De regerende Nederlandse juniorenkampioen tijdrijden Lars Boven knalde op het voorbije EK in eigen land naar een zilveren medaille in de discipline, waarna een dag later de ontnuchtering volgde in de wegrit. De prestaties van de Overijsselse junior bleven tijdens het voorbije EK een beetje onderbelicht, vinden wij.
Nadat hij vorig jaar als 1e jaars al 4e werd op het NK tijdrijden voor junioren, zette hij eind juni de beste tijd neer van al zijn generatiegenoten. “Vorig jaar zat ik al erg dicht bij het podium, maar toen finishte ik wel pas als 3e 1ejaars. Daarom was ik toch verrast met mijn Nederlandse titel. Dit jaar had ik nog geen TT gereden, dus het was moeilijk inschatten wat een extra jaar progressie zou geven voor mij en hoe de anderen zich hadden ontwikkeld. Desondanks had ik met het oog hierop wel wat meer tijdritspecifieke trainingen gedaan, maar dat het zo’n groot verschil zou zijn met vorig jaar had ik niet verwacht. Hoe dan ook, het is altijd mooi om in zo’n tricoloreshirt te mogen rijden, vooral als het in een discipline is die je heel leuk vindt.”
Een Europees kampioenschap was natuurlijk nog andere koek. “Vooraf had ik niet verwacht om mee te kunnen spelen voor het podium”, doet Boven zijn verhaal. “Ik had zelf gehoopt op een top 5. Dan is de 2e plaats zeker geen ontgoocheling, ook al omdat ik 12 seconden moest toegeven op de winnaar, de Italiaan Andrea Piccolo. Dan moet je je achteraf ook niet afvragen waar je tijd hebt verloren, want 12 seconden is best veel. Ik had tijdens de tijdrit wel slechte benen en kwam niet echt in mijn ritme, dus het is heel mooi dat er dan toch nog een 2e plaats uitkomt.”
Knie
Met welke ambitie stond Boven daags nadien aan de start van de wegrit? “Ik had de ambitie om actief mee te koersen en op het einde van de wedstrijd de ploeg zo goed mogelijk te helpen voor een eventuele sprint”, zet hij. “Ik reed in de 1e ronde in het centrum weg met een Duister, maar we werden aan het einde van de kasseien weer teruggepakt. In de 3e ronde reed ik naar de kopgroep toe die net was weggereden. In het begin voelde ik me goed, maar later kreeg ik last van mijn knie, waardoor ik moest lossen. Toen het peloton me opraapte, kreeg ik het zelfs daar lastig. Ik was erg ontgoocheld, omdat ik me echt goed voelde en bij de kopgroep zat, maar ook omdat ik nu niets meer kon doen voor de ploeg. Dat is de eenvoudige verklaring voor de tranen die ik liet.”
Toch heeft Boven het EK met een positief gevoel afgesloten. Ik blik tevreden terug op deze week”, stelt hij. “Enerzijds omdat ik heel tevreden ben met mijn 2e plek in de tijdrit en anderzijds omdat ik me tijdens de wegrit ook goed voelde. Ik ben wel teleurgesteld over het feit dat ik last kreeg van mijn knie. Daar kreeg ik eind juli na de Route des Géants al last van, maar dat werd toen snel minder. Tijdens de tijdrit voelde ik er ook niks van, maar in de wegrit was de pijn weer navenant. Eerst dus zorgen dat mijn knie weer helemaal is hersteld. Voor de rest heb ik niet echt doelen voor het najaar, ik wil vooral mooie uitslagen rijden en hoop op een nationale selectie voor het WK in Yorkshire. Daarna zal ook wel duidelijk worden waar ik volgend jaar als 1e jaars belofte zal koersen”, besluit hij.