Eroica Montalcino. Het zegt jullie misschien weinig maar voor ons is het iets om nooit te vergeten. Eroica is een wielerevenement waar je fiets van voor 1980 moet zijn en verplicht met de versnellingen op de onderbuis. Montalcino is een stadje in Toscane op korte afstand van Siena. Midden in het land van de Strade Bianche dus. Wij waren stonden als 1 van de 1.500 deelnemers aan de start. En of het een memorabele rit werd!
Eroica betekent heroïsch. Straf dat je dat gereden hebt. De rit is immers niet voor doetjes. De ‘korte’ afstand is 96 km lang, telt 1.880 hoogtemeters en 58 km witte mergelwegen of strade bianche. De lange tocht gaat over 153 km, 2.860 hoogtemeters en 70 km onverhard. Bovendien moet je op pad met een oude fiets met veel te grote versnellingen en slechte remmen. En liefst nog in aangepaste kledij. Wollen trui en broek zijn standaard, maar een worstenhelm en oude platte schoenen een pre. De Italiaanse kledingfabrikant Santini, hoofdpartner van L’Eroica, bezorgde ons een complete outfit. De helm en schoenen zullen we voor onze volgende deelname zeker nog upgraden.
Bedenkelijke testrit
Wanneer we op zaterdag onze fiets in ontvangst nemen, willen we meteen de baan op. Het wordt immers wennen aan de omstandigheden. Inklikken, tikje op de shifter om te schakelen en met 2 vingers boven op de remhendel zijn dingen die we nu even moet vergeten. Voeten in de voethaken steken, herinneren we ons nog van vroeger dus dat vlot vrij snel. Maar wanneer we tegen de remhendel duwen om te schakelen gebeurt er natuurlijk niets. Ach ja, op de onderbuis. Met veel gekraak verspringt de ketting enkele tanden naar beneden, en weer omhoog, en weer naar beneden. We schakelen maar gauw terug. Dit wordt nog even oefenen. Voorzichtig laten we ons de berg afrollen. Montalcino ligt dan ook bovenop een heuvel.
Met mijn handen boven op de remgrepen, proberen we wat te remmen. We duwen harder en harder, en nog harder. Er zit amper vertraging in. Naar het gevoel rijden we amper 40 per uur maar plots begint de fiets helemaal te schudden. De schrik slaat ons om het hart. Wanneer we door een putje rijden, voelen we het zadel naar beneden zakken. We duiken in de beugels en knijpen volop in de remmen. Langzaam komt de fiets tot stilstand. Wanneer we bij de technische stand komen, krijgen we gewoon een nieuwe fiets. De man lacht om ons verhaal. Hij hoort het telkens weer. Je moet altijd onderaan remmen en je gewicht goed naar achteren leggen. Bij oude fietsen is de stijfheid van het balhoofd immers veel lager. Benieuwd wat dat morgen geeft.
Gekraak
Aan de start op de petieterige dorpsplaats is het een drukte van jewelste. Sommigen rijden op schitterend gerestaureerde fietsen en perfect bijpassende kledij. Bij anderen is het een bont allegaartje van oud en nieuw en zie je zo dat het meer voor de gezelligheid is. Maar wel op een oude fiets. Een dj staat recht op de zetels van een Fiat 500 en heeft op het dak zijn installatie gezet. Uit de boxen klinkt stevige rock uit de jaren ‘70 en ‘80. De sfeer zit er duidelijk in. Achter een oude Peugeot 305 nemen we de start. We laveren door de smalle straatjes van de middeleeuwse gemeente en trekken richting de glooiende heuvels van Toscane. In de afzink houden we het voorzichtig en knijpen we de remmen dicht. Meteen worden we langs alle zijden voorbijgestoken. Toch niet de juiste tactiek?
We vieren de remmen wat, maar toch vliegen er nog enkele moedigen aan een rotvaart voorbij. Mannen en vrouwen met ervaring, lijkt ons dan. Wat later duiken we de 1e strook strade bianche in. En meteen gaat het al behoorlijk bergop. Hier en daar horen we een boel gekraak. Maar een oudere man net voor ons tikt even tegen de handel en schakelt zonder geluid naar een kleinere versnelling. We proberen het ook en terwijl de ketting luid protesteert en onze voeten door de haperende ketting bijna uit de haken schieten, weten we even niet meer hoe te reageren.
Dus meteen maar naar de kleinste versnelling. Een 39×25 blijkt echter toch niet echt klein te zijn, want opeens beginnen we wat renners in te halen. Na de helling duwen we zo zacht mogelijk de commandeur naar voren. Met minder gekraak dan voorheen verspringt de ketting en na wat finetuning valt die mooi over de tandwielen. Oef, gelukkig stoort niemand hier zich aan wat gekraak.
