obstakels – zijn complex en houden onvoldoende rekening met (professionele) fietsers. Tijdens wielerwedstrijden vormen die aanpassingen een verzwaard risico, zeker in combinatie met de soms spectaculaire parcours die worden uitgetekend. Bovendien leiden wederzijdse frustraties tussen autobestuurders en fietsers soms tot gevaarlijke situaties. Denk maar aan roekeloze inhaalmanoeuvres en andere acties waarbij gevaren slecht worden ingeschat. Daarnaast gaan chauffeurs door het dichtslibben van de autosnelwegen op zoek naar alternatieve routes, vaak de kleinere wegen waar fietsers veel gebruik van maken.”
“Via onze samenwerking met managers proberen wij (prof)wielrenners te wijzen op het belang van een goede persoonlijke invaliditeitsverzekering. De dekkingen die het UCI voorschrijft zijn eerder beperkt in kapitaal en worden vaak verkeerd geïnterpreteerd door renners en managers. Wetende dat de carrière van een profwielrenner gemiddeld gezien maar tot zijn 35 jaar loopt, betekent een zware blessure of ziekte op jonge leeftijd een serieuze streep door de rekening op financieel vlak.”
“Jammer genoeg zagen we recent nog een aantal renners die hun profcarrière hebben moeten staken door een zware valpartij of ziekte, zoals hartproblemen”, weet Janssens. “Dat heeft heel wat managers en renners de ogen geopend, waardoor we de vraag naar specifieke oplossingen op individuele basis zien toenemen. Dankzij onze internationale oplossingen hebben wij ons de voorbije jaren opgewerkt tot dé verzekeringspartner voor teams en individuele wielrenners. Ons productgamma is gebaseerd op 4 belangrijke pijlers: ‘tijdelijke invaliditeit’, ‘blijvende invaliditeit’, ‘overlijden’ en ‘medische kosten’.”