Op donderdag 19 december organiseert WielerVerhaal opnieuw een talkshow in het Centrum Ronde van Vlaanderen in Oudenaarde. ‘Jonge Wolven‘ hadden we al gehad, dus is het nu tijd voor ‘Jonge Wolvinnen’. 5 prachtige rensters die een avond lang hun verhaal doen. De inschrijvingen zijn open. Stuur een mailtje naar [email protected] en uw plaats is gereserveerd!
Wie zit er in ons panel?
Cameron Vandenbroucke (20)
2019 is/was een Vandenbroucke-jaar. Vader Frank werd 10 jaar na zijn overlijden overal herdacht en dochter Cameron startte haar eigen wielerloopbaan op. Hoe dat gegaan is, en welk vervolg dat moet krijgen, daar zijn we met z’n alle benieuwd naar.
Nathalie Bex (21)
In haar leeftijdscategorie de beste renster die Vlaanderen rijk is. De Truiense ontwikkelde zich onder de hoede van Christel Herremans, koos afgelopen seizoen voor het interessante U23-project van Servais Knaven en rijdt volgend seizoen opnieuw in Belgische dienst bij Chevalmeire. Bex heeft er geen topjaar opzitten, maar haar buitengewone talent kan onmogelijk vergaan zijn.
Julie De Wilde (16/17)
Wordt begin december pas 17 en reed het voorbije seizoen als 1e jaars juniore. Dat deed de Laarnse met verve in verschillende disciplines, zelfs in die mate dat ze nu al wordt gezien als de coming lady van het Belgische vrouwenwielrennen, ergens op het niveau van een Jolien D’hoore of Lotte Kopecky. Of misschien schopt ze het zelfs nog verder. Haar prachtige jaar kreeg een kers op de taart met een zilveren medaille in de wegrit op het WK in Yorkshire.
Marith Vanhove (16)
In de jeugdcategorieën verzamelde Marith 98 overwinningen in de kleuren van De Molenspurters. Volgend seizoen maakt de Izegemse haar debuut bij de juniores, maar wel bij een Nederlands clubteam. Een opvallende maar interessante keuze die een woordje uitleg vraagt. Absolute topper in wording!
Quinty Van de Guchte (20)
Rijdt als Zeeuwse voor Keukens Redant en kent de Vlaamse wegen dus als geen ander. In het najaar bekroonde ze haar seizoen met 2 overwinningen bij de elite, in de kermiskoersen van Berlare en Buggenhout, waar ze telkens 60 km in de aanval reed en het vervolgens afmaakte in een sprint-à-deux. Ondanks haar achtergrond kan ze het best uit de voeten op glooiende parcoursen.