20 jaar geleden won met Alberto Perez Cuapio voor het eerst een Mexicaan een rit in de Giro. De springveer uit Tlaxcala charmeerde vriend en vijand door voor het kleine Panaria-Fiordo zijn land op de kaart te zetten. Een jaar later won hij opnieuw 2 ritten, waaronder de etappe naar San Giacomo. De Giro keerde hier vandaag/donderdag terug. Om voor 1 keer niet het verhaal van zijn gebit te doen, kiezen wij voor het verhaal van de drietand.
In lang vervlogen tijden won er al eens een Mexicaan 2 ritten in een Grote Ronde. Die eer was weggelegd voor Raul Alcala, die voor PDM-Concorde zegevierde in de Tour van 1989 (Francorchamps) en een jaar later dat kunststukje overdeed in Épinal. Alcala won ook het jongerenklassement in de Tour van 1987, waarin hij ook lange tijd de bergtrui droeg. Hij zou in totaal 3 keer bij de eerste 10 eindigen. In 2010 werd hij nationaal kampioen tijdrijden, op 46-jarige leeftijd. Het zegt helaas veel over de Mexicaanse wielersport.
Gelukkig was er tussendoor Perez Cuapio. Die was begonnen met fietsen toen hij de Spaanse renner Arroyo en de Italiaan Massi bij hem in de buurt zag fietsen. Hij won in 2001 voor het eerst een etappe in de Dolomieten. Op de beklimming van de Passo Pordoi was hij de enige die een ontketende Gilberto Simoni kon volgen. De Italiaan gunde hem vervolgens de dagzege en nam zelf de roze trui over van Dario Frigo. Deze stond hij vervolgens niet meer af tot in Milaan.
Pordoi
De Mexicaan had de smaak te pakken en zakte een jaar later opnieuw af naar Italië om zijn prestaties te herhalen. In de 1e weken deed hij niet de minste moeite om de toppers te volgen en in de 13e etappe sloeg hij zijn slag. De Mexicaan eindigde 13 seconden voor Cadel Evans. Het was de enige keer dat de Giro aankwam op de San Giacomo en de renners kwamen toen van de andere kant.
4 dagen later sloeg de Mexicaan voor de 3e keer toe in de Giro. Op de Pordio-pas trok hij ten aanval en 64 km verder mocht hij in Corvara in Badia het zegegebaar maken. Als bonus veroverde hij ook de bergtrui, die hij uiteindelijk meer naar huis zou nemen. Met hetzelfde plan kwam hij een jaar later naar Italië, maar toen kwam hij niet dichter dan een 4e plaats. Die vaste formule bleef hij jaar na jaar herhalen en quasi elk jaar was hij er wel eens dichtbij in een bergetappe.
Passo Giau
In 2007 beleefde Perez Cuapio zijn laatste goede Giro. Hij werd 4e in de etappe naar de Tre Cime di Lavaredo en 7e op de Monte Zoncolan. In die bewuste etappe naar de Lavaredo bleef hij op de Passo Giau aanklampen in het wiel van Ricco, Piepoli en Parra. Toen de bewuste duivel meeliep met de renners, nam hij prompt zijn drietand over, deed alsof hij de renners van Saunier Duval op de vork zou steken en reed vrolijk verder. Het was meteen ook zijn laatste stunt aan de top.
In 2010 hing Cuapio zijn fiets aan de haak. Moeten we nog iets vertellen? Ach ja, dat verhaal van het gebit… In zijn topperiode werd dat zowat elke keer verteld wanneer hij in beeld kwam. De overlevering zegt dat hij met het prijzengeld uit Italië een nieuw gebit had aangekocht. Nog zo’n anekdote: de avond voor Cuapio in 2001 zijn 1e rit in de Giro won, zou hij aan de pers verteld hebben dat hij een lief zocht. “Ik zorg voor de bloemen.” Volgens intimi zou hij effectief een kortstondige affaire hebben gehad met een rondemiss, al is dit verhaal nooit gedubbelcheckt.
Opvolger
De Zwitser Gino Mäder kroonde zich donderdag tot de opvolger van de Mexicaan. Dat is niet wat we vooraf hadden verwacht. We wierpen onze blik op de startlijst en zagen met nummer 37 Natnael Tesfatsion staan. Een Eritreeër, dat leek ons ideaal. Van Midden-Amerika naar Noordoost-Afrika, een mooie wereldreis. Tesfatsion won vorig jaar de Ronde van Rwanda, dat was alvast het begin van een prachtig wielerverhaal geweest. Volgend jaar misschien.