10 november 2019 zal Puck Pieterse wellicht niet snel zal vergeten. Die dag werd ze Europees kampioene veldrijden bij de meisjes junioren. De titel leverde haar een transfer op naar een van de teams van de gebroeders Roodhooft. Al hing die transfer al wat langer in de lucht. “Vorig jaar na het EK in Rosmalen was er al een gesprek”, vertelt de ruwe diamant uit Amersfoort.
Voor welk team uit de Roodhooft-stal Pieterse precies gaat rijden, kan ze nog niet zeggen. “Dat is nog even afwachten. Vorig jaar heb ik al contact met hen gehad na mijn 5e plaats op het EK in Rosmalen. Na het mountainbikeseizoen hebben we dan opnieuw samengezeten en onlangs zijn we tot een akkoord kunnen komen”, zegt Pieterse. “Het is wel de bedoeling om mountainbiken en veldrijden nog te blijven combineren. Bij mijn huidige team ZZPR Orange Babies was die combinatie minder vanzelfsprekend omdat de ploeg zich meer op veldrijden toespitst en minder op mountainbiken.”
Het blijft voor de Nederlandse tevens haar ambitie om ook wereldbekerwedstrijden op de mountainbike te rijden. “Voorlopig wil ik de beide disciplines blijven combineren, al kan het zijn dat ik in de toekomst ga moeten kiezen. Sowieso vind ik ze beiden uitdagend, maar een keuze kan ik nog niet maken. Dat hangt ook van school af. Ik zit nu in het laatste jaar middelbaar en wil wel verder studeren. Wat precies weet ik nog niet, misschien iets met sport en beweging.”
Europese titel
Vorig jaar was Pieterse dus nog 5e op het EK voor beloften, dit jaar wist ze de titel te behalen tijdens het allereerste EK voor meisjes junioren. “Op basis van de wedstrijden ervoor wist ik dat een top 3 mocht ambiëren”, zegt ze. “Dat ik kon winnen maakt me uiteraard heel blij. De dag voor de wedstrijd had ik het zeker niet verwacht. Toen was er nog zodanig veel modder dat er lange stukken moesten worden gelopen. Op de dag van de wedstrijd zelf konden we meer fietsen. Het was wel apart door de modder, want het was de 1e keer dit seizoen dat we die omstandigheden voor de wielen kregen.”
Na haar Europese titel behoort Pieterse tot de favorieten om de 1e wereldkampioene veldrijden bij de meisjes junioren te worden. “Ik zie mezelf niet als dé topfavoriete, maar wel als 1 van de favorieten. Er is natuurlijk nog Shirin Van Anrooij die de laatste tijd heel goed bezig is en er zijn nog enkele Franse meisjes. Daarnaast weet je nooit hoe goed de Amerikaanse meisjes zijn. Die komen tijdens het seizoen niet naar Europa, enkel voor WK en Wereldbekers. Je kan dus maar moeilijk inschatten wat hun niveau is.”
Wereldbeker
De rest van het seizoen maakt de jonge renster uit Amersfoort vooral een doel van de grote crossen. “Ik kijk al uit naar de volgende wedstrijden voor de wereldbeker. Daarnaast zijn ook het NK en het WK een doel. Ik zal ook nog aan een aantal wedstrijden van de DVV Verzekeringen Trofee deelnemen.”
Pieterse let naar eigen zeggen wel goed op zich niet op te branden op jonge leeftijd. “Ik kies er bewust voor om zeker niet elk weekend 2 wedstrijden af te werken”, verzekert ze. “Als juniore hakken 2 wedstrijden op 2 dagen er echt wel in. Het is en blijft belangrijk om ook voldoende rust te nemen.”
Het feit dat de juniores vaak samen rijden met de elitevrouwen maakt de wedstrijden uiteraard alleen maar zwaarder. Toch ziet Pieterse dit als een voordeel. “Het is leuk om jaar per jaar maar ook wedstrijd per wedstrijd te zien hoever je staat. In de wereldbeker kan je heel goed je vooruitgang meten omdat dan iedereen aanwezig is. Het zorgt ervoor dat je de drive vindt om hard te werken. Ik vind het wel positief dat er dan in de Wereldbekers wel een apart podium is voor de U23.”
Het bewijs dat het crescendo gaat voor Pieterse? Haar 9e plaats in Tábor tussen de elitevrouwen. “Dat was echt heel vet”, zegt de Europees kampioene. “Als je gevestigde waarden zoals Nash of Compton achter je kan laten, geeft dat echt een heel goed gevoel. Vorig jaar slaagde ik er niet in om in de top 20 van een Wereldbekerwedstrijd te geraken, en nu haalde ik al meteen een top 10 in Tábor.”