Afgelopen zaterdag kon je in de Ethias Cross in Leuven kennismaken met Sophie Wright. De Britse crosst sinds afgelopen week voor Tarteletto-Isorex, en zet daarna haar wegcarrière voort bij Alé BTC Ljubljana. Wright is pas 21, maar ze heeft al heel wat meegemaakt. En zelden ging het zonder slag of stoot. Dat ze nog altijd aan een topcarrière werkt, is al bewonderenswaardig op zich.
Lopen, zwemmen, triatlon, mountainbiken: Sophie Wright uit Norfolk deed het allemaal. “Ik ging ook op de weg fietsen en van de regionale wedstrijden schakelde ik over op nationale koersen, waardoor ik werd opgemerkt door British Cycling”, vertelt ze. “Zo ging ik al snel deel uitmaken van het Junior Olympic Program van de federatie. Maar ik had nog 1 doel in het mountainbiken en dat was Brits kampioene worden. Dat is me in 2015 als juniore gelukt. Een bijzonder moment, net omdat ik er heel lang naartoe had gewerkt.”
Vanaf dan wist Wright dat ze veel talent had. “Ik zette de stap over de grenzen en werd bij mijn 1e Wereldbeker in het MTB meteen 3e in Zwitserland. De volgende race was het Europees kampioenschap in Huskvarna, Zweden, en ik won. Dat vond ik zelf impressionant. In die periode werd ik ook geselecteerd voor het EK op de weg in Plumelec, Frankrijk, en ook daar eindigde ik op het podium, na Liane Lippert (nu bij Team Sunweb, red) en Elisa Balsamo (nu bij Valcar, red).”
Topjaar 2016
Op dat bewuste EK op de weg dook echter een ander issue op. “Toen ik tijdens de wedstrijd op mijn Garmin keek, zag ik dat mijn hartslag was opgelopen tot 230. Ik voelde ook aan mijn lichaam dat ik niet helemaal in orde was. Maar omdat mijn vader en zus aan het kijken waren, wilde ik niet opgeven. Achteraf gezien heel dom van mij, want ik had gewoon moeten afstappen. Maar uiteindelijk ging mijn harstalg weer omlaag en kon ik nog 3e worden. Pretty cool was dat.”
“2016 was dus absoluut mijn beste jaar tot zover, want ik werd ook nog 4e op het WK MTB, won mijn 1e Wereldbeker MTB voor eigen volk op Hadleigh Park International in Essex. En niet te vergeten: ik werd in 2016 ook Brits kampioene veldrijden, hoewel ik voordien nog in mijn leven geen cross had gereden.”
Hartslag 256
In het mountainbiken was de progressie van Wright opzienbarend. “Alles ging vanzelf, zonder echt bezig te zijn met de resultaten. Maar de problemen met mijn hart hielden nog wel even aan. Vooral op training liep het wel eens mis. Ik herinner me een keer dat het voelde alsof mijn hart uit mijn borstkas ging springen, mijn hartslag was toen opgelopen tot 256 slagen per minuut. Als een steen die van grote hoogte viel, plofte alles terug op zijn plaats en was die abnormale stijging ineens weer weg. Ik kreeg van alle kanten hulp en werd geopereerd in 1 van de beste ziekenhuizen van Groot-Brittannië.”
“Maar er waren meer complicaties dan ze dachten en daarom moest ik nog eens 3 maanden wachten op een volgende chirurgische ingreep. Die zou 6 uur lang duren en ik zou slechts gedeeltelijk verdoofd zijn waardoor ik het live op een scherm kon volgen. Toen ik de dokter na afloop vroeg of de operatie gelukt was, barstte ik in het bijzijn van mijn ouders in tranen uit. Als er iets was fout gelopen, had ik wellicht een pacemaker moeten krijgen en zat mijn wielercarrière erop. 10 dagen later won ik alweer een MTB-race en zo was ik weer vertrokken.”
Schop onder de kont
Toen Wright in 2015 werd opgenomen in het programma van British Cycling, besefte ze dat het serieus begon te worden. “Ik wilde er alles uithalen en begon gewicht te verliezen”, klinkt het. “Maar ik deed dat zonder begeleiding en bleef maar gewicht verliezen. Ik ben 1m63 maar woog op mijn laagste punt nog maar 41 kg. Dat was extreem laag, en ook mijn vetmassa en botdensiteit waren té laag. Helaas kende ik toen de gevolgen niet van dat ondergewicht. Toen mijn dokter geconfronteerd werd met mijn resultaten, gaf hij me een schop onder de kont. Toen heb ik me wel herpakt.”
In 2018 won Wright de Britse Road Race National Series. “In het MTB ging het van kwaad naar erger omdat ik niet de technische skills had om aan de top mee te doen bij de elite”, beseft ze. “Ik viel veel te vaak, mijn lichaam liep enorme schade en blessures op. Ik kreeg eind 2018, ik was toen 19, gelukkig een profcontract bij Bigla Pro Cycling, waar ik eerst stagiaire was en in 2019 volwaardig prof werd. Toen heb ik beslist om het mountainbiken aan de kant te schuiven.”
Regelrechte schande
Dat bleek wel een kleine aanpassing. “De sfeer binnen een team is heel anders dan wanneer je individueel rijdt, met enkel een resultaat voor jezelf voor ogen. In het begin was het wel lastig om niet egoïstisch te zijn, maar intussen vind ik het erg fijn. Nu heb ik 2 jaar bij Alé BTC Ljubljana getekend. Ik kijk er enorm naar uit om met een Italiaanse ploeg een iconische wedstrijd als de Giro d’Italia te rijden. Daar ga ik zelf voor de witte jongerentrui, maar ik zal er ook voor het team rijden.”
Ervaring heeft ze al, want Wright reed ook al 2 WK’s. “In 2017 bij de juniores werd ik 12e na een wedstrijd waarin ik als een gek zelf koers had gemaakt, door een gebrek aan ervaring heb ik mijn vorm daar niet gebruikt om zelf te winnen. Een jaar later werd ik in Innsbruck 41e, maar wel 3e bij de U23. Het is een regelrechte schande dat de UCI geen apart WK voor vrouwen U23 heeft. Er was zelfs geen ceremonie voor ons. En de U23 mannen hebben dat wel. Maar goed, het was 1 van de zwaarste wedstrijden die ik ooit gereden heb.”
Taartjesploeg
Alé BTC Ljubljana laat Sophie Wright deze winter toe om ook te crossen. “En dus heb ik Tarteletto-Isorex gecontacteerd om te horen of ik de komende maanden voor hen kan rijden”, duidt Wright nog. “Dat de cross hier ondanks corona nog doorgaat, is gewoon top. Ik stond al aan de start in Leuven, maar omdat mijn fiets pas vrijdagavond klaar was, had ik niet de beste voorbereiding. Plaats 38 was niet denderend, dus er is nog veel werk aan de winkel. Ik wil nu vooral zorgen dat ik meer vooraan kan starten en dan zal je me nog wel eens zien rijden”, knipoogt ze.