Sjoerd Bax beleefde afgelopen week een fantastische Alpes Isère Tour. Hij won er 2 ritten, het eindklassement en het puntenklassement. Ook in de GP Vermarc reed Bax al een tijdje in het offensief, dus de 25-jarige Utrechtenaar is in topvorm. “Ik heb lange tijd gesukkeld met knieproblemen en ben nu helemaal blessurevrij. Omdat ik mijn studies fysiotherapie in de winter heb afgerond, kan ik me een seizoen lang focussen op de koers”, vertelt hij.

Aan de voet van de Alpen hield Bax zich de eerste 2 etappes in de luwte. “Deze waren minder selectief. We hebben met onze ploeg Metec-Solarwatt p/b Mantel wel een keer doorgetrokken op een helling, maar onze groep van 25 werd op het einde toch nog teruggepakt. Al bij al was ik blij dat ik geen tijd verloren had, want ik wist dat het een rondje voor mij was en dat een goed klassement mogelijk zou zijn.”
Op de 3e dag sloeg Bax zijn 1e slag in de straten van Pusignan. “Het was een zware rit waarin het anderhalf uur duurde vooraleer de vroege vlucht kon vertrekken. In het plaatselijke rondje reed ik weg op een klimmetje op 3 km van het einde. Het peloton kwam nog tot op mijn wiel, gelukkig hield ik 1 meter over”, kan hij erom lachen.
Hoogtepunt
Bax sprong meteen naar de 3e plaats in het klassement en steeg een dag later naar de 2e plaats nadat Marijn van den Berg tijd verloor. In de slotetappe moesten de renners over onder meer de Col du Cucheron, de Col de Coq en de Col de Marcieu. “Op de slotklim reden Laurens Huys en Jon Agirre weg. Ik besloot om mijn eigen tempo te kiezen en kwam met 2 kompanen boven op 40 seconden van de leiders. Vervolgens kwamen we beneden weer vooraan en zette ik door voor het klassement. Ik had het parcours al bestudeerd en wist dat je in de finale op kop moest beginnen. Zo kon ik ook de etappe binnen halen. Dat is natuurlijk prachtig, het is het hoogtepunt in mijn prille carrière.”
De Nederlandse juniorenkampioen tijdrijden van 2014 had in 2015 de ronde al eens gewonnen met zijn ploeg, het Rabobank Development Team. Zijn ploegmaat Sam Oomen was toen immers eindwinnaar. Voor Bax was het de laatste wedstrijd van betekenis die hij bij de oranjehemden reed, want hij werd vervolgens afgestopt door knieperikelen. “Ik heb nogal puntige botten en dat maakt dat mijn knieën extra gevoelig zijn”, weet hij. “Er was littekenweefsel ontstaan in die zone en uiteindelijk werd ik aan de 2 knieën geopereerd. Nu ben ik blessurevrij en voel ik dat ik beter ben dan ooit tevoren!”
Bol en Tolhoek
Bax fietst inmiddels al 3 jaar bij Metec en zet een jaar alles op de koers. “Ik fiets graag en vond het geen probleem om in de koersvrije periode elke dag mijn uurtjes te doen. Sinds kort woon ik in Utrecht, nadat ik opgroeide in Noord-Brabant. Soms maak ik in deze regio ook een ritje op de mountainbike. Momenteel zit ik al op hotel in aanloop naar de Tour de la Mirabelle.”
Ook in Lotharingen hoopt Bax op een goed klassement. Misschien kan hij wel de opvolger worden van Simon Pellaud, die er in 2019 de eindzege behaalde. “Later dit seizoen hoop ik goed te zijn op het Nederlands kampioenschap dat op de VAM-berg wordt gereden. Dat is selectief genoeg voor mij. Ik wil daarnaast ook in de meerdaagse wedstrijden in Tsjechië en Kroatië scoren.”
De grote Nederlander beseft dat hij de goede resultaten kan gebruiken bij de zoektocht naar een profcontract. “Met testresultaten alleen kan je op jouw 25e geen ploegen meer overtuigen”, beseft hij. “Soms heb ik nog wel eens contact met ploegmaten van weleer en dan zie ik hoe goed ze het doen bij de profs. Zo reed ik onder meer samen met Cees Bol, Lennard Hofstede en Antwan Tolhoek. Natuurlijk gun ik hen de successen van harte, maar ik besef wel dat ik daar ook had kunnen staan. Misschien komt het er op een dag wel van. Dan moet ik gewoon verder doen zoals ik bezig ben!”