De Italiaanse wielerfamilie Masciarelli heeft veel over voor de carrière van de jongste telg Lorenzo. Het gezin kwam in de winter van 2019 in de Vlaamse Ardennen wonen zodat de 17-jarige veldrijder van Bert Containers-Pauwels Sauzen de perfecte veldritopleiding kan volgen. Met de hulp van begeleider Nico Mattan en ploegleider Mario De Clercq timmert de jonge Italiaan aan de weg naar de top. “Mijn 1e jaar bij de beloften zal pittig worden”, beseft hij.
De naam Masciarelli is een begrip in de wielerwereld. Palmiro (68) won ritten in Giro en Vuelta, werd in 1984 8e op het WK en was in 1982 ook al als 6e in de Ronde van Vlaanderen geëindigd. Zijn liefde voor de koers droeg hij over op zijn zonen. Simone (41) en Andrea (38) reden jarenlang voor Acqua & Sapone en waren verdienstelijke knechten. Francesco (35) reed ook voor Astana en werd in 2009 13e in de Giro. Toen een goedaardige tumor in zijn hypofyse werd vastgesteld, moest hij noodgedwongen stoppen.
En nu is er dus Lorenzo, de zoon van Simone. “Ik weet dat heel mijn familie op de fiets gezeten heeft”, lacht hij wanneer we hem naar zijn passie vragen. “Mijn vader reed in de winter bij wijze van voorbereiding op het wegseizoen af en toe een veldrit mee, niet alleen in Italië maar ook in België. Als aspirant ben ik puur voor de fun begonnen met deze sport. Ik vind het belangrijk om alle disciplines van de wielersport te beoefenen. In 2017 kwam ik als nieuweling naar Gavere en werd ik verliefd op de sport.”
7e op de Koppenberg
Lorenzo Masciarelli reed die winter een dozijn crossen en viel op met een aantal mooie top 10-noteringen. In de winter van 2018-2019 zette hij als t2e jaars nieuweling een grote stap voorwaarts. Hij won onder meer in Ronse, Wachtebeke, Zonhoven en Beernem en kon met ambitie de overstap naar de junioren maken. Ook daar wist hij zich een paar keer te onderscheiden. Hij werd onder meer 7e op de Koppenberg. Op het WK eindigde hij verdienstelijk op de 19e plaats en tussendoor was hij ook vicekampioen van zijn land geworden.
Het was in die winter dat Masciarelli met zijn familie ook in België kwam wonen. “We kwamen wel vaker naar hier om te koersen en uiteindelijk hebben we besloten om ons te vestigen in Oudenaarde”; legt hij uit. “Ik volg les op de Vlaamse Wielerschool en mijn vader vond via de ploeg een job. Stilaan lukt het me wel om het Nederlands een beetje te verstaan, al is het moeilijk om het ook zelf te spreken.”
Trainen met de profs
Afgelopen winter bleek wel een moeilijke periode. Door de pandemie waren er amper wedstrijden voor de jeugd. Toch greep hij 1 van zijn zeldzame kansen en won hij in Beringen op de Avonturenberg. In Ruddervoorde werd hij 4e, op de Wereldbekermanche van Tabor eindigde hij als 2e. Het Italiaans kampioenschap werd door een valpartij een tegenvaller met een 4e plaats, het WK werd niet georganiseerd.
“Het was jammer dat we amper wedstrijden konden rijden”, sakkert Masciarelli junior. “Gelukkig kon ik dankzij Mario vaak op pad met de profrenners. Ik kreeg de kans om met echte specialisten als Eli Iserbyt en Michael Vanthourenhout mijn techniek bij te schaven. Dat waren prachtige ervaringen en misschien heb ik daar wel meer aan gehad dan aan een aantal wedstrijden.”
De komende zomer gaat Lorenzo geregeld over en weer van Italië naar België. Hij zal af en toe een wegwedstrijd betwisten en bereidt zich zo voor op de volgende winter. “Gemakkelijk wordt dat niet, want ik moet het tegen jongens van een paar jaar ouder opnemen”, weet hij. “Als ik af en toe bij de eerste 15 kan eindigen, ben ik al tevreden.”
Passie
Met Gioele Bertolini en Jakob Dorigoni heeft het Italiaanse veldrijden momenteel slechts een paar toppers. “Vroeger had je ook Pontoni en Bramati”, merkt Lorenzo Masciarelli pienter op. “Als ik al eens 1 keer de beste van mijn land kan worden, ben ik al tevreden. We zullen wel zien hoe ver ik kan komen.”
In elk geval houdt Lorenzo van het leven in België. “Het klimaat is wat minder en het regent veel, maar ik hou van het land”, lacht hij. “In Italië zijn chauffeurs snel boos wanneer je wat te veel in het midden van de weg rijdt. Hier in België houdt iedereen van de wielrenners. Het is ‘amazing’ hoe de wielerpassie hier leeft. Ik ben blij dat ik deze ervaring kan opdoen.”