De sprinter met de bril, Alfdan De Decker, beleeft in het shirt van Tarteletto-Isorex geen seizoen waar hij happy van wordt. Ook zijn ploegmanager Peter Bauwens gaf al aan dat De Decker onder de verwachtingen blijft en dat het stilaan tijd is om te oogsten voor de 24-jarige Antwerpenaar. “Anders moet ik misschien stoppen op dit niveau en kermiscoureur worden”, klinkt het.
Podiumplaatsen
In principe had Alfdan De Decker zaterdag een sprintkans gekregen in de Brussels Cycling Classic, maar door de hertekening van het parcours zag hij de bui vooraf al wat hangen. “Alle koersen moeten tegenwoordig zwaarder zijn, dus deze blijkbaar ook”, zei hij aan de start in het Jubelpark. “Ik hoop er nog bij te zijn voor de finale en dan zien we wel”, klonk het wat weemoedig. “Het is vaak wat afhangen van wat ze bij Deceuninck-Quick.Step doen. Als zij doorrijden, dan wordt het moeilijk voor mij. Maar sowieso kijk ik wat naar Alpecin-Fenix, waar ze met Merlier toch de winnaar van vorig jaar hebben.”
De Decker zit duidelijk met twijfels en dat is niet onlogisch. “Als Peter zegt dat ik onder de verwachtingen blijf, dan kan ik hem alleen maar gelijk geven. We hebben aan het begin van het seizoen samen die verwachtingen opgelijst, met vooral een paar podiumplaatsen in 1.1-koersen, maar dat is er helaas nog niet van gekomen. Al zal Peter ook wel beseffen dat ik nog niet echt het geluk aan mijn zijde heb gehad. Ik werd al eens omver gereden in de sprint en had al eens pech in een finale waar ik altijd prijs moest rijden. Maar hoe dan ook is het nu tijd om te oogsten. Mijn talent is niet weg, maar het moet er nu ook uitkomen.”
Verhaal nog niet geschreven
Nochtans is het niet allemaal slecht. “Het ging eigenlijk behoorlijk goed, tot ik naar de Ronde van Rwanda ging en terugkeerde met maag- en darmklachten. Het herstel sleepte wat aan, ik wisselde lang goeie dagen af met dagen dat ik me wat minder fit voelde. Maar de laatste weken gaat het weer de goeie richting uit, ik kan weer meerdere trainingen na elkaar aan zonder echt moe te zijn. Ik hoop dat er nu wat mooie momenten volgen in koers en dat ik nog een profcontract in de wacht kan slepen voor volgend seizoen. In de Antwerp Port Epic en het Kampioenschap van Vlaanderen, om er 2 te noemen, zie ik wel mogelijkheden voor mezelf.”
Nu moet De Decker het hebben van een vergoeding deels van de ploeg en deels van de overheid. “Maar dat kan natuurlijk niet blijven duren”, beseft hij. “Op dit niveau blijven hangen, dat is niet ideaal. Dit zouden dus zomaar de laatste weken van mijn carrière kunnen zijn. Ik heb wel de steun van thuis uit, maar mijn vriendin en ik willen graag gaan samenwonen en we willen ook allebei vooruit in het leven. Dat is in de gegeven omstandigheden niet makkelijk. Langs de andere kant, mijn verhaal is nog niet geschreven en dus wacht ik tot de laatste weken van het seizoen af. Er kan nog veel gebeuren.”
Lat te hoog
Nog 1 keer een flashback naar die sprint in de Schaal Sels van 2018, waar De Decker als lead-out voor ploegmaat Timothy Dupont zelf 2e werd. “Het was een periode waarin het precies allemaal veel te gemakkelijk ging, waardoor ik de lat voor mezelf nadien wat te hoog heb gelegd”, geeft De Decker toe. “Ik kwam als stagiair binnen bij de Wanty-ploeg en alles ging supervlot. Ik reed 8 koersen met de ploeg en we wonnen er 7 van. Ik heb in mijn eerste 2 profjaren ondanks de druk die ik mezelf had opgelegd toch nog een 5-tal podiumplaatsen gereden. Dat is niet slecht.”
Is er een plan B? “Ik heb wat achter de hand, maar ik wil er nog niet te veel over zeggen”, besluit De Decker. “Sowieso zal het dan iets buiten het wielrennen worden. Maar als het uiteindelijk toch niet blijkt te lukken bij de profs, ga ik wel blijven koersen als eliterenner zonder contract. Ik doe het nog altijd heel graag.”