Voor aanvang van Le Samyn des Dames grepen we een scherpe Shirin van Anrooij bij de lurven. De vicewereldkampioene veldrijden bij de U23 in Fayetteville gaf aan dit seizoen te zullen knechten voor haar kopvrouwen bij Trek-Segafredo, maar bewees in de koers vervolgens het tegenovergestelde. Na een razend knappe finale werd ze honderd meter voor de eindstreep opgeslokt door de meute. “Belangrijk zijn de kansen voor Elisa Longo Borghini en Ellen van Dijk”, gaf ze eerst nog keurig aan.

Tábor
Haar resultaat enkele dagen eerder in de Omloop van het Hageland – daar werd ze in een sterk deelnemersveld keurig 5e – liet al het een en ander zien. Met de vorm van de 20-jarige Shirin van Anrooij zit het wel goed. Ze heeft het veldrijden afgelopen winter goed verteerd en trekt haar goede vorm door op de weg. “Mijn winter ging beter dan verwacht”, opent de Nederlandse belofte ons gesprek. ”Ik merk dat ik deze winter enkele stappen heb kunnen zetten, zeker naarmate de crossen volgden. Ik was goed wanneer ik dat wilde zijn, al blijft die sprint met Puck Pieterse op het WK een zure nasmaak houden”, lacht ze als een boerin met kiespijn.
“Als ik vorig jaar vergelijk met waar ik nu sta, is dat een heel groot verschil”, spreekt ze zelfverzekerd. “Ik kan echt alleen maar tevreden terugblikken. Over het algemeen ben ik gegroeid afgelopen jaar, zo heb ik meer vertrouwen gekregen op de fiets naar wat er vorig seizoen is gebeurd in Tábor (daar liep ze een zeer zware armblessure op, red) en ben ik overal wat sterker geworden. Dat maakt me op dit ogenblik gewoon een betere renster.”
Onverwacht Valencia
Shirin van Anrooij sloot na het WK in Fayetteville haar crossseizoen direct af, al dan niet met het oog op dit wegseizoen. “Ik had vooraf al besloten om na het WK rust te pakken”, legt ze uit. “Daarna ben ik eerst een week op stage naar Portugal geweest. Toen werd ik echter onverwacht opgeroepen voor de Ronde van Valencia. Het was niet mijn bedoeling om het koersen op de weg zó snel al te hervatten, maar uiteindelijk heeft het goed uitgepakt.”
“Vorig jaar ben ik hier in Le Samyn begonnen aan mijn wegseizoen”, geeft ze aan. “Ook dit jaar is het geen hoofddoel en was het allereerst niet de bedoeling dat ik hier zou starten. Ik ga de ploeg dan ook proberen te helpen door zo goed mogelijk te zijn.”
“Een resultaat in Le Samyn is voor mij niet belangrijk. Althans, niet voor mij persoonlijk”, verduidelijkt de Zeeuwse. “Belangrijk dit seizoen zijn de kansen voor Elisa Longo Borghini en Ellen van Dijk. Zij zijn de kopvrouwen. Ik zal dit jaar nog een echte knecht zijn en hoop hen zo ver mogelijk bij te staan in de finales. Ik heb nog geen specifieke vrije rol in de finale om voor mijzelf een resultaat te rijden.”
Gemaakt voor Luik
“Koersen als Luik-Bastenaken-Luik en de Brabantse Pijl zijn wedstrijden voor mij”, geeft ze aan wanneer we het over haar hoofddoelen dit jaar hebben. “Die staan net als in 2021 ook weer op mijn programma, daar ben ik heel blij mee. Maar eerst vertrek ik naar de Strade Bianche en de Trofeo Alfredo Binda in Italië, daarna gaat de focus pas op Luik. Ik heb er heel erg veel zin in, ik ben naar mijn gevoel gewoon een stuk beter.”
“Ik denk dat mijn stage en de voorbereidingskoers in Valencia ervoor hebben gezorgd dat ik een betere voorbereiding heb gehad ten opzichte van vorig jaar toen dat niet het geval was”, vervolgt ze. “In maart ga ik tussen enkele koersen nog even op stage in Spanje. Ik moet na het crossseizoen nog even schaven aan mijn basis voor de weg, in tegenstelling tot het overgrote restdeel van het peloton. Het is dan belangrijk om zo’n stage te hebben, anders mis je gewoonweg de kilometers.”
Of ze al klaar is om de wereldtop te bestormen? “Geen idee!”, schatert ze hardop na het stellen van deze slotvraag. Wij denken er na Le Samyn des Dames, waarin ze uiteindelijk 7e werd en eerste Trek-vrouw, het onze van.