Toen we deze zomer tijdens de Sella Ronda Bikedays betoverd werden door de prachtige Dolomieten vergaten we even hoe we de dag daarvoor tot het gaatje dienden te gaan om die ene klim te bedwingen: de Tre Cime di Lavaredo. De berg waar menig wielerliefhebber zijn tanden op stuk beet. De berg waar menig beroepsrenner zich afvroeg waarom hij hiervoor had gekozen.
Passo Falzarego
Het is fris die ochtend. We starten in het mooie Arabba, maar laten de Sella Ronda links liggen. We hebben een duidelijk doel: de Tre Cime di Lavaredo.
In 1968 legt Eddy Merckx op de Tre Cime di Lavaredo in heroïsche omstandigheden de fundamenten van zijn 1e overwinning in de Giro. Ondanks zware sneeuw en ijzige koude zet hij mannen als Gimondi, Adorni en andere Gianni Motta’s aan de kant. Merckx rijdt die dag in temperaturen rond het vriespunt. Hij start in de regen, die gaat over in natte sneeuw en eindigt in hagel, sneeuw. Merckx rijdt in korte broek en korte mouwen. Boven aan de streep moet hij ondersteund worden, krijgt warme dekens over zich heen. Maar vooraleer de 1e achtervolger over de streep komt is hij al weer opgewarmd. Die 1e Grote Ronde is nog maar het begin van een ongelooflijke carrière: de Kannibaal is geboren.
Het verhaal van de epische tocht van Eddy Merckx spookt al jaren door ons hoofd. De Tre Cime heeft niet de spektakelwaarde van de Mortorilo of de Zoncolan en al zeker niet de bekendheid van de Stelvio. De Tre Cime heeft zijn eigen karakter en vooral: er werd geschiedenis geschreven.
De heroïsche beelden staan ons voor de geest, maar van hagel en sneeuw is geen sprake. Het is fris, maar in tegenstelling van Merckx hebben we arm- en beenwarmers. Het heeft licht geregend vannacht. De wegen liggen er vochtig bij en de talrijke wolken verhinderen dat de zon het asfalt weer opdroogt. We stappen op de Basso Diamante met Campa Super Record EPS. We zijn er klaar voor. We dalen af naar Pieve di Livinallongo. Kort daarop start onze 1e klim van de dag. Op de flanken van de Sass de Stria klimmen we naar de 2.109 meter hoge Passo Falzarego. Een mooie 11 km lange opwarmer met stijgingspercentages tussen 5 en 7%. Af en toe piekt die even tot 9%, maar het zijn maar prikjes. Dan gaat het gedurende 18 km weer naar beneden. Het is druk in het mondaine Cortina d’Ampezzo. Er rijden meer vrachtwagens dan dikke luxe-jeeps. Blijkbaar is het skiseizoen al in volle voorbereiding.
De eerste 16%
We zetten aan richting de Tre Croci. Een 8 km lange sliert slingerend asfalt brengt ons naar 1.809 meter hoogte. Geen spectaculaire vergezichten, maar met 7,5 % gemiddeld en stukjes 12 en 14,5 % laat hij ons al even proeven van wat komen gaat. Tussen de bomen ontwaren we de puntige pieken van enkele 3-duizenders.
Dan gaat het gedurende enkele kilometers weer naar beneden. Net genoeg om even te recupereren. Want dan beginnen we eraan. Het doel van deze dag: de klim naar de Rifugio Auronzo, de klim naar de Tre Cime. Heel even maakt een stukje 10% al duidelijk dat het geen zondagswandeling zal worden. Maar dan vlakt het weer af tot 3 à 4%. Iemand van de groep kreeg het op het steile deel al wat moeilijk . “Geeft niet”, zegt hij. “Wanneer het niet meer lukt, stap ik wel in de volgwagen.” Aan het Lago di Misurina houden we even halt. Even nemen we tijd om bij te tanken, maar dan is het ieder voor zich tot aan de top. Bij het uitrijden van het dorp draaien we naar rechts.
Heel even duikt de weg naar beneden om dan brutaal omhoog te gaan. 16%, de 1e van de dag. Even is het naar adem happen, stoempen geblazen, even deze hindernis overwinnen. Wat verder ligt een meertje en wordt het weer vlak. Een hele rij auto’s staat er aan te schuiven. De lokale overheid heeft er een tolhuisje geïnstalleerd. Wie met de auto de berg op wil, moet tol betalen en op deze manier kan het verkeer op de berg gecontroleerd verlopen. Er is niet zoveel parkeerplaats en zo vermijden ze er overvolle wegen en auto’s die her en der worden neergeploft. Met de fiets mag je zo door.
