Geen Oude Kwaremont meer, wel 3 lastige hellingen in Pays des Collines, dat is in een notendop de samenvatting van het nieuwe parcours van Kuurne-Brussel-Kuurne. Het zwaartepunt zou zo wel eens onder de taalgrens kunnen liggen en het zou ons niet verbazen mochten de kansen van de sprinters hier in rook opgaan. Je wil die nieuwe finale ook wel eens uitproberen? Gelijk heb je, we maakten alvast een route van 145 km waarin al het lekkers verwerkt zit.
Even praktisch: vertrekken doen we aan het Sportpark in Kuurne. Daar is voldoende parkeergelegenheid rond de site waar onder meer FC Eendracht Kuurne gevestigd is. We trekken vervolgens naar het kanaal Bossuit-Kortrijk, een schakel in het netwerk van Seine Schelde Vlaanderen. Dit stukje doen de profs niet op deze manier, maar je vergeeft het ons vast dat we in deze fase de drukke wegen wat mijden.
Via Otegem, bekend van de veldrit die daags na het BK wordt verreden, komen we terecht op de Tiegemberg. Deze wordt gedaan via de achterkant, de zogenaamde Hellestraat (1.400 meter aan gemiddeld 4%) en daalt vervolgens af via de bekende weg. De storm had hier een week geleden voor de nodige averij gezorgd, maar inmiddels is de puinhoop opgeruimd. Het is leuk om deze Tiegem ook eens op een andere manier te leren kennen.
LEES VERDER ONDER DE FOTO’S!
Prachtig panorama
Over de fietssnelweg snijden we vervolgens een stukje van het parcours af. We kunnen ons immers inbeelden dat je geen zin hebt in de volledige afstand van 195 km. Vanop deze weg heb je trouwens een prachtig panoramazicht over alle hellingen en heuvelruggen in de Vlaamse Ardennen. Dat is genieten, tot je in Melden plots de Koppenberg op moet. Deze helling zit niet in het parcours van Kuurne-Brussel-Kuurne, maar hebben we gebruikt als vervanger voor de Kattenberg en Boembeek.
Genoeg verrassingen, vanaf Etikhove volgen we de échte wedstrijd tot aan de finish. Dat begint met de Bossenaarstraat (ook wel Onderbossenaar genoemd), een helling van 1.300 meter aan 4,3%. De molen is hier het referentiepunt en verder kan de wind hier ook een rol spelen. We zitten met deze helling op de flanken van de Taaienberg, een helling die in deze klassieker niet wordt aangedaan. Enkele kilometers verder wacht Berg Ten Houte (1.100 meter aan 6,2%), ook nieuw in deze wedstrijd maar wel een bekende klim in de streek.
Vervolgens duiken we onder de taalgrens naar Flobecq. Met La Houppe (1.880 meter aan 4,8%) ligt hier natuurlijk een klassieker die in heel wat wedstrijden wordt aangedaan. Het valt altijd op hoe mooi deze streek is, maar voor veel liefhebbers ligt achter La Houppe het onbekende terrein. Het natuurpark waar de verschillende heuveltoppen gelegen zijn, krijgt de naam Pays des Collines en is een fraai stukje Wallonië dat eigenlijk al wel langer een stevige passage van een wielerklassieker verdiende.
LEES VERDER ONDER DE FOTO’S!
Lastig drieluik
Na een aantal minder aangename kilometers over betonwegen komen we in Frasnes-lez-Anvaing aan een vreselijk lastig drieluik. Te beginnen met Hameau des Papins oftewel Le Rossignol. Deze klim van 1.200 meter heeft pieken tot 16% en is gemiddeld 6,6% steil. De helling werd in het verleden wel eens aangedaan in de Triptyque des Monts et Châteaux en Le Samyn, maar is voor veel mensen nog vrij onbekend. Dat zal wel veranderen na de passage van Kuurne-Brussel-Kuurne, want deze kuitenbijter kan voor averij zorgen.
Hierna komen we aan Le Bourliquet (1.300 meter aan 6,8%) ook een nieuwe helling in de wedstrijd. De klim begint steil en zwakt dan wat af. Toen de Triptyque hier destijds passeerde, ging ene Remi Cavagna aan de haal met de KOM. Er is nauwelijks tijd om op adem te komen want meteen volgt ook de Mont Saint-Laurent (1.200 meter aan 7,8%). Deze helling zat vorig jaar wél al in het parcours en is naar onze mening de zwaarste van dit drieluik. Het 1e deel bestaat uit kasseien en die liggen er allesbehalve goed bij. Het asfaltgedeelte bolt iets beter, maar blijft lastig. Sommige dingen veranderen niet over de taalgrens, ook hier heeft Dries Devenyns de KOM neergezet tijdens de Eurométropole Tour eind 2021. Fabio Jakobsen ging toen met de zege aan de haal. Een voorteken, of is deze Kuurne-Brussel-Kuurne voor hem toch te lastig?
LEES VERDER ONDER DE FOTO’S!
Vertrouwd terrein
Eens het Waalse hoofdstuk is afgesloten, komen we weer op vertrouwd terrein. Het duo Oude Kruisberg – Hotond kent iedereen inmiddels wel van de Ronde van Vlaanderen en ook de Trieu is een vaste klant in de voorjaarsklassiekers. Met de Kluisberg volgt de laatste helling van de dag op een dikke 50 km van de meet.
Na de heuvelzone gaat het over smalle, golvende wegen terug naar Kuurne. Enkel de kasseien van de Beerbosstraat kunnen eventueel nog zorgen voor verdere schifting, verder is het vaak een spel van de koplopers tegen het peloton. In Kuurne wordt nog een plaatselijke ronde gereden, maar die laten we in onze route voor wat het is, omwille van de beperkte aantrekkelijkheid op dagen dat er verkeer is. Wel rijden we via de Leie nog even naar de aankomstplek, gewoon voor het idee.
Feit is dat deze vernieuwde editie aanvoelt als een fikse upgrade voor de semiklassieker. In onze route zitten al 1.600 hoogtemeters en dat is voor de profs nog een stukje meer. Vooral de snelle opeenvolging van de hellingen vanaf de Hameau des Papins zorgen ervoor dat de lastigheidsgraad omhoog lijkt te gaan. Bovendien doet Kuurne met deze nieuwe hellingen een keer iets anders dan de andere klassiekers. We zijn benieuwd naar het koersgedrag zondag en natuurlijk ook naar jouw mening over het parcours.
Download GPX WielerVerhaal’s Kuurne-Brussel-Kuurne – 145 km!