Jordi Meeus begon zaterdagvoormiddag in de Omloop Het Nieuwsblad op Belgische bodem aan zijn 2e seizoen bij de elite. De 23-jarige Limburger van BORA-hansgrohe zag Peter Sagan en diens harem vertrekken, maar Sam Bennett keerde wel terug naar de Duitse WT-formatie en die is als sprinter een rechtstreekse concurrent van Meeus. De Belg heeft daar echter geen problemen mee en gaat dit voorjaar ook alle grote klassiekers rijden.
Jordi Meeus reed eind 2022 nog een uitstekend najaar, met onder meer een 3e plaats in de Gooikse Pijl, 2e in de GP Denain, 2e in de Eurométropole Tour en winst in Parijs-Bourges. “Maar het is vooral door de Vuelta te rijden dat ik veel sterker ben geworden”, vertelt hij aan de start van de Omloop in Gent. Daarin sprintte hij een paar keer mee voor de dagzege, wat hem in de 16e rit naar Santa Cruz de Bezana een 2e plaats achter Fabio Jakobsen opleverde. “Ik ben dus met een goed gevoel de winter kunnen ingaan en ben vervolgens niet ziek geweest en heb alle trainingen kunnen afwerken.”
Dat maakt dat de renner uit Lommel klaar lijkt voor een mooi voorjaar. In 2021 stelde hij het als neoprof nog met Kuurne-Brussel-Kuurne, Nokere Koerse, Dwars door Vlaanderen en Brabantse en Waalse Pijl. Dit jaar doet hij in principe alle kanonnen aan. “De resultaten van eind vorig jaar geven natuurlijk vertrouwen, maar het is toch ook alweer een tijd geleden en het is altijd afwachten hoe de benen reageren na een winter vol trainingen. In principe rijd ik alle grote voorjaarskoersen, ja, alleen van Milaan-Sanremo ben ik nog niet zeker. Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix staan met rood aangestipt.”
Bevestiging?
Wellicht gaat het straks toch beter dan in de voorbereidingskoersen, want Meeus kon nog niet echt meedoen voor dagwinst in zowel Saudi Tour als Ronde van de Algarve. “In de Algarve werd ik wel 2e na Jakobsen (opnieuw, red). Door een klacht van Alexander Kristoff werd ik echter gedeclasseerd. Maar ik voel me goed en heb nog niet héél veel sprints gereden. Dat er geen grote resultaten volgden, had te maken met timing en positionering. Het belangrijkste is echter dat de benen in orde waren. Ik maak me dus zeker geen zorgen.”
Ziet Meeus dit als het jaar van de bevestiging? “Ik wil natuurlijk graag bevestigen, maar ik ben ook nog altijd maar 23 en heb dus nog wel wat tijd, vind ik zelf. Ik rijd nu pas voor het eerst de Omloop en moet ook bijna alle andere grote klassiekers bij de elite nog ontdekken de komende weken en maanden. Daarom leg ik mezelf niet té veel druk op, al is het altijd goed om al wat resultaten bijeen te fietsen.”
Kasseien
Na 5 seizoenen BORA trok Peter Sagan wel de deur achter zich dicht bij de Duitsers. “Maar dat heeft niet echt grote gevolgen voor mij of voor de andere renners”, benadrukt Meeus. “Het is nog altijd trainen, eten en slapen voor ons. De sfeer is wel wat veranderd, maar zeker niet slechter geworden.” En Sam Bennett die terugkomt? “Ik denk dat ik vooral de voordelen van zijn aanwezigheid moet zien”, vindt Meeus. “Hij is een concurrent en zal de grote sprintkoersen en rittenwedstrijden voor zijn rekening nemen, maar ik kan veel van hem leren. Zijn palmares zegt genoeg. Zelf rijd ik daarom het 2e programma, maar dat is ook bezaaid met veel interessante wedstrijden. Daar ben ik blij mee.”
Als je duo Vlaanderen en Roubaix mag rijden, lijkt er zeker geen klagen te zijn, vooral omdat Meeus over een postuur lijkt te beschikken voor de kasseien. Dus kan hij zomaar veel meer zijn dan een pure sprinter. “Vlaanderen wordt mijn debuut, maar Roubaix reed ik eind 2021 al. Die 1e echte WT-klassieker heb ik goed doorstaan, het was een test. We zullen straks zien waar die ervaring mij brengt.”