Geen keuze
Maar dan slaat de berg toe. Vanaf nu is het alle registers open. Vanaf nu bestaan de stijgingspercentages alleen nog maar uit dubbele cijfers. Het wordt zwoegen, puffen, een calvarie van bocht naar bocht. De jongste van het gezelschap en de begeleider verdwijnen uit het zicht. 24 jaar, reed tot vorig jaar nog bij de U23 en de ander een ex-prof. Tot straks jongens.
De weg klimt opnieuw naar 16%. We nestelen ons in het wiel van een 30’er uit onze groep. Nu maar hopen dat we die kunnen volgen. Het gezoem van elektrische motoren verstoort ons gezucht. Een man en een vrouw rijden ons voorbij. Beiden met rood aangelopen gezicht. Die 250 watt extra lijken amper te volstaan. Aan een bergschuur draait onze kompaan plots naar links en gaat van de weg af: “Verdorie, ik heb versnellingen te kort!”, roept hij. We rijden alleen verder. 30 meter voor ons rijdt iemand anders. Een baken, een richtpunt. Maar een wagonnetje aanhangen, lijkt nu een bizarre uitdrukking. Michel Wuyts moest het horen.
Even vlakt het af. 12% worden plots een adempauze, we harken verder. We vervloeken onze fietscomputer, zien de percentages weer naar omhoog gaan. Voelen ze omhoog gaan. 16%, 17% licht even op. Gelukkig, weer 15, maar onmiddellijk gevolgd door weer 16%. Het blijft duren, onze benen staan in brand, onze hartslag diep in het rood. In een bocht ontwaren we een plek waar we zouden kunnen stoppen. De man voor ons stopt er en buigt diep over zijn stuur. Het koppel met de elektrische fietsen is er ook gestopt. Als we nu stoppen, geraken we niet meer op gang. We hebben geen keuze, doorgaan. Door tot aan het gaatje.
Waanzinnig panorama
25 mei 2013. Op de flanken van de Tre Cime woedt de strijd om de roze trui. Nibali staat onder druk van Cadel Evans, terwijl Fabio Duarte en Rigoberto Uran de etappe maar al te graag willen binnenhalen. IJzige kou, regen en sneeuw zorgen voor helse omstandigheden. Op het steilste deel, 3 km voor de top, slaat Nibali toe. Hij slaat een kleine kloof en rijdt de ziel uit zijn lijf. Evans breekt en ziet, met de ontketende Nibali, de Giro-winst in de verte verdwijnen. De Colombianen bestoken elkaar en hopen dat ze Nibali weer kunnen te pakken krijgen. Maar de Haai van Messina geeft niet op. Duarte en Uran stranden op een kleine 20 seconden van de triomfantelijke overwinnaar.
Het landschap verandert. De bomen verdwijnen en maken plaats voor de majestueuze toppen van de Tre Cime. We zitten 2.000 meter hoog, bijna boven. Nu kan het, nu mag het niet meer mis gaan. Plots duikt er in de verte een gebouw op, de Refugio. Euforie maakt zich van ons meester. De adrenaline pompt en geeft extra kracht. 10 tot 11% nemen we met de glimlach. De weg klimt verder tegen de flanken van de berg. We zien auto’s staan, bussen, we zien toeristen rondlopen. En af en toe een fietser, nog een gek.
Aan het bord kort voor de top staan de jonge kerel en onze begeleider. Hij lacht: “Very good!”, zegt hij. En kijkt ons vragend aan. ”How old are you?” “64”, antwoorden we. Fier als een gieter. Nog even trappen we weer op de pedalen. We klimmen naar de Refugio. Meteen is alle gepuf, alle geploeter en gehark vergeten. Een waanzinnig panorama ontrolt zich voor onze ogen. Dit is zo mooi. Hiervoor doe je het. Afzien, sterven op de fiets, maar genieten en beseffen hoe klein je bent. De test van de groep druppelt binnen. De volgwagen brengt de laatste mee. “Zo is het ook mooi”, zegt hij. Toch blij dat we het óp de fiets hebben klaargespeeld.
Noot: de Tre Cime di Lavaredo was tot nu toe 7 keer aankomst van een Giro-etappe. Prooi voor de klimmers: Gimondi (1967), Merckx (1968), Fuente (1974), Breu (1981), Herrera (1989), Riccò (2007), Nibali (2013). Ook in 2013 waren de omstandigheden bar en broos. Nibali won daar, net als Merckx in 1968, de Giro.