Opvallend: het Van Moer Logistics Cycling Team, het team van de ouders van Lotto Soudal-prof Brent Van Moer en gevestigd in het Waasland, telt dit seizoen 96 renners. Dat zijn er behoorlijk wat meer dan in 2019, toen de club 75 jeugdrenners herbergde. Is daar een verklaring voor? En waar moet het naartoe met deze vaste waarde? We schotelden voorzitter Erwin Boeye een handvol prangende vragen voor.
Sinds wanneer bestaat de club en hoe is deze de voorbije jaren geëvolueerd?
Erwin Boeye: “Ons team is begonnen in 1986 onder de naam Excelsior Haasdonk. In 1996 is er een samensmelting geweest met WC Vooruit uit Sint-Gillis-Waas en Hoop op Zegen uit Beveren en zo is Wielerteam Waasland ontstaan. In 2006 is er nog een opsplitsing gebeurd en had men Wielerteam Waasland en het toenmalige Avia-team. De huidige naam Van Moer Logistics Cycling Team is het verdere voortbestaan van Wielerteam Waasland.”
Wat zijn de missie en de visie op lange termijn?
Erwin Boeye: “Onze missie op lange termijn is om renners op te leiden, structuur mee te geven en karakter te kweken om door te zetten, wat basiselementen zijn voor jonge gasten in hun verdere leven. Bij onze renners moet er engagement zijn. Engagement, dat is samen doelen proberen te realiseren.
In welke mate spelen resultaten een rol?
Erwin Boeye: “Uiteraard is wielrennen een competitiesport en spelen resultaten een rol in het bereiken van doelen. Maar als je met jonge renners werkt zonder de druk om te presteren, dan komen de resultaten vanzelf. Vergeet niet: als de fun weg is, komt de stress. En die is hier niet op zijn plaats.”
Voor 2020 hebben jullie 96 renners, een groei van pakweg 30%. Hoe kan je dat verklaren?
Erwin Boeye: “Vermoedelijk heeft dit te maken met de populariteit van de sport op zich, maar vooral met onze degelijke jeugdwerking en het steeds werken aan een goeie groepssfeer. Of bijna 100 renners niet te veel is voor een jeugdploeg? Moeilijk te zeggen. Met het verdwijnen van heel wat jeugdploegen moeten die renners elders een onderkomen vinden en komen de betere ploegen steeds meer in een goed daglicht te staan. Wij hopen dan ook dat we onze jeugd met respect voor medewerkers, sponsors en materiaal nog lang welkom kunnen heten.”