Zeggen dat Freddy Maertens tussen 1973 en 1981 een indrukwekkend palmares bij elkaar fietste, is een understatement. Maar de intussen 68-jarige Lombardsijdenaar werd ook 2 keer wereldkampioen: in Ostuni 1976 en in Praag 1981. Daar blikt De Hulk, een bijnaam die hij kreeg als gevolg van zijn groene truien in de Tour, met veel warmte op terug.
Maertens is 24 wanneer hij in het Italiaanse Ostuni, in de hiel van de laars, voor het eerst wereldkampioen wordt. Het is een prangende finale met een uitbraak van Francesco Moser op 20 km van de streep. Zoetemelk reageert en samen lijken ze weg, maar onder aanvoering van Joseph Bruyère vechten de Belgen terug. Freddy Maertens zet aan en krijgt Conti mee. Ze komen met 4 voorop, maar Moser en Maertens zijn duidelijk te sterk. Maertens sprint al bij al makkelijk naar winst.
“Het was een dag om nooit meer te vergeten”, reageert Maertens op de vraag wat hij nog weet van dat WK. “De hele Belgische ploeg heeft toen voor mij gereden, waardoor het eigenlijk bijna logisch was dat ik wereldkampioen zou worden. Dat zijn momenten in je carrière die je moet koesteren.”
Barcelona ’73
Al bladerend tussen al die zeges zou je vergeten dat Maertens in 1973 in Barcelona al eens een zilveren medaille wegkaapte. “Dat was mijn allereerste deelname aan een wereldkampioenschap bij de elite”, weet de West-Vlaming nog. “In een sprint met 4 man was ik beter dan Luis Ocana en Eddy Merckx, maar Felice Gimondi was mij uiteindelijk te snel af. Die situatie en dat resultaat gaven mij vooral de drive om elke keer het beste van mezelf te geven op een WK.”
Maertens zegt er niets over, maar dat WK in Barcelona bleef nadien niet onbesproken in het Belgische kamp. Kijk en luister maar even naar onderstaand fragment.
Kritiek
Exact 5 jaar na Ostuni doet Maertens zijn fantastische prestatie over en mag opnieuw de regenboogtrui aantrekken. Geen evidentie, want de carrière van Maertens leek al lang in het slop te zitten, waardoor niemand nog rekening met hem hield. In de koers vormde zich een omvangrijke kopgroep, met snelle mannen als Hinault en Saronni, die veel meer kans hadden om te winnen dan de Belg.
“Die overwinning was nog een stuk mooier dan die in Ostuni”, zegt hij. “Met een man of 23 waren we voorop. Fenomenaal dat ik het daar kon afmaken. Ostuni was nog een beetje logisch, maar dit helemaal niet. Na alle kritiek die ik gekregen had, deed dit enorm veel deugd. Die wereldtitels staan bovenaan op mijn palmares. Als je zo’n jaar in die trui kan koersen, da’s magnifiek.”
Selectie geweigerd
Het jaar voordien was er van Maertens geen spoor te bekennen op het WK in het Franse Sallanches. “Een selectie krijg je niet zomaar, dus op een WK moet je jezelf altijd dubbel plooien”, vindt Maertens. “Maar in Sallanches had ik niks te zoeken, en daarom heb ik toen die selectie geweigerd. Er waren andere jongens die daar beter uit de voeten konden, dan moest ik hun kans niet afpakken.”
Maertens heeft nog een boodschap. “Het werd tijd dat het WK eens naar Vlaanderen kwam”, blikt hij al lachend vooruit op 2021. “En zeker naar West-Vlaanderen, waar de tijdrit wordt gereden. Dat die in Knokke-Heist start is des te mooier, want ik ben ook van ‘t zeetje, hé”, lacht hij. “Het wordt fantastisch, ik kan al niet meer wachten. En dat er maar een Belg wint, hé. Over andere mannen gaan we toch niet klappen, zeker?”