In 2017 kroonde Stijn De Bock uit Zele zich tot Belgisch kampioen bij de elite zonder contract en na een jaartje in Britse loondienst rijdt hij in 2020 als prof voor Tarteletto-Isorex. Zijn 2 jaar jongere broer Stef laat als eliterenner zonder contract mooie dingen zien bij Team Shifting Gears. En sinds dit weekend kennen we ook hun neefje Aless De Bock. De 14-jarige aspirant kroonde zich tot Belgisch kampioen in het Omnium.
Welke band heb jij met Stijn en met Stef?
Aless De Bock: “Stijn en Stef zijn mijn ooms. In de winter zie ik hen het meest omdat ik dan naar de piste in Gent ga om te koersen. Samen gaan fietsen doen we echter niet. Enerzijds zijn zij natuurlijk ene stuk ouder en kan ik de afstand die zij afleggen nog niet aan. Anderzijds woon ik in Hechtel, provincie Limburg, terwijl zij zoals bekend in het Oost-Vlaamse Zele wonen. Dat komt omdat mijn mama Nederlandse is. Wij woonden vroeger in Nederland en zijn nadien verhuisd naar Hechtel, net over de grens. Stijn is wel al een keer met mij gaan trainen op het circuit van Zolder. Ik ga daar altijd trainen, vandaar. Toen ik met ome stijn ging, zei hij dat we gingen “losrijden”. Maar na een goed half uur hadden we een gemiddelde van 39 km/u.”
Wie leert jou het meeste bij op koersvlak?
Aless De Bock: “Ik krijg vooral advies van mijn papa. Die is vroeger vaak met Stef en Stijn naar de koers geweest en heeft daar kunnen zien wat zij goed en minder goed deden. Zo adviseert hij mij en daar leer ik van. Vroeger voetbalde ik maar ging regelmatig mee naar hun koersen. Ik vond het een hele leuke en spannende sport en wilde het zelf ook gaan doen. Ik reed altijd al op de weg en heb vorig jaar voor het eerst kennis gemaakt met de piste.”
Je bent nu BK Omnium bij de aspiranten (U15). Hoe zijn de verschillende onderdelen verlopen?
Aless De Bock: “De scratch was een goed begin van de dag, ik werd er 2e achter Bram Puype. De temporonden is 1 van mijn sterkere onderdelen. Hoewel het zwaar was, wist ik toch te winnen. Bij de 500m had ik een goede start en kon ik mijn persoonlijk record verbeteren met bijna een volledige seconde. Ik belandde er op een mooie 2e plaats. Ik begon aan de puntenkoers met een voorsprong van 10 punten. De puntenkoers was keihard. Na 3 sprints kwam Nicolas Aernouts nog tot 4 punten van mij, maar in de 4e en 5e sprint kon ik als eerste over de meet komen, waardoor mijn voorsprong was uitgebouwd tot 14 punten. Daarmee was het pleit beslecht.”
Welke onderdelen kan je doorgaans het beste?
Aless De Bock: “Mijn betere onderdelen zijn de temporonden en de 500m omdat dit 2 disciplines zijn waarbij je een hoge snelheid lang moet kunnen aanhouden. De puntenkoers vind ik toch de leukste omdat je dan tactisch moet nadenken.”