Na een jaar bij de Veranda’s Willemsploeg trok Mathias De Witte voor 2019 naar Roompot-Charles, maar dat werd geen onverdeeld succes. De 26-jarige Dammenaar kwam in een Italiaanse koers zwaar ten val en moest in juli al een streep trekken onder zijn seizoen. Daarbovenop hield zijn ploeg het voor bekeken, maar ternauwernood kreeg hij toch nog een profcontract voorgeschoteld bij Natura4Ever-Roubaix Lille Métropole.
Hoe is met je na je val in de Adriatico Ionica Race?
Mathias De Witte: “Ik heb op dit moment weinig tot geen last meer van mijn blessure. Ik hoop dat het zo in stijgende lijn blijft verbeteren, dan komt het wel goed. Eigenlijk gaat het veel vlotter dan verwacht. De dokters hadden niet verwacht dat ik nu al zo ver zou staan. Mijn linkerbeen zit nog iets achter, wat ook wel normaal is. Ik heb nu een andere kijk op het leven na deze blessure, want voor hetzelfde geld was ik nu invalide.”
Kan je wat meer vertellen over die val en de gevolgen?
Mathias De Witte: “Ik ben gevallen tijdens een afdaling in de 3e rit. Ik kwam met mijn voet onder de vangrail terecht en mijn enkel werd afgekapt. Met als gevolg dat mijn ligamenten en pezen ook af waren. Ik had een open enkelbreuk, gebroken neus, en een knie die moest genaaid worden. In het ziekenhuis in Gorizia hebben ze enkel de breuk gestabiliseerd maar niets aan pezen of ligamenten gedaan. Gelukkig kon ik de 31e juli al naar een ziekenhuis in België. In ‘Maria middelares’ in Gent hebben ze mij de dag nadien opnieuw geopereerd en mijn pezen en ligamenten terug aan elkaar gehecht, waarbij ze ook pezen hebben getransplanteerd. Doordat ze in Italië niet het werk hebben gedaan dat ze moesten doen en ik 2 keer ben geopereerd, is het vel van de wonde afgestorven. Daardoor heb ik een 3e operatie moeten ondergaan en heb ik 3 à 4 weken vacuümtherapie ondergaan. Die wonde werd heel de dag afgezogen zodat het beter kon herstellen. En zo heb ik nog een 4e operatie moeten ondergaan waarbij ik een huidtransplantatie heb gekregen. Sindsdien loopt het weer beter, letterlijk en figuurlijk.”
Waarom overwoog je even om te stoppen met koersen?
Mathias De Witte: “Ik wist niet goed wat te verwachten. Het zag er op een bepaald moment echt niet goed uit. Ik wist dat het aan een zijden draadje zou hangen om ooit nog te kunnen koersen op professioneel niveau. Maar naarmate ik revalideerde en zag dat het steeds sneller beter werd, kreeg ik toch het gevoel dat ik niet op zo’n manier wilde stoppen. En als koersen niet meer zou gaan, zou ik overwogen hebben om iets in de bouwsector te doen. Maar mijn voet moest dan ook nog wel deftig herstellen.”
Hoe tevreden ben je over je voorjaar bij Roompot? Wat was goed, wat minder?
Mathias De Witte: “Ik heb wat pechmomenten gekend in het voorjaar, maar over mijn vorm kon ik niet klagen. Ik was altijd op niveau. Ik kon in veel ritten mijn mannetje staan. Enkel mijn topniveau was er nog niet. Ik heb proberen mijn kopmannen te helpen waar nodig. Maar zelf heb ik er iets te weinig uitgehaald, vind ik.”
Wanneer wist je zelf dat je voor 2020 een nieuw team moest zoeken?
Mathias De Witte: “We wisten al van in de zomer dat we zelf op zoek mochten gaan naar een nieuwe werkgever. Ze wisten immers zelf ook nog niet goed of ze nieuwe sponsors zouden vinden om mee door te gaan. De communicatie is wel tijdig gebeurd, alleen ben ik op een verkeerd moment heel slecht gevallen en vervolgens niet meer in actie gekomen. Dat lag natuurlijk moeilijk bij andere ploegen.”
Je reed 2 jaar op procontinentaal niveau en nu weer continentaal. Wat zijn voor jou de grootste veranderingen in de praktijk?
Mathias De Witte: “Roubaix heeft een heel mooi programma en is heel professioneel, meer dan sommige procontinentale teams. Dat sprak me wel aan. Ik ben nog steeds voltijds prof, maar ik zal bijvoorbeeld geen klassiekers meer in het voorjaar rijden. Dat wordt de grootste aanpassing.”
Je beste resultaat in je carrière is wellicht je 6e plaats in de Tro Bro Leon? Kan je nog beter, denk je?
Mathias De Witte: ” Klopt. In 2017 was ik heel goed in het voorjaar. Overal kon ik wel tonen wat ik waard was als 23- en 24-jarige. Dat is de 2 jaren nadien veranderd, vooral ook omdat we meer in ploegverband reden. De grote opdracht is nu om mijn niveau van vroeger te halen. Daar zou ik al heel blij mee zijn. Maar ik zou weer meer piekmomenten hebben.”