Na zijn gedwongen vertrek bij Wanty-Groupe Gobert in 2017 stopte Brecht Dhaene als wielerprof. Al snel vond hij werk als recruiter-consultant bij een groot bedrijf. Het leven van een prof liet hij goed van zich afglijden. Toch is de Oost-Vlaming inmiddels terug in de koers. In Nokere Koerse, een thuiswedstrijd voor de 33-jarige Kruishoutemnaar, werkt hij elk jaar als adjunct-wedstrijddirecteur. Zelf fietsen doet Dhaene ook. Hij zal dit jaar deelnemen aan enkele Gran Fondo’s, maar sluit ook een bestaan als eliterenner zonder contract niet uit.
Veiligheid
Voor een 4e jaar op rij was Dhaene woensdag adjunct-directeur in Nokere Koerse bij de mannen elite. “De organisatie heeft mij hiervoor gevraagd toen ik actief stopte met wielrennen”, vertelt hij. “Ik vind het een ontzettend leuke functie, zeker omdat ik zelf van Kruishoutem ben. Ieder jaar weer is het een bijzondere dag.”
“Ik ben samen met de wedstrijddirecteur en de bevoegde diensten verantwoordelijk voor de veiligheid van de renners”, gaat hij verder. “Je moet het zien dat wij als laatste in de rij voor de wedstrijd uitrijden om een lastminute security check uit te voeren. We controleren of het parcours veilig is en grijpen eventueel in om onverwachte situaties te voorkomen. Op die manier garanderen wij de veiligheid voor de renners.”
“Vorig jaar nog bijvoorbeeld was er een grote plaat losgekomen bij een verbouwing langs het parcours, 30 seconden voordat het peloton ging passeren. Die plaat moest natuurlijk zo snel mogelijk van het parcours verdwijnen. Verder zien we er op toe dat er voldoende tijd en ruimte zit tussen de publiciteitskaravaan en de kop van de koers. Het is belangrijk om daar een oogje in het zeil te houden.”
Elite zonder contract
Ondanks enkele puike prestaties – onder meer winst in Izegem Koers – in zijn stageperiode bij Wanty-Groupe Gobert, werd hem toch de deur gewezen. Zijn vertrek verdiende destijds niet de schoonheidsprijs. Valse beloftes deden zijn korte carrière de das om, al heeft het niets afgedaan aan het plezier van Brecht Dhaene op de fiets. Zelf beoefent hij de sport dan ook nog erg graag en is hij net terug van een weekje Spanje, waar hij geregeld op zijn tweewieler heeft gezeten. “Ik ga me dit jaar toeleggen op een aantal kleinere wedstrijden, voornamelijk richting Gran Fondo’s”, verrast hij.
“Als het beestje begint te kriebelen, dan kan dat wel”, lacht hij wanneer hem gevraagd wordt of hij nog geïnteresseerd is om als elite zonder contract op te draven. “Maar dat zal echt sporadisch zijn”, voegt hij er al snel aan toe. “Dit jaar rijd ik voor het eerst Gran Fondo’s. Ik sta al ingeschreven voor de Schleck Gran Fondo (in Luxemburg georganiseerd door Fränk Schleck, red) en normaal gezien neem ik in april deel aan een gravelwedstrijd in Beernem. Gravelen is iets vrij nieuws voor mij, al heb ik wel eens eerder aan wat kleinere events meegedaan. Ik hou wel van die afwisseling.”
“Mijn rol als adjunct-directeur van Nokere Koerse is op dit moment de enige manier waarop ik nog betrokken ben bij het wielrennen. Door de week werk ik als salesmanager, dat is totaal iets anders. Al heeft ook dat natuurlijk iets competitiefs, net als wielrenner zijn.”
Dubbel gevoel
Echt missen doet Dhaene het wielrennen niet, al zijn er zeker bepaalde momenten wanneer dat wel het geval is. “Het is wat dubbel”, geeft hij grif toe. “Ik mis de leuke momenten als wielrenner oprecht. De stages, het toewerken en toeleven naar wedstrijden. Die dingen. En uiteraard, als alles samenkomt en je behaalt een goede uitslag, dan is dat het beste gevoel wat er is. Maar die andere kant, die mis ik niet. Vergeet niet dat wielrennen een harde job is, zeker als het even tegenzit in je carrière of je breekt bijvoorbeeld een sleutelbeen. Die momenten mis ik absoluut niet”, grinnikt hij.
“Mijn focus ligt momenteel enkel op mijn huidige job. Ik ben niet bezig met een carrière in de koers. Het meedraaien in een organisatie als Nokere Koerse is echt wel heel leuk, zeker omdat je alles eens van binnenuit ziet. Dat is anders dan als renner. Maar momenteel is er echter niets concreet, wellicht dat de toekomst nog wat meer met zich meebrengt.”