Een Canadees in het veldrijden, het is iets wat je niet elk seizoen tegenkomt. Het was dus voor veel liefhebbers even knipperen met de ogen toen ze 1e jaars junior Ian Ackert plots op het podium zagen staan in Gullegem en Herentals. “Ik hoop dat ik op het WK in de top 10 kan eindigen”, blikt hij vooruit naar de regenboogstrijd.
Ackert ontdekte het veldrijden toen hij 10 jaar oud was via de lokale instantie. “Ik nam al een tijdje deel aan de ‘Wednesday Night Mountainbike Race Series’ in Harwood Ski and Bike”, vertelt de 16-jarige. “Op een dag bleek dat ze er ook veldritsessies organiseerden en op mijn 11e nam ik voor het eerst deel aan een wedstrijd. Mijn ploeg Hardwood Next Wave startte vervolgens met veldrittrainingen op dinsdag, de dag voor de wedstrijden. Ik nam altijd deel en raakte in de ban van de sport. Inmiddels cross ik al 5 jaar.”
Voor het eerst kwam Ackert deze winter naar België. In de Wereldbekermanche van Namen moest hij zijn weg nog zoeken en werd hij 45e, daarna ging het in stijgende lijn. In de blubber van Dendermonde fietste hij naar een 26e plaats, in Heusden-Zolder werd hij meteen 6e. Daarna volgden een 13e plaats in Loenhout en een 11e plaats in Baal, de podiumplaatsen in Gullegem en Herentals waren de grote climax.
‘Full gas’
“Als ik de sfeer op Belgische veldritten moet vergelijken met een sport in mijn thuisland, dan kijk ik naar het ijshockey”, vertelt Ackert. “Het is echt ‘amazing’ om naar een land te komen dat perfect begrijpt wat veldrijden is en een passie heeft voor deze discipline. Bijna iedereen bij jullie kent de laatste uitslagen en weet op welke plaats Wout (van Aert, red) eindigde. Ook het niveau ligt er enorm hoog. In Noord-Amerika moet je 2 rondes vechten voor jouw positie en vervolgens belandt iedereen op zijn plekje tot de finale. Hier is het de hele wedstrijd ‘full gas’ en heb je amper tijd om te herstellen. Je rijdt altijd tegen jouw limiet, I love it!”
Ackert kwam naar eigen zeggen zonder verwachtingen naar ons landje. “Deze trip ging om het leren en de resultaten waren gewoon een beloning voor de moeite. Na een paar wedstrijden kreeg ik een goed zicht op mijn mogelijkheden en kon ik mezelf wat beter vergelijken met de concurrenten. Ik kreeg meer vertrouwen en dat merkte iedereen ook. Bij mijn thuiskomst had ik zoveel opgestoken. Logischerwijze ben ik fier op mijn 2 podiumplaatsen. Eigenlijk kan ik al niet wachten tot volgende winter!”
Top 10 op WK
Eerst zien we Ackert natuurlijk nog aan het werk in zijn eigen continent op het WK in Fayetteville. “Nadat ik de wedstrijden in Europa heb gereden, denk ik dat top 10 een realistische ambitie is. Al is een medaille ook niet mis”, knipoogt hij. “Ik zal vroeg ter plaatse gaan zodat ik me optimaal kan voorbereiden en in Canada niet in de sneeuw beland. Het zal mijn 2e keer in Fayetteville zijn, want ook bij de afwachtingswedstrijd voor de Wereldbekermanche was ik al present.”
Hoe zit dat eigenlijk met de evolutie van de cross in Canada? Volgens Ackert is de hype er wel aan het groeien. “Er zijn elk jaar meer deelnemers aan de wedstrijden. Dat geldt in alle categorieën, van de jeugd tot aan de masters. Er is ook een kleine groep van 1e jaars junioren, waaronder ikzelf, die al een hele tijd aan veldrijden doet en lang moest wachten tot we aan UCI-wedstrijden konden deelnemen. Dit was dus een belangrijk jaar voor ons. Nu de resultaten voor de Canadezen niet uit blijven, denk ik dat er nog meer volk gemotiveerd raakt om de sport uit te proberen.”
De grote 3
En natuurlijk kennen ze ook in Noord-Amerika de grote 3. “Van der Poel, Van Aert en Pidcock zijn hier zeker bekend”, grijnst Ackert, die belooft dat hij volgend jaar zal terugkomen naar België. “Wellicht zelfs voor een langere periode… Ik hoop te kunnen tonen tot wat ik in staat ben als 2e jaars junior.”