Ze heeft haar TT-fiets te koop gezet en dus is het definitief gedaan met koersen op competitief niveau voor Else Belmans. De 37-jarige renster uit Pulderbos begon pas op haar 28e met wielrennen, maar was toch nog 4 jaar prof bij Topsport Vlaanderen. Dat leven schroefde ze in 2015 al een stukje terug, maar nu is het definitief over en out met koersen. Een monoloog.
Else Belmans: “Het begin van mijn wielercarrière is toch wel merkwaardig verlopen. Ik vertelde op een gegeven moment aan mijn atletiektrainer dat ik voor de Olympische Spelen wilde gaan in het wielrennen. Hij liet me weten dat het op de weg moeilijker zou zijn aangezien ik een 400m hordeloopster was, maar dat er voor de piste wel het een en het ander mogelijk zou zijn. Dus ik schreef me in op een ‘vrouwendag’ op de wielerpiste in de Gentse Blaarmeersen. Dat was mijn eerste ervaring met een pistefiets. Ik stootte op een artikel van gewichthefster Ingeborg Marx, die zei dat ze met wielercoach Michel Vaarten werkte.”
“Wist ik veel wie dat was, maar ik vond contactgegevens en stuurde Michel hem dat ik wilde gaan koersen. Ik kreeg een bericht terug dat ik mocht komen testen op de piste in Gent, ondertekend ‘Belgische Bondscoach’ Michel Vaarten. Ik viel uit de lucht dat ik net met de Belgische bondscoach gemaild had. Het is dankzij Michel dat ik de kans gekregen heb. Hij zag wel iets in mij en stond klaar om me beter te maken op de piste door onder meer veel brommertrainingen te doen. Ik kreeg een eerste pistefiets te leen en ging ’s avonds na mijn werk 1 tot 2 keer per week naar Gent om daar ’s avonds toertjes te draaien.”
“Veel angsten heb ik moeten overwinnen. Op mijn 28 jaar begon ik met wielrennen, wat betekende: voor de eerste keer met klikpedalen leren rijden, op een steile piste, zonder remmen en met een vast verzet. Er waren atleten die me uitlachten, of die me eens kwamen testen en schrik aanjagen. Maar ik had maar 1 doel voor ogen en dat was: trainen en beter worden. Ik wilde oorspronkelijk ook alleen maar de piste doen, maar om sterker te worden wilde de ploeg dat ik ook op de weg zou rijden. Toch lag mijn hart altijd bij het pistewielrennen en de ploegenachtervolging.”
5 cm tekort
Else Belmans: “Ik kreeg de kans om bij het toenmalige Topsport Vlaanderen te rijden om in eerste instantie sterker te worden voor de piste en ook ervaring op te doen. In die periode heb ik zeer veel bijgeleerd, letterlijk door vallen en opstaan. Ik heb een paar herinneringen die me toch wel het meest bijblijven. Mijn allereerste wedstrijd bijvoorbeeld was meteen Omloop Het Nieuwsblad. Ik stond versteld van het gevloek en geduw van de andere meisjes. Maar ik reed de koers uit en werd 75e. Dat jaar won Emma Johansson. In mijn 2e profjaar reed ik mijn eerste ronde: de Giro Rosa. Iedereen dacht dat ik na 1 dag zou opgeven, maar ik heb toch uitgereden. Alleen al over die koers kan ik ene boek schrijven. Mijn sterkste herinnering op de weg vond ik voor mezelf Knokke-Bredene. Ik werd daar 2e, maar had er een solo van 80 km opzitten met Roxanne Knetemann in mijn wiel. Liesbet De Vocht kwam in de laatste ronde nog naar me toe gereden, samen met mijn ploeggenote Maaike Polspoel. Er kwam nog een sprint waarin ik 2e werd achter Liesbet. De prijs voor de strijdlust kreeg ik wel.”
“De mooiste herinnering op de piste was mijn 4e plaats in de Scratch op het WK van 2011 in Apeldoorn, gestrand op 5 cm van brons. Dat was mijn eerste WK. Door blessures hadden ze niemand om de Scratch te rijden. Ik had nog nooit in mijn leven een koers gereden op de piste. Op de deelnemerslijst stonden Marianne Vos, die uiteindelijk won, en Giorgia Bronzini. Ik heb wel duizenden dromen gehad over die Scratch. Ik had mijn koffers al gepakt en mijn testament geschreven, want ik was ervan overtuigd dat ik daar ging sterven. Ik had wellicht wat veel na filmpjes van de Scratch races gezien met valpartijen. Ik kan de koers nog helemaal beschrijven. Ik niets voelde niets in mijn benen en had op mezelf een gat toegereden op het vluchtende groepje van Marianne Vos. Ik had een megaverzet gekregen omdat ik nog geen souplesse had. Het kwam tot een sprint, maar door gebrek aan ervaring schrok ik van een manoeuvre en hield even mijn benen stil. Dat was dus die 5 cm….”
