Voor het Belgisch kampioenschap van komend weekend in Kruibeke vallen een handvol gekende namen. Outsiders zijn er bij de vleet, maar vooral Jens Adams kan wat ons betreft wel eens verrassen. De Minderhoutenaar is na zijn beloftenperiode minder snel gegroeid dan leeftijdsgenoten Laurens Sweeck en Toon Aerts, maar voelt op zijn 26e wel dat er nog wat groeimarge is. “Misschien moet ik mijn zomer anders aanpakken”, maakt hij zich een serieuze bedenking.
Jens Adams rijdt voortreffelijk rond de laatste weken. “Ik heb een druk programma gereden maar blijkbaar gaat me dat toch goed af”, zegt de Kempenaar. “Ik probeer uiteraard elk jaar goed te zijn in deze periode, maar het is leuk om zien dat ik deze vorm al enkele weken kan aanhouden en hopelijk ook kan meenemen naar de komende weken. Zelf is mijn niveau niet veel anders dan andere jaren, maar de concurrentie is wel toegenomen. Dat zorgt ervoor dat ik moeilijker die stap naar de toppers kan zetten.”
Vrije val
“In het 1e jaar dat ik prof was, kon ik makkelijker voorin meedoen”, vindt Adams. “De laatste jaren is het niveau echt de hoogte ingegaan, waardoor het elke cross weer vechten is voor de hoogst haalbare plaats tussen de 4e en de 15e. Op een slechte dag maak je gewoon een vrije val in de uitslag. Ga er die uitslagen maar op na, voor de subtoppers is de ene week duidelijk de andere niet. De verschuivingen zijn enorm. Als je een beetje beter bent, dan ga je makkelijk naar de top 5.”
Zelf kijkt Adams met vertrouwen uit naar zondag. “5 jaar geleden klopte ik Toon Aerts en Laurens Sweeck nog op het Belgisch kampioenschap bij de beloften in Waregem. In een goede dag kan ik hen misschien ook nu weer verrassen, maar normaal moet ik tevreden kunnen zijn met een top 5. Vorig jaar in Koksijde werd ik trouwens ook al 5e.”
Minder op de weg
De progressie die Adams boekte sinds de beloften is minder spectaculair dan bijvoorbeeld die van Aerts en Sweeck, jongens die hij bij de beloften wel de baas kon. “Laurens is altijd een topper geweest, maar Toon is sinds de beloften erg hard gegroeid”, zegt Adams. “Zelf heb ik nog 5 jaar gestudeerd, waardoor mijn ontbolstering wat op zich liet wachten. Ik had gedacht daarna sneller een stap te kunnen zetten, maar blijkbaar hang ik nu al een paar jaar op hetzelfde niveau.”
Adams hoopt dat die stap vooruit er alsnog komt. “Mits ik mijn voorbereiding in de zomer wat aanpas, moet dat misschien wel haalbaar zijn, ja. Het is in ieder geval iets waar ik aan denk. Misschien moet ik nog specifieker met het crossen bezig zijn. Nu wordt er van me verwacht dat ik in de zomer ook op de weg nog wat laat zien. Wellicht moeten we bekijken of we de zomer beter kunnen invullen. Al besef ik wel dat ik ook qua kracht zeker nog een stuk sterker kan worden.”
WK of niet?
De Belgen mogen 7 renners afvaardigen naar het WK in Denemarken. Moet Jens Adams daarbij zijn? “Het begint stilaan te leven, maar echt dromen doe ik er niet van. Ik focus me op mijn prestaties en laat de bondscoach zijn werk doen. Ik ga de bondscoach zijn keuze niet maken, nee. Maar het klopt wel dat je uiteindelijk wordt afgerekend op een niet-selectie. Als je erbij bent, betekent dat toch veel. En bovendien verbetert het je startpositie voor het seizoen daarop. Dus ja, ik ga graag mee naar het WK.” (lacht)