Spannend, zo’n Tourdebuut. Na het openingsweekeinde hoopt debutant Jordi Meeus zich te meten met topsprinters als Fabio Jakobsen, Caleb Ewan, Dylan Groenewegen, Mark Cavendish en Jasper Philipsen. BORA-hansgrohe plaatst Danny van Poppel als sprintloods bij de Limburger die op de dag van de Tourstart in Bilbao 25 kaarsjes op z’n verjaardagstaart uitblaast.
Sam Bennett
Bij de Duitse WorldTour-ploeg trekken ze in de Tour 2 kaarten. Met Jai Hindley, de Australiër die vorig jaar de Giro won, gaat het team voor een goed eindklassement. En met Jordi Meeus voor ritwinst in een massaspurt. Hij overtuigde de ploegleiding hem mee te nemen naar de Ronde van Frankrijk in plaats van Sam Bennett, de Ier die in 2020 in het shirt van Deceuninck-Quick.Step de groene trui pakte.
“Hoe de beslissing tot stand kwam, weet ik niet”, vertelt Meeus. “Ik weet dat ik in vorm ben, hopelijk kan ik dat de komende 3 weken laten zien. Ik denk dat ik 4 of 5 dagen voor het officieel gecommuniceerd werd een telefoontje kreeg van de ploegleiding met het nieuws over mijn Tourselectie. Ik wist al van december van vorig jaar dat er een kans was. Verrast was ik niet, heel blij wel.”
Voor Meeus is het niet z’n 1e Grote Ronde. Hij haalde 2 jaar geleden al het einde van de Vuelta. “Toen ben ik nooit echt in de problemen geweest”, blikt hij terug. “Een rittenkoers van 3 weken is altijd lastig. Oververmoeid ben ik nooit geweest, ik heb me ook geen enkele keer moeten reppen om binnen tijd te arriveren. Ik denk dat het niveau in de Tour nog iets hoger ligt dan in de Vuelta, maar ik ben beter dan 2 jaar terug.”
Van Poppel
Want alle topsprinters staan in Bilbao aan de start. Meeus zal het moeten opnemen tegen onder meer gouwgenoot Jasper Philipsen, Mark Cavendish, Dylan Groenewegen, Caleb Ewan en Fabio Jakobsen. Allemaal mannen die al diverse successen boekten in de Tour.
“Ik denk dat ik mijn plaats heb tussen die mannen”, vermoedt Meeus. “Aan mij om dat de komende 3 weken te bevestigen. Wellicht komt maandag een 1e kans om te sprinten, dinsdag op een autocircuit een 2e. Ik heb al gezien dat daar redelijk wat bochten zijn. Met Danny van Poppel heb ik 1 van de beste sprintloodsen ter wereld. Dat heeft hij vorig jaar en dit jaar bewezen. We hebben nog niet vaak samen gekoerst. De generale repetitie wordt spannend want hier is het op het hoogste niveau. Danny heeft ervaring genoeg. In principe moet ik gewoon z’n wiel volgen en aangaan op 200 meter van de streep.”
Half mei boekte Meeus in het Circuit de Wallonie z’n 1e zege van het seizoen. Toen was hij sneller dan Lionel Taminiaux en Timo Kielich. Nadien haalde de Limburger 2 keer het podium. In de Heistse Pijl botste hij op de jonge Nederlander Olav Kooij, in de Brussels Cycling Classic op Arnaud Démare en Tobias Andersen. Ook in de Ronde van Noorwegen werd hij voordien 2 keer 3e.
Groen
“De Tour is een ander niveau dan Noorwegen, Heistse Pijl en Brussels Cycling Classic, maar als ik er daar dichtbij ben, waarom zou dat dan hier niet lukken”, vraagt Meeus zich luidop af. “Tijdens het openingsweekeinde zal er weinig bijzitten voor mij. Dat is misschien beter. Tegen de 1e rit die op een massaspurt kan eindigen, zal er al het algemeen klassement al wat vorm hebben. Waardoor de 1e sprintetappe misschien wat minder stressvol zal verlopen.”
Aan de groene puntentrui denkt Jordi Meeus nog niet. “Ik heb een groene droom, maar of dat ooit zal gebeuren is moeilijk te zeggen”, gaat hij verder. “Zeg nooit nooit. Ik besef dat het met mannen als Wout van Aert, Christophe Laporte, Jasper Philipsen en Mathieu van de Poel niet makkelijk zal zijn. Ik hoop gewoon dat ik in deze Tour het gevoel krijg dat ik ooit een etappe kan winnen.”
Voor de sprintetappes ligt de druk op de schouders van Meeus, voor het klassement op die van Hindley. “Ik zal Jai proberen bij te staan op momenten dat het kan”, besluit de Limburger. “Door bidons te halen of door hem in een goeie positie naar een klim te loodsen. Iets wat ik misschien hier in Baskenland al zal doen. We hebben in deze Tourselectie nog andere mannen die een etappe kunnen winnen. Zoals Nils Politt, Bob Jungels en Jai Hindley zelf.”