Vanaf deze zaterdag 14 augustus 2021 gaat in Burgos de 76e editie van de Vuelta a España van start. De renners trekken van boven naar onder over het Iberisch schiereiland en rijden vervolgens van onder naar boven tot in pelgrimsoord Santiago de Compostela. Onderweg wordt het verschil gemaakt in een proloog, een tijdrit, enkele potentiële waaieretappes en natuurlijk in de bergen. Wij bundelen 5 van de leukste cols.
Picón Blanco
Een vlakke aanloopzone van een week, daar doen ze in Spanje niet aan mee. Na een proloog en 1 vlakke etappe in Burgos, gaat het op maandag al meteen bergop. In de etappe van 203 van Santo Domingo de Silos naar Picón Blanco is er wel een hele lange opwarmstrook. Pas in de slotkilometers wordt er echt geklommen. De Picón Blanco is bekend bij de renners die de Ronde van Burgos rijden. In 2020 reed Remco Evenepoel hier onder meer George Bennett, Mikel Landa, Esteban Chaves en Richard Carapaz uit de wielen. Het monster is 7,6 km lang met een gemiddeld stijgingspercentage van 9,3%. Onderweg zitten stukken van 18%. Wees dus maar zeker dat er al meteen verschillen zullen worden gemaakt.
Balcon d’Alicante
De renners trekken in de 1e week naar Alicante, een populaire bestemming voor Belgen die het in de winter te koud hebben in onze contreien. Op het balkon van deze regio ligt de gelijknamige helling, die werkt met 2 lanceerplatformen. Na 2 hellende kilometers gaat het immers eventjes bergaf, waarna het weer 1 km stijgt en vervolgens opnieuw vlak wordt. Dan volgen er wel nog 3 steile kilometers met een piek tot 14%. De Balcon d’Alicante kan misschien wel eens het laatste kunststukje worden van Alejandro Valverde. Al 12 ritten won hij in zijn Vuelta, alles wat er nog bij komt, is op zijn 41e pure bonus.
Alto de Velefique
Met een etappe van 188 km in Almeria wordt de 1e week van de Vuelta afgesloten. De renners komen aan op de Alto de Velefique, de 1e helling in de wedstrijd die tot de ‘Special Category’ behoort. Het is een helling van 13,2 km aan 6,4%, niet eens zo steil. Het venijn zit ‘em’ al in het begin, met een stukje van 15% en een kilometer aan 11,7%. Wie hier het verschil maakt, moet dat in de vlakkere kilometers verderop wel kunnen volhouden. Robert Gesink was hier in 2009 dicht bij de overwinning, maar hij kon de Canadees Ryder Hesjedal uiteindelijk niet verslaan.
Lagos de Covadonga
We maken een sprongetje naar de slotweek en belanden bij de helling met wellicht de bekendste naam. Lagos de Covadonga is al jaren een vaste aankomstplek in de regio Asturië. De col is 12,5 km lang aan een gemiddelde van 6,9%, maar het zijn vooral de steile tussenstroken die het lastig maken. In het 2e deel van de helling begint dit met een kilometer aan 12,2% en vervolgens enkele kilometers aan ongeveer 10%, afgelost door korte afdalingen. In 2018 won Thibaut Pinot er de eerste van 2 ritten, 2 jaar eerder was ene Nairo Quintana de primus.
Altu d’El Gamoniteiru
Vanessa Williams zong het al ooit: Save the best for last. In de 18e etappe moeten de renners – 1 dag na Lagos de Covadonga – over de Altu d’El Gamoniteiru. Wedstrijddirecteur Fernando Escartin – ooit beschreven als de lelijkste renner op een fiets – noemt deze helling “onvoorspelbaar, maar 1 van de grootste spektakelstukken”. De helling is 14,6 km lang aan een duizelingwekkend gemiddelde van 9,8%. Omwille van een minder steil openingsstuk en een tussenstukje van 3,5% betekent dit dat je constant klimt aan meer dan 10%. Niet zelden wordt deze helling opgenomen in lijstjes met de lastigste bergen van Spanje. Wie op woensdag al op zijn tandvlees zat, zal deze donderdag helemaal door het ijs zakken.
De favorieten voor het bergklassement in de 76e Vuelta vind je via deze link bij onze partner Bingoal.
Alle noteringen rondom de 76e Vuelta vind je hier bij onze partner Bingoal.