Wie herinnert zich nog het Belgisch kampioenschap van 2006 in Antwerpen? Wielsbekenaar Niko Eeckhout reed er op zijn 35e naar zijn eerste en enige tricoloretrui. In een slimme sprint liet hij niemand minder dan regerend wereldkampioen Tom Boonen en ook Philippe Gilbert achter zich.
Eeckhout werkt nu in een vrachtwagengarage en dat is toch heel wat anders dan koersen. “Het is iets nieuws, maar de variatie bevalt me voorlopig wel”, lacht de West-Vlaming. “Ik probeer nog regelmatig te fietsen, maar zoveel als vroeger lukt helaas niet meer. Nu doe ik op zaterdag meestal een rit van 170 km en dan nog een rustig toertje op zondag. Af en toe probeer ik ook in de week nog wel eens op de fiets te springen, wanneer het past. Maar ik heb nog verlof dit jaar, dus dan ga ik het nog wat opdrijven. Ik probeer een goeie verhouding tussen werken en fietsen aan te houden.”
Hij kijkt evenwel niet met superveel enthousiasme terug op die speciale dag in Antwerpen. “Ik heb in mijn carrière ook Dwars door Vlaanderen gewonnen, dus zeggen dat het BK mijn mooiste triomf is, ga ik niet doen”, opent Eeckhout. “Elk kind droomt er wel van om Belgisch kampioen te worden, maar sportief is het niet het hoogste. Het BK is natuurlijk mooi vanwege die trui – mensen onthouden dat lang. En ook het podium maakte het wel speciaal voor mij. Maar Dwars door Vlaanderen is toch een internationale koers die over de landsgrenzen meer uitstraling heeft, denk ik.”
Puzzelstukken
Dat BK waarin Eeckhout zich de primus toonde, is intussen 14 jaar weg. “Ik had al een paar keer naar een kampioenschap toegeleefd, maar telkens zonder succes. Het was ook altijd een periode in het jaar dat ik zeker niet op mijn best was. Als het warm is, was ik al niet goed en ik leed ook heel mijn carrière aan verschillende allergieën. Dan functioneerde ik maar half meer. Maar die dag in 2006 was ik wel in orde, ja, anders win je geen Belgische titel, denk ik. Het begon te regenen en alle puzzelstukjes vielen in elkaar.”
Door erover te babbelen lijkt het enthousiasme in Eeckhouts stem toch wat aan te zwengelen. “Voor mij was het Belgisch kampioenschap een doel dat binnen mijn mogelijkheden lag. Maar tussen een doel en het realiseren ervan gaapt natuurlijk nog een grote kloof. Met mijn palmares was ik wel bekwaam om te winnen en dus ben ik zeker blij dat het me gelukt is. Ook al omdat ik tot diep in de finale eigenlijk nooit gedacht heb aan winnen.”
Finale
Dat zat zo. “Met onder meer Johan Vansummeren erbij waren we lang op jacht naar de kopgroep en we zijn daar pas een km of 4 voor de streep bijgekomen. Vansummeren reageerde dan meteen maar geraakte niet weg, en ik geloof dat ook Kevin Van Impe nog een ultieme poging waagde. Ik ging de sprint van ver aan, puur op gevoel. Als je 35 bent, dan moet je daar niet te veel meer over nadenken. Ik schrok nog wel even van de afstand tot de finish, maar in zo’n situatie, met een kleine groep en na 250 km koers, kon ik de meeste renners wel aan.”
Het podium met Gilbert als 2e en Boonen als 3e maakt de Belgische titel van Eeckhout helemaal af. “Als je die foto’s nu bekijkt, is dat toch chique”, vindt hij. “Dat geeft zeker extra glans aan mijn prestatie. Alleen al het feit dat er een wereldkampioenentrui opstaat, is uniek. Bovendien zijn én Gilbert én Boonen toch iconen in de geschiedenis van de Belgische wielersport.”