Toen hij in 2019 na de vroegtijdige stopzetting van de etappe naar Tignes plots de Tour won, lag de wielerwereld aan de voeten van Egan Bernal. De vergelijking met Eddy Merckx werd nog eens boven gehaald, het zou de 1e keer van vele zijn. 2,5 jaar later is die voorspelling verder weg dan ooit. Na een val op training is sprake van breuken aan de knieschijf en het dijbeen. Komt de allerbeste Bernal ooit nog terug?
Ronde van de Toekomst
Het is wel vaker zo met Colombianen dat ze bij hun intrede bij de profs meteen furore maken en daarna niet meer verbeteren. Nairo Quintana kende zijn beste jaren aan het begin van zijn carrière, ook Miguel Angel Lopez kan maar niet de stap zetten naar de grote overwinningen. Vaak wordt als mogelijke reden aangegeven dat Colombianen al op grote hoogte wonen en dus nooit meer voordeel kunnen halen uit een hoogtestage.
Ook Bernal kwam meteen als een geweldenaar binnen. Nadat hij in 2017 de Ronde van de Toekomst had gewonnen en werd ingelijfd door het toenmalige Team Sky, was hij in de Tour als knecht al 1 van de beste renners in koers. Richting Roubaix had hij echter al een kwartier aan zijn broek gekregen, dus aan een klassement werd zelfs nooit gedacht. Wanneer je hem achteraf Geraint Thomas zag steunen op weg naar geel, kreeg je het vermoeden dat hij dit zelf ook zou kunnen.
Rugproblemen
Een jaar later waren er geen kasseien in de Tour en bevestigde Bernal alle goede voorspellingen met een eindzege. Dat hij deze ook te danken had aan de gebeurtenissen op de Iseran, waarna de etappe werd stilgezet en de laatste bergetappe werd ingekort, was toch een smetje op zijn blazoen. Geen nood, want er werden Bernal nog vele zeges toegedicht. De Colombiaan leek alles te kunnen, ook grindwegen en waaiers kregen hem niet klein.
Maar kijk, een jaar later was er plots Pogacar en die lijkt nog beter te zijn. Pogacar kan klimmen, tijdrijden en sprinten en lijkt haast de perfectie op wielen. Terwijl de Sloveen in 2020 de Colombiaan opvolgde als Tourwinnaar, sukkelde die laatste met de rug. Het probleem leek nooit echt opgelost, ook al won hij in 2021 de Giro. In de Vuelta haalde Bernal echter opnieuw niet zijn niveau, zodat de vraagtekens achter zijn naam niet konden worden uitgewist.
Pakken wat je pakken kan
En nu is er dus de bewuste val. Of Bernal de Tour zelfs zal hálen, is niet zeker. En als hij deze haalt, is de voorbereiding in elk geval verstoord. Ondanks alles is Bernal nog altijd maar net 25 – hij kan straks zelfs nog het jongerenklassement winnen in de Tour. De kans lijkt klein dat INEOS Grenadiers nog alle eieren in de mand van Bernal zal leggen.
Wat is de moraal van het verhaal? Misschien wel dat je als renner altijd moet pakken wat er te pakken valt. Bernal zal maar wat blij zijn dat hij die ene Tourzege tenminste al op zak heeft en Colombia zo in totale euforie bracht. Daarmee blijft hij hoe dan ook altijd een legende. Zo snel het komt, zo snel kan het ook weer weg zijn. Of om het met Springsteen te zeggen: “Glory days well they’ll pass you by…”