Varkensgebraad en wijn onderweg
Het gaat voortdurend op en neer en stilaan begint het schakelen te lukken. Maar we geven toe dat we naast de 25 en de 23 niet veel tandwielen versleten hebben. Bij elke afdaling gaan er ons nog steeds andere deelnemers voorbij, maar bergop pakken we die met plezier weer terug. De idyllische beelden van glooiende Toscaanse heuvels met de karakteristieke cipressen kloppen volledig, maar er is veel meer dan dat. En vooral veel steiler dan dat. En langer. Geregeld moet er dan ook iemand van de fiets. We zijn al blij dat we tot nu toe steeds goed boven geraakt zijn.
Na een tijdje duiken we een echte strade bianche in. Dit is 1 van de sectoren van de beroemde wielerwedstrijd. 5,6 km kondigt het bord aan. Maximale stijging is 10%. De 1e grote beproeving. Een stevige ruk aan de commandeur laat de ketting weer op het grootste kroontje kruipen. En wij op het puntje van ons zadel. Wat later dient het bord met 10% zich aan. Nu wordt het krasselen geblazen. Het woord souplesse heb je bij een Eroica nog nooit horen vallen. Duwen, stoempen, zuchten, het is afzien. De Italiaanse verwensingen vliegen in het rond. Na een kilometer is het steile stuk voorbij en trachten we wat te recupereren. De hartslag laten zakken en een bijna ‘normale’ cadans aanhouden.
Op de grote bevoorrading is het gezellig druk. De muziek knalt uit de boxen en iedereen neemt het ervan. Hier geen moderne sportvoeding, maar veel fruit, boterhammen met hesp of varkensgebraad en heerlijke ribollita. Toscaanse broodsoep! Er wordt zelfs wijn geserveerd. Voor de diehards onder de Eroica-rijders is er om de hoek zelfs een fonteintje waar ze hun blikken drinkbus kunnen vullen. Schitterend!
Strade van 14 km
Ondertussen krijgen we meer en meer vertrouwen in de fiets. Bij een overzichtelijke helling laten we ons even gaan. De snelheid loopt op. We leggen ons plat over het stuur, poep een beetje naar achteren, diep in de beugels en 2 vingers op de remhendel. Lekker! Plots een bord ‘Strade bianche 13,95 km’ – achteraf merken we daar 53 km/u te hebben gereden. In de schaduw van de bomen zien we te laat het gravel opduiken. Met een rotvaart gaan we over de steentjes en knijpen we vertwijfeld in de remmen. De fiets schuift van links naar rechts maar met meer geluk dan kunde blijven we toch recht. Wat verder gaat de weg weer omhoog en gaat de snelheid eruit.
Tegelijkertijd weten we dat we aan de langste klim van de dag zijn begonnen. De 8 km lange Poggio La Croce. Gemiddeld 7,2% steil met pieken tot 13%. En dat op een veel te grote versnelling. Geen idee welke cadans we halen, maar het moet laag tot zeer laag zijn. Langs de weg staan een heleboel toeschouwers met fototoestel in de aanslag. Het blijft maar duren, bocht na bocht, meter na meter. Onze hartslag is allang in de buurt van het maximum. Als we dit maar volhouden. Duwend, wringend en puffend wroeten we verder. Wanneer we even op de pedalen willen staan, begint het achterwiel meteen door te slippen. Zitten blijven en duwen!
Een stukje asfalt kondigt het einde aan, denken we. Even is er een klein plateautje maar vlak daarop klimt het weer stevig omhoog. Net voor de top laat 13% een laatste keer het geknars van grind en tanden samenvallen. Dit is loeizwaar. Wat daarna volgt is enkel nog genieten. Het glooiende landschap wordt steeds mooier en het grind steeds fijner. Ok, we moeten enkele kilometers bekomen maar dit is waarom zoveel wielerliefhebbers de heuvels zoeken. Afzien tot boven en dan genieten.
Leder, jute zakken en saucissen
Het landschap wordt steeds mooier. Cipressa’s pieken aan de horizon, kleine oude stadjes en dorpjes kleuren de route. De laatste bevoorrading ligt in een middeleeuws stadje: Buonconvento. We laveren door de smalle straatjes en horen van ver een accordeon. Op een piepkleine piazza is het druk maar gezellig. Enkele fietsen trekken meteen de aandacht. La Boteggia 1930 staat er op. Leder, jute zakken en saucissen. Prachtig.
De laatste kilometers lopen over asfalt. Daar zijn we op dat moment niet boos om. Het op en neer en de onaangepaste versnelling heeft zijn tol geëist. Toch halen we nog heel wat deelnemers in. Misschien hebben die op de bevoorrading toch wat te diep in het glas gekeken?
Moe maar ongelooflijk voldaan bollen we over de finish. Dit was geen ervaring maar een belevenis. Het was hard, zwaar en verschrikkelijk mooi. Mooi genoeg om nog eens terug te keren. Arrivederci, Montalcino!
Download GPX L’Eroica Montalcino 2021 route 96 km!