Opnieuw studeren
Else Belmans: “Mijn doel was altijd om met de Ploegenachtervolging naar de Olympische Spelen te gaan. Spijtig genoeg is dat niet gelukt. Ik heb na mijn profcarrière nog 2 jaar bij Autoglas Wetteren gereden. Maar mijn hogere doel was verdwenen en wat ik het liefste deed, op de piste rijden, viel weg. In combinatie met mijn werk kon ik dit niet meer combineren. Bij Autoglas Wetteren heb ik wel een geweldig warme ploeg leren kennen, en daaruit heb ik ook mijn 2 beste fietsvriendinnen Eline De Roover en Karolien De Ravet leren kennen. Van deze periode onthoud ik vooral dat er toch mensen zijn die hun hart en ziel in de wielersport steken. En dat ook deze ploegen, met het weinige budget dat ze hebben, professioneel te werk gaan.”
“Na Autoglas Wetteren heb ik nog 2 jaar triatlon gedaan. Nu ben ik nog aan het sporten, maar eerder om fit en gezond te blijven. Sportieve doelen heb ik niet meer echt, hoewel ik toch graag een mooie graveltocht als doel stel, zoals bijvoorbeeld de Dirty Boar. Specifiek trainen doe ik niet meer, ik luister vooral naar mijn lichaam. Als ik te veel doe, dan word ik nog altijd sneller ziek door mijn topsportverleden. Ik ben na mijn profcarrière meteen voltijds aan het werk gegaan als ondersteuner in het onderwijs – voor kinderen met ASS, gedragsproblemen en dergelijke. Komende jaren ga ik nog Toegepaste Psychologie studeren om de link te leggen naar sportpsychologie. Daar wil ik graag mijn volgende doel van maken. Ik weet als geen ander hoe het is om angsten te overwinnen, doelen te stellen en te bereiken. Ik zou het fijn vinden om door mijn ervaring en opleiding andere atleten en coaches naar hun persoonlijke of teamdoelen te helpen.”
Geen heimwee
Else Belmans: “Ik heb tot mijn eigen verbazing geen heimwee gehad naar het leven van profwielrenster. Dat komt vooral denk ik doordat ik meermaals overtraind geweest ben. Ik moest te snel goed worden. De eerste 2 jaar gingen pijlsnel de goede richting uit, maar als je te snel te veel traint, komt er herval. Ik recupereerde niet meer, was altijd ziek. Elke dag had ik wel nood aan een dutje. Nu valt het me op dat ik overdag niet meer moet slapen, ik voel me zo fit. Dus neen, het profbestaan – althans de manier waarop ik het heb gedaan – mis ik niet echt omdat ik me nu gezonder voel.”
“Ik ben nu helemaal gestopt met competitie. Van kleins af ken ik niets anders dan elk weekend wedstrijden doen. Eerst in het turnen, daarna atletiek en uiteindelijk wielrennen. Op een gegeven moment kwam de klik. Ik wilde een duatlon meedoen, maar puur voor het plezier. Probleem is dat ik niet voor de fun wedstrijden kan doen. Ik ben een competitiebeestje en wil presteren. Gevolg is dat je jezelf dan telkens forceert, en er is dan ook geregeld de teleurstelling dat je lijf niet meer doet wat je hoofd eigenlijk wil omdat je de trainingsarbeid mist. Ook al waren de prestaties nog goed en had ik toch enkele ereplaatsen en overwinningen behaald, toch heb ik geen behoefte meer om mezelf te bewijzen. Maar de liefde voor de fiets blijft, dus dat ga ik nog wel een tijdje doen, afwisselend met lopen en soms ook nog zwemmen. Zwemmen doe ik vooral in de winter, want in het donker of slecht weer gaan fietsen is ook verleden tijd voor mij. Ik ben een echte ‘goed-weer-toerist’ geworden.”
TT-fiets te koop
Else Belmans: “Nu ik mijn tijdritfiets verkoop, mis ik het wel. Ik voel dan toch wel nostalgie. Dan denk ik aan het geluid van de volle wielen, de snelheid op de piste, de schoonheid van de sport. En dan ook de sfeer die langs de pistes hangt in Australië en Engeland. Ook wanneer ik Jolien D’hoore of Lotte Kopecky zie presteren, leef ik telkens enorm mee. Uiteindelijk heb je toch 4 jaar hotelkamers, trainingen, stages en Wereldbekers met elkaar gedeeld.”
“Met mijn tijdritfiets heb ik nog de Red Bull Kop Over
Kop meegedaan en enkele koppeltijdritjes met mijn vriend. Een paar triatlons
ook, maar daar stopt mijn vriendschapsband met mijn Cannondale Slice. Vandaar
dat ik hem nu verkoop. Diegene die hem aanschaft, zal er veel geniet van hebben
want het is een strakke fiets, en ook geen te zware tijdritfiets. Het is een 10
speed met Shimano 105 cassette. Een vol achterwiel inbegrepen met DT Swiss-naven,
met nog een kwaliteitsvolle nieuwe FMB tube erop. Mijn tijdrithelm mag daarbij
ook weg. Dat is een grijze Kask Bambino Pro. Mailen voor meer info mag naar else_belmans@yahoo.com.”