Beste Nederlandse prestatie afgelopen jaar op het wereldkampioenschap bij de juniores in het Oostenrijkse Innsbruck kwam van Eva Jonkers. Geen evidentie, want voor de intussen 18-jarige renster uit Staphorst was het een hels voorjaar geweest. Intussen blijft ze zichzelf ontwikkelen als 1e jaars belofte bij het Rogelli-Gyproc-APB team voor beloften.
“Koers maken lukt me niet meer”, omschrijft Jonkers het grootste verschil tussen koersen bij de junioren en als 1e jaars belofte tussen de ervaren eliterensters. “Voor het overige heb ik me vlot kunnen integreren, weet ik me redelijk goed aan te passen aan het hogere niveau en de langere afstanden. Ik moet nu vooral genieten en leren. Intussen weet ik dat als er veel wind staat, ik geen poging moet doen om van achteruit naar voren te rijden. Op dit niveau lukt dat niet meer. Althans, nog niet”, lacht Jonkers.
Positie
Als 1e jaars lagen Jonkers haar verwachtingen niet té hoog. “Het is allemaal nieuw, je moet geduld hebben”, zegt ze. “Ik wil de dingen niet forceren, al moet ik toegeven dat ik in mijn 1e wedstrijd – de Omloop Het Nieuwsblad – al meteen voelde dat dit wel een niveau is waarop ik mijn streng kan trekken. Met de wereldtop kan ik natuurlijk nog niet mee, maar ik vond wel al gauw mijn draai in het peloton. Alleen jammer dat je al snel uit koers wordt genomen eens je wat achterstand hebt opgelopen.”
“Qua positionering heb ik op dit moment nog het meeste te leren”, vindt Jonkers. “Zeker omdat ik zorgvuldig moet omspringen met m’n krachtenarsenaal is dit belangrijker dan ooit. Reken er dan bij dat er vaak wind stond in het voorjaar en je weet dat er voor een 1e jaars belofte niet te veel mag misgaan om in koers te kunnen blijven. Qua duurvermogen heb ik de voorbije maanden wel gewonnen en daarenboven heb ik ook mijn trainingsintensiteit opgeschroefd. Ik kan tevreden zijn over mijn voorjaar.”
Zwaar verlies
2018 was een zware dobber voor Jonkers. “In februari ben ik mijn opa verloren”, zegt ze. “Wij hadden een heel goeie band en dus kwam dat verlies hard aan. Hij lag daarvoor enkele weken in het ziekenhuis, dus ik heb me er wel op kunnen voorbereiden. Maar het was heftig. Elke dag naar het ziekenhuis, dat woog ook op mijn trainingen. Uiteindelijk heb ik er toch zwaarder van afgezien dan verwacht. Pas in de zomer was ik weer op niveau.”
En dan zette ze in het najaar een knappe prestatie neer op het junioren-WK: 18e werd Jonkers, beste Nederlandse. “Dat was boven de verwachtingen en gewoon heel fijn omdat ik zo mijn seizoen nog met een positieve noot kon eindigen. Intussen heb ik het verlies een plaats kunnen geven en sterkt het mij als ik aan mijn opa denk.”