Woensdagmiddag is Lotte Claes Belgisch kampioene tijdrijden geworden bij de clubrensters. De 28-jarige renster van Doltcini-Corlyp NV Development Team komt uit het duatlon en betwist ook in die discipline nog steeds wedstrijden. Sinds dit seizoen proeft ze tevens van het wegwielrennen en dat lukt duidelijk goed. “Ik zou niet zeggen dat ik spijt heb deze sprong nu pas te wagen, het is immers nooit te laat om iets nieuws te proberen!”
Claes heeft haar strepen in het duatlon meer dan verdiend. Zo was ze in 2019 de sterkste op het Belgisch kampioenschap over lange afstand. Met meer dan 8 minuten voorsprong kwam ze toen aan. In 2020 kon ze echter maar weinig wedstrijden betwisten en kreeg ze steeds meer de smaak van het wielrennen te pakken. “Veel vrienden zeiden dat ik het fietsen toch eens volop een kans moest geven.”, klinkt het. Dolticini-Corlyp gaf haar vervolgens de kans om die uitdaging aan te gaan. Ook 4 jaar geleden heeft ze zich al eens aan de koers gewaagd.
Dat de verpleegkundige van een challenge houdt, is geweten. Ze was ook 1 van de deelneemsters van het tv-programma Kamp Waes. Ze benadrukt toch dat er een groot verschil is met duatlon. “Dan moet ik eerst lopen, een beetje energie overhouden voor het fietsen en ook nog steeds wat overhouden om opnieuw te lopen. Hier begin je fris op de fiets en kan je helemaal tot het gaatje gaan. Mijn 1e ronde verliep heel goed, in de 2e ronde viel ik wat stil maar in de laatste 2 minuten kwam ik er opnieuw goed door.”
Ardèche
Helemaal heeft Lotte Claes het duatlon nog niet opgegeven. Afgelopen weekend werd ze in Kortrijk zelfs winnaar in de 1e manche van de Lotto Duatlon series. Over de 6 km lopen, 45 km fietsen en 3 km lopen was ze vlot de beste. “Ik heb me zelfs een beetje kunnen sparen voor dit BK”, verrast ze. “Dat was echt een doel en omdat ik snel veel voorsprong had, kon ik me deze luxe wel permitteren.”
Naar eigen zeggen heeft Claes de smaak nu echt te pakken. “Ik reed onlangs ook mijn 1e criterium in Schellebelle en met een 16e plaats is dat goed meegevallen. Ik kon er mee de wedstrijd maken en draaide lekker mee. In september rijd ik in de Ardèche mijn 1e ronde. Het klimmen ligt me normaal wel, we zullen zien wat dat in wedstrijd oplevert.”
Wattages?
Dat Lotte Claes wat knowhow mist in het wereldje, vindt ze niet erg. “Als je de techniek wilt beheersen, moet je echt als kind beginnen. Toch ben ik echt nog niet goed in het wringen en daar moet ik nog enorm op oefenen. In een grote sprint houd ik me wijselijk op de achtergrond. Bij een tijdrit is dat niet nodig natuurlijk. Ook het materiaal is hetzelfde als in het duatlon, al ben ik daar niet zo mee secuur bezig. Vraag me niet welk verzet ik gebruik of met welke wattages ik trap.”
In de toekomst zal Lotte Claes nog meer gericht gaan trainen. “Er is nog werk aan de winkel”, lacht ze. “Op de toppers kom ik toch nog 2 minuten tekort (Claes werd iedereen bij elkaar 9e op het BK, red). Voorlopig blijf ik het ook combineren met het lopen, tenzij ik echt merk dat ik nog veel kan winnen door het lopen vaarwel te zeggen. We zullen zien wat de toekomst brengt!”