Dat Sharon Dommanschet uit Roosendaal zou gaan koersen, stond in de sterren geschreven. De opgang van haar carrière kwam echter tot stand op een ietwat atypische manier. Haar voorjaar is in het water gevallen, niet alleen door het coronavirus, en dus richt ze zich op het najaar. Kan goed dat de 22-jarige blondine dan al haar ultieme wielerdroom verzilvert.
Hoe lang fiets je al en hoe is dat begonnen?
Sharon Dommanschet: “Ik ben op mijn 8e begonnen met koersen in categorie 1. Toen ik nog baby was ging ik in de Maxi-Cosi al alle koersen van mijn broer en zus af. Ik kon echt niet wachten om de fiets op te mogen en zo begon ik op mijn 7e met ‘trainen’. Wat niet meer voorstelde dan fietstikkertje en wat andere behendigheidsspelletjes. Dat het fietsen er met de paplepel is ingegoten, kun je dus wel stellen. Het leek eeuwen te duren voordat ook ik eindelijk mocht gaan wielrennen.”
Vanaf wanneer ben je het fietsen wat serieuzer gaan aanpakken?
Sharon Dommanschet: “Sinds 2019. In mei ben ik begonnen met het trainen onder begeleiding van Stefan van Klink. Voor die tijd deed ik maar wat. Bij de jeugd werd ik er met regelmaat afgereden. Zo nu en dan heb ik echt wel eens een mooie uitslag gereden bij de nieuwelingen en junioren. Geen podium maar een 5e plaats voelde voor mij al als winnen. Ik had wat moeite met de overstap naar de vrouwen elite, en vooral in de klassiekers en de omlopen had ik het zwaar te verduren. Met de criteriums had ik minder moeite. Als 2e jaars ging het al wat beter en vorig seizoen kon ik als 3e jaars goed mee.”
Sinds september 2019 rijd je voor het Braziliaanse Memorial Santos. Hoe is die transfer tot stand gekomen?
Sharon Dommanschet: “In augustus was er de Flanders Ladies Classic die ik graag wilde rijden. Geen idee waarom, want alles wat nog maar een beetje omhoog gaat, ligt me niet zo goed. Ik voelde me in die periode sterk en wilde er hoe dan ook rijden. Mijn club TWC de Kempen uit Valkenswaard startte daar niet. Toen ben ik de deelnemerslijst afgegaan en zag dat Memorial Santos geen compleet team had. Ik heb ploegleider Arthur (Pereira Leite, red) gevraagd of ik mee mocht rijden als gastrenster en dat mocht. Tot mijn verbazing reed ik nog goed ook. Arthur was erg enthousiast over mij en ik kreeg al meteen een hele lijst doorgestuurd van de overige wedstrijden die zij nog op de planning hadden staan. Ik heb in Frankrijk nog de GP de Fourmies met hen gereden en wilde heel graag de Lotto Belgium Tour met ze rijden. Deze wedstrijd kan niet als mixed team verreden worden, dus zat er maar 1 ding op: een stagecontract. Helaas viel ik zowel in GP de Fourmies als in de Lotto Belgium Tour (2e etappe, 1e rit in lijn). Voor Arthur was het al duidelijk, hij had genoeg van mij in koers gezien om me een contract voor het seizoen 2020 aan te bieden.”
Hoe waren die eerste koersen op het hoogste niveau?
Sharon Dommanschet: “Ik had er geen moeite mee. In GP de Fourmies viel ik op 20 km voor het eind en heb dus grotendeels mee kunnen rijden. En dat op een glooiend parcours. Tot mijn verbazing kon ik naast zelf even weg gezeten te hebben ook nog goed knechten. Ik viel vanwege een overstekende kat en helaas was het voor mijn teamgenote toen ook einde verhaal. Zij zat in mijn wiel, ik hield haar van voren.”
Op welke vlakken heb je deze winter het meeste progressie geboekt?
Sharon Dommanschet: “Ik ben wat later begonnen met het serieuze trainen vanwege mijn heiligbeenbreuk die ik opliep met de val in de Lotto Belgium Tour. Door dit voorval wilde ik 2 keer op trainingskamp om de schade te beperken. Het 1e trainingskamp was een teleurstelling. Ik was net op tijd hersteld van een flinke griep. Ik had veel uren gemaakt, maar de bloktrainingen gingen niet zoals gehoopt. Eind januari voelde ik me wel weer prima en in februari ging ik op trainingskamp nummer 2. Dat verliep al een stuk beter, qua vermogen had ik een nieuw record op de 5 minuten. Die boost had ik echt even nodig! Ik kwam gemotiveerd terug in Nederland en wist dat er nog werk aan de winkel was, maar de basis was goed genoeg om te koersen. Daarna kreeg ik opnieuw te maken met een griep die langer duurde dan een week. Ik heb in totaal 3 weken hinder ondervonden en heb die weken bijna niet getraind. En als ik dan een rondje reed, was het kort en met lichte inspanning. We zijn nu halverwege maart en ik kan de trainingen weer rustig aan oppakken. Lastig dus om te zeggen op welke vlakken ik het meeste progressie heb geboekt. Wellicht het mentale.” (lacht)
In welke mate gooit het coronavirus nu roet in jouw eten?
Sharon Dommanschet: “Geen! Ik vind het verschrikkelijk wat voor impact dit virus heeft op de mensen en de economie. Alles lijdt onder het coronavirus en de schade is nu al zo groot. Voor mij betekent deze periode echter meer voorbereiding. Ik ben nog niet klaar om te koersen. De achterstand zal voorlopig blijven aangezien ik weer een beetje bij 0 begin, maar ik hoop dat in de zomerperiode weer wat bijgehaald te hebben.”
In welke wedstrijden zou je dit voorjaar normaal pieken?
Sharon Dommanschet: “Het merendeel van de wedstrijden is nieuw voor mij. Ik weet niet goed wat me wel en niet ligt. Het lijkt mij leuk om in juni wat mooie uitslagen te rijden in de Belgische UCI-koersen en het Nederlands kampioenschap. In augustus is in Nederland de Watersley Women’s Challenge, een U23-meerdaagse. Dit is mijn laatste jaar in de categorie U23 dus lijkt me dat een mooie meerdaagse om in uit te blinken. Ik heb geen hele specifieke wedstrijd waar ik moet en zal presteren, ik heb meer een periode in gedachten waarvan ik denk sterk te zijn en die wedstrijden wil ik stuk voor stuk hard knokken voor een goede uitslag. Ik ben nu nog flink bezig met opbouwen en focus me nu vooral op augustus en september.”
Je studeert voor tandartsassistente. Hoe combineer je dat met trainingen en wedstrijden?
Sharon Dommanschet: “De opleiding tandartsassistente is een MBO niveau 4-opleiding. Ik moet eerlijk zeggen dat ik het moeilijk te combineren vind. Ik ga 3 dagen in de week naar school en loop 2 dagen in de week stage. De dagen zijn lang en vooral in de winterperiode vind ik dat lastig. Ik ben blij dat het steeds wat langer licht wordt. Voor wedstrijden krijg ik verlof, de medewerking van school vind ik dan ook erg fijn.”
Wat is je ultieme wielerdroom en hoe realistisch acht je die?
Sharon Dommanschet: “Mijn ultieme wielerdroom is een podiumplek bemachtigen in een hoog aangeschreven koers. Ik acht die zeer realistisch, maar nog niet voor komende periode.”