Zaterdag 21 maart was de dag dat Milaan-Sanremo had moeten verreden worden. Dat feestje ging, als gevolg van het C-woord, jammer genoeg niet door. La Primavera (de lente) of volgens anderen ‘la prima vera’ (Italiaans voor ‘de eerste ware’) werd tot en met 1953 georganiseerd op 19 maart, de feestdag van Sint-Jozef. Nu denken ze eraan om de wedstrijd in het najaar te organiseren, …. Dat is alsof veldrijders de Koppenbergcross in de 2e week van juli zouden afwerken. Niet doen, asjeblieft.
Deze koers is er ene van veelwinnaars, want Eddy Merckx (7x), Costante Girardengo (6x) en Gino Bartali en Erik Zabel (beiden 4x) kwamen er meerdere keren als primus over de meet. Roger De Vlaeminck was goed voor 3 zeges. Zijn laatste zege aan de Via Roma was in 1979, als lid van de Gis-Gelati ploeg. Het jaar erna verkaste hij naar Boule d’Or om er absolute kopman te zijn en dat zouden z’n ploegmaats geweten hebben. Dat kopmanschap telde niet enkel op de fiets maar ook aan tafel. Terwijl alle andere renners bij het avondeten water kregen te drinken, deed Roger zich te goed aan rode wijn. De legendarische, volgens anderen beruchte, ploegleider Lomme Driessens had beslist dat dat kon. Lomme zwaaide bij Boule d’Or de plak, zijn wil was wet.
Passo del Turchino
Op 19 maart 1980 vertrokken de renners van de Boule d’Or-ploeg in de Sint-Jozefsklassieker met een duidelijke opdracht: Roger De Vlaeminck was kopman en als er 1 iemand diende te winnen van de ploeg was hij het. Bij elke vlucht moest er een renner van Boule d’Or bijzitten. Ook Hammenaar Etienne De Beule stond in 1980 in Milaan op de Piazza del Duomo als lid van Boule d’Or aan het vertrek en voelde dat dit wel eens zijn dagje kon worden. Het peloton had amper Milaan achter zich gelaten of daar vertrok al een trio op avontuur, met Etienne aan boord van deze ontsnapping. De Italiaanse renner Tullio Bertacco was medevluchter, de 3e renner, ook een Italiaan, zijn naam is tussen de plooien van de wielergeschiedenis gesukkeld.
Het peloton liet begaan, waar zouden die 3 immers naartoe rijden? Die zouden wel vanzelf terugwaaien, was de gedachte. Een misrekening, want in tegenstelling tot andere jaren hadden de renners de wind in de rug. Gejaagd door de meewind bouwde het leiderstrio een voorsprong op tot boven de 20 minuten. Maar voor de Italianen nog steeds geen probleem, tranquillo, piano piano, en ook Lomme vond het goed, 1 van de zijnen erbij betekende publiciteit. Maar op de Passo del Turchino, goed 145 km van het einde, reden de moedige koplopers nog dik 20 minuten uit voor het rustig peddelende peloton. Enkele ploegleiders begonnen al iets zenuwachtiger aan hun stuur te wringen, de claxons van de volgwagens klonken al wat nerveuzer.
Premie op Capo Berta
De Italiaanse tifosi vonden deze wedstrijdontwikkeling ook maar niks. Zij zien liever een groot renner op de erelijst staan, niet één of andere Vlaamse knecht of een Italiaanse 2e rangsrenner. De sfeer werd grimmig, Etienne De Beule kreeg 2 emmers koud water in zijn nek gesmeten. Hij nam nog de premie bovenop de Capo Berta want ondertussen reed hij alleen op kop. De ene Italiaan had de rol moeten lossen en Bertacco was ten val gekomen. Hij kwam echter, in het zog van de volgwagen, snel weer aansluiten – als Italiaan in Italië is dat de normaalste zaak van de wereld. Ook Lomme had er ondertussen genoeg van, want De Beule was niet de man in zijn gedachten om deze klassieker te winnen. Roger, Tsjeete, De Vlaeminck was de man voor vandaag. Ploegorders zijn er om gevolgd te worden, dus gaf hij Etienne de opdracht geen kopwerk meer te doen.
Eddy Merckx, enkele jaren ervoor nog ploegmaat van De Beule, reed net achter de koplopers als chauffeur van de wagen van Sport 80. Hij moedigde Etienne aan, ‘komaan, ge kunt winnen, dit is uw kans’. Dat werkte bij Lomme Driessens als een rode lap op een stier. Driessens en Merckx, dat was al geen vriendschappelijke combinatie en nu stonden ze recht tegenover elkaar. ‘De Beule, wie denk je wie je maandloon betaalt?’, riep Driessens, ‘ik of Merckx ?!’ Kortom, chaos alom. Op de duur reden de koplopers, in discussie met elkaar en alles wat er rond reed, nog amper 20km/u. De Beule gaf zich over en ook Bertacco was een vogel voor de kat. Moegestreden werden ze ingelopen.
Nooit positief verhaal
Pierino Gavazzi won in de sprint, voor Beppe Saronni en Jan Raas, Roger De Vlaeminck werd 5e. Als je nu denkt dat Etienne na de koers van z’n ploegmaats schouderklopjes kreeg, heb je het mis. Integendeel, Lomme negeerde hem voor de rest van het jaar en gaf alle ploegmaats orders om hetzelfde te doen. Etienne was maar wat blij toen dat jaar voorbij was en het seizoen erna Fons de Wolf kon volgen naar de Vermeer Thijs-ploeg. In 1981 won Fons De Wolf als kopman van die ploeg wél Milaan-Sanremo, Etienne was erbij als ploegmaat. Net als in 1985 toen Hennie Kuiper La Primavera won, ook toen was Etienne ploegmakker van de winnaar.
Heel wat jaren later zaten Etienne en Lomme samen op een wieleravond. Lomme was die bewuste dag in maart 1980 allerminst vergeten, nee, hij was er zelfs fier op dat hij 1 van de hoofdrolspelers was in dit verhaal. Hij wierp Etienne voor de voeten dat hij niet mocht vergeten dat hij het aan hem te danken had dat hij Milaan-Sanremo niet had gewonnen. Waren er toen geen sterke kerels in de buurt om Etienne tegen te houden, hij had die avond wel zijn wedstrijd gewonnen. Een partijtje boksen, gewonnen met K.O.. Over de doden niets dan goeds, maar de waarheid heeft ook zijn rechten. Etienne en de nagedachtenis van Lomme, dat zal nooit of te nimmer een positief verhaal worden.
Blaaskanker
Ruim 5 jaar geleden kreeg Etienne te horen dat hij blaaskanker had en op een bepaald moment was het kantje-boord, de man met de zeis stond al klaar achter het hoekje. Een onmiddellijke operatie was noodzakelijk, zijn blaas moest worden verwijderd. Hij kreeg er een nieuwe, gemaakt van een stuk dunne darm. Daarna volgden bestralingen en chemo en nu was hij wel primus want hij fungeerde, als allereerste, als proefkonijn voor een experimentele immunotherapie. De Beule is nu tumorvrij en maakt nog wekelijks zijn fietstochten. Daarbij is ‘om ter eerst’ rijden er niet meer bij, maar van die verduiveldste Milaan-Sanremo droomt hij nog geregeld. Maar winnen deed hij nog steeds niet, zelfs niet in zijn dromen.