Wie in de uitslagen van de grote veldritten wat verder kijkt dan de top 10, zal geregeld botsen op de naam van Mathijs Wuyts. De 23-jarige renner uit Beerzel heeft zijn plekje gevonden op de 3e rij van het veldritpeloton. Dat is extra knap als je weet dat hij de stiel combineert met een fulltime job in het zwembad. “Gelukkig krijg ik veel respect van mijn collega’s”, legt hij uit.
Mathijs Wuyts is 1 van de betere renners van zijn generatie en streed bij de beloften voor een top 10-plek met jongens als Toon Vandebosch en Niels Vandeputte. Nu krijgt hij bij de eliterenners zonder contact de steun van het Tarteletto-Isorex CX-team en dat lukt vrij aardig. Zo rijdt Wuyts steevast naar uitslagen rond de 20e plek. Afgelopen weekend werd hij in de X2O Badkamers Trofee in Kortrijk zelfs 14e op slechts een minuut van Laurens Sweeck.
“Ik ben wel tevreden over de afgelopen weken”, vertelt de renner. “Aan het begin van het seizoen liep het wat minder. Dat is inmiddels een gewoonte geworden. Ik denk dat het te maken heeft met de omlopen. Door het slechtere weer worden de parcours vanaf half november ook zwaarder en dat ligt me meer dan een snelle wedstrijd. Maar inmiddels heb ik het ritme wel gevonden.”
In het spoor van de groten
Dat de Antwerpenaar geregeld tussen de meer bekende renners rijdt, vindt hij zelf wel plezant. “We proberen in die grote wedstrijden altijd zo lang mogelijk in het spoor van de profs mee te gaan. 2 jaar geleden zat ik tussen jongens als Dieter Vanthourenhout en Yannick Peeters. De start doet natuurlijk veel. In wedstrijden zoals Kortrijk kunnen we dichter starten en dan is het mogelijk om die grote namen te benaderen.”
Wuyts zal op het Belgisch kampioenschap uitkomen bij de eliterenners zonder contract. “Het podium moet daar wel mogelijk zijn”, blikt hij vooruit. “Bij de beloften werd ik een keer 4e na Vandebosch en Vandeputte. Als je ziet hoe zij nu rondrijden, ben ik ervan overtuigd dat er mogelijkheden voor mij liggen. Ook naar een wedstrijd als die in Baal kijk ik uit. Er verschijnen naar goede gewoonte minder buitenlanders, dus dan liggen er kansen voor mij om me in de kijker te rijden.”
Zonder stages
Dat Wuyts dergelijke prestaties neer kan zetten, is opmerkelijk. Hij werkt immers ook fulltime als redder in het zwembad. “Ik kan tijdens die job mijn benen wel laten rusten, dus het is nog combineerbaar”, grijnst hij. “Stages naar Spanje zitten er voor mij natuurlijk niet meer in. Omdat ik in principe ook op zaterdag moet werken, gaan de meeste verlofdagen naar het veldrijden. Soms neem ik eens een weekje vrij om heel wat uren te trainen. Het is een drukke agenda, ja. Soms zie ik een hele dag de zon schijnen om dan ’s avonds in de regen op pad te moeten. En toch doe ik het nog steeds supergraag!”
Gelukkig beschikt de jonge twintiger ook over heel wat steun op het werk. “Hoe beter ik het doe, hoe meer respect ik krijg”, lacht hij. “Regelmatig komen leerkrachten van scholen een praatje met me slaan over de cross en ook mijn collega’s volgen het. Ze zien me in beeld rijden en vinden dat wel knap. Ik word ook door de ploeg enorm goed gesteund. Veldrijden is een dure hobby, dus ik ben blij dat ik over het materiaal kan beschikken. In de zomer krijg ik samen met mijn ploegmaat Ingmar Uytdewilligen de kans om mijn ding te doen. Zo lang ik deze sport op deze manier kan beoefenen, zal ik me er volledig op focussen. Ik ben de ploeg erg dankbaar voor alle kansen en de steun. In deze moeilijke coronatijden betekent het heel veel dat ik kan doen wat ik het liefste doe.”