Voor het seizoen 2018 onderging het Nederlandse Parkhotel Valkenburg een complete metamorfose. Alles werd anders en dat kent dit jaar een onwaarschijnlijk succes op sportief vlak. Manager Esra Tromp, zelf nog maar 28 en ex-renster, legt uit hoe dat zit.
Jullie hebben er een zeer succesvol voorjaar opzitten met de ploeg. Welke momenten springen eruit?
Esra Tromp: “Klopt! Momenten die er uit springen zijn de 1e overwinning in Nokere Koerse. Eens je begint te winnen, kom je makkelijker in een flow. Ook de prestaties van Sofie De Vuyst in de Omloop Het Nieuwsblad gaven aan dat er veel potentie zit in het team, op verschillende vlakken. Daarnaast denk ik aan de WorldTour-etappezeges in China en Luxemburg, waar het team een klassement te verdedigen had en waar Sophie de Boer en Sofie De Vuyst een belangrijke rol speelden. En dan is er natuurlijk nog de overwinning van Sofie De Vuyst in de Brabantse Pijl. De Ardennen-week van Demi Vollering gaf bevestiging dat het team ook bergop kan meedoen in de finale. En uiteraard is er de Nederlandse titel van Lorena Wiebes.”
Parkhotel Valkenburg is een ploeg die enorm gegroeid is. Kan je wat over vertellen over die evolutie door de jaren heen?
Esra Tromp: “Het team is enorm gegroeid sinds 2018, toen we het team volledig vernieuwd hebben, onder een nieuw management en met een nieuw begeleidingsteam. De ervaringen van op de fiets worden nu meegenomen om achter de schermen de organisatie zo te vormen dat onze talenten zich het beste kunnen ontwikkelen. Voor de perfecte omstandigheden heb je een stabiele basis nodig en een team dat resultaten kan neerzetten op verschillende terreinen. Bij de zoektocht naar de nieuwe samenstelling van het team hebben we zeker gelet op power, sprintvermogen, handig bewegen in een koers, klassieke rensters en talenten die nog onder de radar zaten. Voor de stabiele omgeving is de WorldTour-status enorm belangrijk omdat het team zo vat krijgt op het te rijden programma. Het team krijgt nu alle uitnodigingen en hoeft niet te wachten op een wildcard. Zo kunnen rensters en bij uitbreiding het volledige team zich optimaal voorbereiden.”
Waar halen jullie de middelen en hoe belangrijk zijn partners?
Esra Tromp: “Sponsoren zijn belangrijk om te bestaan en om te groeien. Het liefst werkt het team natuurlijk met langetermijnpartners en meerjarige contracten. Zo kan je samen naar dromen toewerken en je samen ontwikkelen. Onze partners zijn er eigenlijk al van vele jaren bij. Ik denk met name aan de hoofdsponsor, Abus, Bioracer en Schwalbe. Dat zijn maar enkele partners die het team al jaren ondersteunen en waar we onwijs dankbaar voor zijn. Een meerjarenovereenkomst met een sponsor heeft voor beide partijen enorme voordelen. Als ik kijk naar bijvoorbeeld de banden van Schwalbe, durf ik stellen dat die door onze technische feedback in de loop der jaren enorm verbeterd zijn.”
Hoe zien partnerships er doorgaans uit?
Esra Tromp: “Om er 1 bekende te noemen, kom ik terug bij Schwalbe. Met hen hebben we een partnership op gebied van producten. We denken bij de banden ook mee over de ontwikkeling en gaan ze uittesten. Zowel het team als Schwalbe zelf is erg tevreden met hoe de gehele samenwerking verloopt. We zijn er dan ook van overtuigd verder met elkaar te groeien.”
Hoe blikken jullie vooruit naar de Giro d’Italia?
Esra Tromp: “We kijken enorm uit naar de Giro. Voor veel meiden zal het hun 1e ervaring worden met zo’n lange etappekoers in zware omstandigheden en met veel beklimmingen. Dit wordt een super leermoment en een ervaring om niet snel te vergeten. Uiteraard kijken we ook naar wat deze wedstrijd het team kan brengen. We hebben een team opgesteld met rensters die doorgaans goed bergop kunnen rijden en heel goeie teamplayers zijn. Het zou tof zijn als we in 1 of 2 etappes een rol van betekenis kunnen spelen. Langs de andere kant kijken we ook naar een eventueel klassement. Echter staat ontwikkeling en ervaring voorop en wil ik geen grote druk bij onze ploeg leggen.”