4 jaar geleden reed Nederlander Yannick Vrielink (23) op de fiets nog aan de zijde van Ide Schelling, Cees Bol en Julius van den Berg, vandaag is hij actief in de rallysport. Het is een opmerkelijke overgang die de jonge 20’er maakte, al ziet hij zelf ook wel gelijkenissen tussen de 2 sporten. “Ik merk dat ik in het wielrennen wel heb geleerd om bepaalde lijnen te volgen in de bochten”, geeft hij aan.
Yannick Vrielink was geen onaardige wielrenner die in zijn jeugd onder meer de Olympia’s Tour betwistte en de Ronde van Markelo op zijn naam schreef. Ook in het veld was hij actief, met onder meer een 6e plaats op het NK veldrijden voor junioren in 2016. “Ik had echter geen zicht op een profcontract of op de mogelijke kans om mijn geld te verdienen met de koers. Daar was het me trouwens ook niet echt om te doen, ik fietste vooral voor het plezier. Op een bepaald moment besefte ik wel dat die lange duurtrainingen niet meer echt iets voor mij waren en besloot ik van de koers meer een hobby te maken.”
De Zutphenaar was dus klaar voor iets anders en ging aan de slag bij het dakdekkersbedrijf van zijn ouders. “Ik behaalde toen ook de navigatorlicentie in de autosport”, vertelt Vrielink. “In de winter van 2018 mocht ik een keer meedoen aan de rally van Hellendoorn en dat was een prachtige ervaring. Vanaf 2019 ben ik dan gaan navigeren naast Calvin Teiwes. Zo kreeg ik de smaak te pakken.”
Aankoop Peugeot
De hobby van Vrielink werd steeds serieuzer. “Tijdens de coronaperiode heb ik heel wat kunnen sparen en zo kon ik ook mijn eigen wagen kopen: een Peugeot 206. Vorig jaar heb ik onder meer deelgenomen aan de 206 GTi Cup. Samen met Glenn Crooijmans werd ik 2e in die laatste reeks. Dat ging dus allemaal heel goed en nu maak ik de overstap naar een Toyota Yaris GR. Dit weekend ben ik actief in de Drenthe Rally op het TT-Circuit bij Assen. Hopelijk kan ik dit jaar meedoen voor de overwinning in de Challenge.”
Het is duidelijk dat de atleet zich helemaal thuis voelt in zijn nieuwe omgeving. Dat gevoel miste hij een beetje in de koers. “Ik ben van 2 naar 4 wielen gegaan, maar verder blijft er ook veel hetzelfde hoor”, lacht hij. “Je leert in de koers ook wel om de beste te willen zijn, dat is nu niet anders. Ik moet gelukkig geen 25 uur meer trainen per week, want daar had ik het wel mee gehad. De snelheid in de races ligt uiteraard hoger, maar de veiligheid is volledig in orde. In de koers had ik soms wat schrik voor zware valpartijen. Als renner blijf je toch heel kwetsbaar.”
Hobbyfietser
De Nederlander behoudt wel het contact met een aantal vrienden op de fiets. “Soms gaan we nog wel eens een ritje maken. Mijn vriendin is ook beginnend triatleet, dus ik blijf altijd wel voeling houden met de fiets. In België is er trouwens ook iemand met een gelijkaardig verhaal als mij. Niels Reynvoet (in 2007 Belgisch kampioen bij de nieuwelingen in Beveren, red) doet het ook goed in de rallysport. Een overgang maken is dus wel mogelijk. Ik beleef hier zeker plezier aan. Mijn ouders gaan elk weekend mee en het is mooi om samen deze nieuwe uitdagingen aan te gaan.”