Een beetje koersnerd weet dat je Julian Alaphilippe zonder nadenken meeneemt in je virtuele Tourploeg. De etappe van maandag stond allicht rood omcirkeld in het logboek van de Dartagnan van het peloton. Het stond in de sterren en koffiedik geschreven dat hij in Épernay zou winnen. Daarom gaan we het niet over hem hebben. We moeten het eens hebben over Tim.
Tim Wellens is geen veelwinnaar. Een praatjesmaker is Tim al evenmin. Op dagen als maandag vraag ik me vertwijfeld af of Tim niet eens naar een andere ploeg moet verkassen, 1’tje met ambities die verder reiken dan kerktorens en kasseien. Maar Tim lijkt zich zelden iets af te vragen. Tim laat zich nooit gek maken. Voor de innerlijke rust en beheersing van Tim Wellens heb ik een paar vingers, of zelfs een ledemaat veil.
Wie Tim al eens opgewonden of furieus heeft gezien, mag zich melden. Ronkende verklaringen geeft hij niet. Tim is een Limburger. Die weten wat relativeren is. Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. Niet dat er geen opmerkelijke triomfen achter zijn naam prijken. De Brabantse Pijl en de Tirreno Adriatico, dat zijn geen kermiskoersen. Maar Tim is geen opschepper en zelfpromotie is niet aan hem besteed. Zelfs in Monaco, waar de Rolexen de onvermoeibare zon weerkaatsen, neemt Tim gewoon de bus.
Fijne coureurs
Tim past wonderwel bij een andere favoriete renner van mij: Thomas De Gendt. De ene wat schuchter en terughoudend, de andere laconiek en dol op fratsen. Vorig jaar vonden de Peppie en Kokkie van de koers na een slopend seizoen nog voldoende animo om na de Ronde van Lombardije met de fiets huiswaarts te keren, een plan waarvan elk weldenkend mens zich afvraagt waarom iemand eraan zou beginnen met meer dan 10.000 kilometers op de teller.
‘The Final Breakaway’ van Thomas en Tim leverde heerlijke beelden en impressies op. De jolige De Gendt en de schuchtere Wellens voor een monsterlijke pizza. Thomas en Tim plakken een lekke band. Thomas en Tim peddelen door de overweldigende landschappen van Noord-Italië. Voor de vriendschap en het avontuur doen ze hun finale ontsnapping dit jaar nog eens dunnetjes over, vanuit Spanje dit keer. Een avontuur vol goesting dat mij op tweedehandssites naar trekkingfietsen doet zoeken. Coureurs die oprecht graag fietsen zijn de fijnste coureurs.
Frambozentrui
Maar passons, en weer over naar Tim. Want het moet eens gezegd: niemand zit mooier op een fiets dan Tim Wellens, of het zou Vincenzo Nibali moeten zijn, maar dat is geen schattige bescheiden Limburger. Die onbeweeglijke, pezige armen, terwijl de ranke benen ronddraaien als die van een prima ballerina; die gestroomlijnde rug; die perfecte cadans.
Tim Wellens, dames en heren, is de Anna Teresa De Keersmaeker van de koers. Niemand trapt zo sierlijk rond; niemand zit zo elegant op een fiets. Ik zou ASO willen aanmanen om naast de gele, de groene, de witte en de bollentrui, een truitje uit te reiken in een appetijtelijke frambozentint, voor de meest esthetische renner. Die trui zou uiteraard elk jaar naar Tim Wellens gaan, tot aan zijn rennerspensioen. Dat behoeft geen betoog.
Tegen beter weten in
Maandag was een uitstekende dag geweest om die trui uit te reiken. Tim vertrok uit de kopgroep, al had hij een dringende boodschap te volbrengen, en reed solo de nijdige heuveltjes over waarvoor we de parcoursbouwer mogen danken. Die hele ontsnapping was nochtans niet het plan geweest. Eigenlijk zou solist pur sang Thomas De Gendt er vandoor gaan, maar die heeft intussen zo’n escapistische reputatie dat niemand hem liet gaan.
Dus deed Tim een gooi, met 4 dappere of overmoedige kompanen, die hij vervolgens beheerst maar resoluut afschudde aan de voet van de 1e helling. Een actie die deed dromen, tegen beter weten in. Iedereen wist dat Alfa-philippe er zat aan te komen. Wellens-fans bogen deemoedig het hoofd van zodra Dries Devenyns zich vooraan posteerde en de zweep op de restanten van het peloton legde. Toen de blauwe raket met het sikje ter hoogte van Tim kwam, hopend op een constructief duet, stak die laatste gelaten z’n arm in de lucht: lek.
Knarsetanden
Eender welke coureur zou vloeken als een dokwerker of knarsetanden van frustratie. Niet Tim Wellens. “Dat het wel vervelend was”, gaf hij nadien toe. “Maar ik mag al tevreden zijn met de bolletjestrui. Een mooi souvenir.” Ik vloekte en knarsetandde dan maar in zijn plaats. Iemand moest het doen.
1 comment
Tirreno Adriatico is inderdaad geen kermiskoers maar Tim heeft die bij mijn weten helaas nooit gewonnen.
Wat me in zijn rijstijl vooral opvalt, is dat hij haast altijd op de punt van zijn zadel lijkt te zitten en dat geeft mij soms een ongemakkelijk gevoel in zijn plaats. Maar hij gaat vooruit en dat is het wat telt.